Seksueel cybergeweld steeds vaker als wapen ingezet: "Vrouwen 2 keer slachtoffer wanneer beelden gedeeld worden"
Cybergeweld wordt in recente conflicten als wapen tegen meisjes en vrouwen gebruikt. Dat zegt expert mensenrechten en cybergeweld Catherine Van de Heyning (Universiteit Antwerpen). Door beelden van misbruik online te verspreiden worden vrouwen een 2e keer slachtoffer. Van de Heyning pleit er bij de VN voor om vrouwen en meisjes beter te beschermen tegen online geweld.
Twee maal per week duikt de podcast 'Het uur van de waarheid' in de wereld van onlinebedrog, desinformatie en misleiding. Ook dit onderwerp komt uit de podcast. Alle afleveringen vind je hier.
In oorlogssituaties wordt seksueel geweld helaas nog steeds gebruikt als wapen. Maar recenter is ook cybergeweld als wapen opgedoken in gewapende conflicten, zegt Catherine Van de Heyning.
Van de Heyning is parketmagistraat in Antwerpen, maar ook professor aan de Universiteit Antwerpen, met specialisaties in mensenrechten en cybergeweld. Voor de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) pleit zij deze week in Genève voor een betere bescherming van meisjes en vrouwen tegen cybergeweld.
Seksueel geweld wordt gefilmd
“Die nieuwere vorm van seksueel geweld hebben we recent het vaakst gezien in Oekraïne en Gaza”, zegt Van de Heyning. “Zo weten we dat er seksueel geweld is door soldaten, en dat geweld wordt bijvoorbeeld tegelijkertijd gefilmd”, aldus Van de Heyning. “Nadien worden die beelden gebruikt om de gemeenschap verder te vernederen en om de familiebanden verder kapot te maken.”
“Enerzijds worden die beelden door soldaten onderling gedeeld in chatgroepen, puur voor de zogenaamde likes. Maar daarnaast worden die beelden online ook achter de hand gehouden: zo kunnen ze altijd tegen het slachtoffer gebruikt worden om hen ten schande te maken tegenover hun gemeenschap.”
"Zo worden vrouwen 2 keer slachtoffer. Een keer door het seksueel geweld en een tweede keer omdat ze verstoten worden door hun gemeenschap omdat ze seksueel vernederd werden.”
Nieuwe vorm van cybergeweld
Volgens Van de Heyning gaat het over een relatief recent fenomeen dat vooral ten tijde van de oorlogen in Oekraïne en Gaza zichtbaar is geworden. Ook organisaties als het International Rescue Committee of Unicef hebben het thema al aangeraakt. “Er is op dit moment nog niet zoveel onderzoek naar gedaan. Het is een nieuwe manier om vrouwen te kwetsen. En om de positie van je vrouw, zus, dochter kapot te maken.”
“Een bekend voorbeeld is het beeldmateriaal dat dit jaar is opgedoken van Israëlische soldaten die online spelen met het ondergoed van Gazaanse vrouwen”, zegt de expert. “Er zijn ook getuigenissen bekend – die opgeschreven werden door VN-experts – waarin Palestijnse vrouwen geweld wordt aangedaan of waar vrouwen verplicht werden zich uit te kleden en van wie beelden werden gemaakt. De bedoeling is om hen te vernederen en om gemeenschappen en gezinnen te breken.”
Gedood wegens online
Maar ook naar andere vormen van cybergeweld tegen vrouwen moet aandacht gaan, zegt Van de Heyning. “Er bestaan ook vreselijke verhalen over geweld tegen meisjes en vrouwen eenvoudigweg omdat ze online zijn.”
“Zo is er een verhaal van een Soedanees meisje dat omgebracht werd door haar familie. Haar broer had haar betrapt terwijl ze meekeek op de smartphone van een vriendinnetje. Daarmee had ze zogezegd schande gebracht over haar familie.”
“Cybergeweld tegen vrouwen en meisjes komt echt overal voor”, zegt Van de Heyning. “Het is ook een probleem dat hoog op de politieke agenda staat. Op VN-niveau is beslist dat er regels moeten komen tegen dit soort geweld.”
“Want meisjes en vrouwen worden online bijzonder hard aangepakt. Dat is een probleem, want een mogelijk gevolg is dat ze zich zouden terugtrekken uit de online wereld en dan gaan hun stemmen verloren.”
Er beweegt gelukkig ook wel iets, aldus de expert. “Dankzij ons nieuwe strafwetboek is het in België bijvoorbeeld al eenvoudiger om online seksueel geweld, zoals het ongevraagd versturen van dickpics, te bestraffen. Nu moeten we er nog meer werk van maken op wereldvlak.”