Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSeksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag op school: ‘Het is zo delicaat dat je als directeur geen fouten wil maken’

Leerlingen in een middelbare school. Lieven Boeve (Katholiek Onderwijs Vlaanderen): ‘Elke school moet een veilige plek zijn.’Beeld Wouter Van Vooren

Wat als een kleuter een ander kind betast? Moet er toezicht zijn in de toiletten? Katholiek Onderwijs Vlaanderen kreeg dit schooljaar 129 ondersteuningsvragen van scholen rond seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Volgende week organiseren ze een studiedag.

‘Het was alsof de hemel op ons hoofd viel”, zegt Filip Santens, directeur van de scholengroep Sint-Catharinacollege in Geraardsbergen. Op een vrijdagavond begin februari werd hij door het parket ingelicht dat meester Thijs, een populaire kleuterleider van basisschool De Springplank, was aangehouden op verdenking van kindermisbruik en van het maken en verspreiden van beelden van seksueel misbruik van minderjarigen.

“Ik was zelf nog maar een maand aangesteld als algemeen directeur. Met dit soort zaken had ik – gelukkig – nog geen ervaring”, zegt Santens.

Het schoolbestuur startte meteen een tuchtprocedure om te vermijden dat de leraar de school nog zou kunnen betreden. “Zaterdag werd duidelijk dat de feiten zich allicht op school hadden afgespeeld. Meer wisten we niet. Het parket had ons ook uitdrukkelijk gevraagd om niemand te contacteren, om het onderzoek niet te belemmeren.”

Die maandagochtend kwam de politie naar de basisschool om leerkrachten te ondervragen die met meester Thijs hadden samengewerkt. ’s Avonds werden de ouders van potentiële slachtoffers ingelicht. Pas daarna mocht het schoolbestuur de andere ouders op de hoogte brengen.

Filip Santens werd ondersteund door medewerkers van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Vanuit de koepel kregen we juridische ondersteuning, maar ook hulp bij het opstellen van een mail naar de ouders”, zegt Santens. “Het is zo delicaat dat je als directeur geen fouten wil maken.”

Seksuele vorming

Dit schooljaar kreeg Katholiek Onderwijs Vlaanderen al 129 ondersteuningsvragen van scholen. Een deel gaat over relationele en seksuele vorming. Bijvoorbeeld: hoe spreek je een non-binaire leerkracht aan of moet er toezicht zijn in de toiletten?

Zestig procent van de vragen gaat over seksueel grensoverschrijdend gedrag. “Zware feiten zoals die in Geraardsbergen zijn gelukkig de absolute uitzondering”, zegt Karen De Wilde, seksuologe en pedagoge bij Sensoa en Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “We krijgen vragen over grensoverschrijdend gedrag door leraars of opvoeders, maar veel vaker gaat het om incidenten tussen leerlingen onderling.”

Dat bleek ook al uit een grootschalige bevraging van de scholierenkoepel vorig jaar. Eén op de tien leerlingen gaf aan al eens slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag op school. Bij 7 procent van de leerlingen was de initiatiefnemer een medeleerling. Bij 3 procent ging een leerkracht over de schreef.

“Vanuit middelbare scholen komen vooral vragen over sexting”, zegt Karen De Wilde. “We worden ook regelmatig geraadpleegd rond incidenten onder kleuters. Het kan dan gaan over kinderen die elkaars broek aftrekken op de speelplaats tot kleuters die experimenteren in de toiletten.”

Veilige plek

Het aantal ondersteuningsvragen rond het thema neemt toe. In 2014 kreeg de katholieke koepel 31 vragen, vorig schooljaar waren het er 140. Allicht zal dit schooljaar daar nog bovenuit komen.

Katholiek Onderwijs Vlaanderen wil het thema hoog op de agenda zetten. Volgende week organiseren ze daarom een studiedag over de preventie en aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag. “Een school moet een veilige plek zijn”, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “We vinden het belangrijk dat elke school een proactief beleid voert rond dit thema, maar we ondersteunen onze leden ook als er zich toch een incident voordoet.”

“Directies zitten vaak in zak en as als er zoiets gebeurt op hun school”, zegt Karen De Wilde. “Op zo’n moment is het belangrijk om als netwerkorganisatie naast hen te gaan staan, de wind te vangen als er boze ouders zijn.”

Die waren er ook in Geraardsbergen. “De ouders van de mogelijke slachtoffers waren heel sereen. Ik heb veel respect voor hen”, zegt Santens. “Maar onder de andere ouders was er veel woede omdat we dit als school niet hebben kunnen verhinderen. Ook voor die gevoelens kan ik alleen maar begrip hebben.”

Ook voor de andere leerkrachten in De Springplank waren de afgelopen maanden een moeilijke periode. “Ze voelden zich bedot en belogen door hun collega”, vertelt de directeur. “Er is ook veel schuldgevoel omdat ze de leerlingen niet hebben kunnen beschermen.”

Meester Thijs was een interim-leerkracht die in verschillende klassen stond op de dag dat de vaste kleuterjuf vrijaf had. “Veel van onze kleuterjuffen werken vier vijfde. Na de arrestatie hebben ze allemaal beslist om weer voltijds te gaan werken. Daar heb ik als directeur enorm veel bewondering voor.”

Sociale controle

Inmiddels is de rust voor zover als mogelijk teruggekeerd op school. “Omdat de slachtoffers kleine kinderen zijn, is de kans groot – en hebben we de hoop – dat ze zich later niet zullen herinneren wat er gebeurd is”, zegt de directeur. “De ouders hebben ook gevraagd om het schooljaar zo normaal mogelijk verder te zetten, in het belang van de kinderen.”

De zorgklas, waar een leraar een-op-eencontact kan hebben met een leerling, werd onlangs herschikt zodat er meer sociale controle is. De school heeft zich intussen burgerlijke partij gesteld tegen meester Thijs. “We hopen dat we na inzage van het dossier beter zullen begrijpen wat er gebeurd is. Hopelijk kunnen we daaruit lessen trekken voor de toekomst.”