Dokters laaiend enthousiast: "Hepatitis C bijna uitgeroeid"

Johny Poelmans (53) is een van de ‘gelukkigen’. Dertig jaar lang sluimerde hepatitis C in zijn lijf, tot hij twee jaar geleden een nieuw medicijn mocht testen in het UZ Leuven. “Twaalf weken lang moest ik 's ochtends een pilletje slikken. Meer niet. Geen enkele bijwerking heb ik gehad. Veertien dagen later was de hepatitis bijna uit mijn bloed verdwenen.”

Poelmans heeft hemofilie, een stoornis in de bloedstolling, en raakte als tiener besmet met het hepatitis C-virus via een bloedtransfusie. Hij is een van de vele hemofiliepatiënten die op deze manier besmet zijn geraakt. Voor 1989 werd het bloed onvoldoende gecontroleerd, met alle gevolgen van dien.

Al is er vandaag goed nieuws voor hen. Professor Frederik Nevens, hepatoloog aan het UZ Leuven, is ervan overtuigd dat ze tegen het eind van het jaar allemaal genezen zullen zijn. Bij de honderden patiënten die hij de voorbije jaren behandelde met de nieuwe, dure medicatie, ziet hij een genezingspercentage van 95 tot 100 procent.

Zeker bij hemofiliepatiënten zijn de resultaten indrukwekkend: 100 procent genezing. “Een enorme verwezenlijking”, zegt hij. “Want dat betekent dat we, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie voorop stelt, echt de ziekte kunnen uitroeien. Dit bewijst dat het kan.”

Want wie geneest, kan ook geen andere mensen meer besmetten. Door de risicogroepen te behandelen – zoals hemofiliepatiënten, maar ook intraveneuze druggebruikers – kun je de ziekte dus grotendeels indammen.

Compensatie

Poelmans is alvast opgelucht dat hij virusvrij is. “Toen ik jong was, was ik daar niet mee bezig. Ik voelde me niet ziek. Maar naarmate ik ouder werd en kinderen kreeg, besefte ik dat het me ooit parten zou spelen. Je weet dat je ooit leverkanker kunt krijgen, dat is niet min. Vlak voor ik de nieuwe medicatie mocht nemen, bleken mijn leverwaarden trouwens net achteruit te gaan. In die zin is mijn genezing echt een opluchting.”

Kwaad om die besmette bloedtransfusie is hij niet. "In die tijd had ik die bloedtransfusies nodig. Had ik toen een inwendige bloeding gehad, dan had niemand iets kunnen doen om die te stoppen. Enkel dankzij die transfusies had ik een normale bloedstolling. In Frankrijk zijn zo een heleboel mensen besmet geraakt met hiv. Dat is nog veel erger dan wat mij is overkomen."

De nieuwe, dure medicatie tegen hepatitis C heeft al voor heel wat discussie gezorgd. Het geneesmiddel is zodanig prijzig dat de overheid besliste dat het enkel zou worden terugbetaald indien het werd voorgeschreven door artsen die zijn verbonden aan een universitair ziekenhuis. Ook komen enkel patiënten in aanmerking bij wie al sprake is van leverschade, tot grote onvrede van de patiënten bij wie de ziekte nog niet ver is gevorderd. Zij moeten eerst ziek worden, vooraleer ze aanspraak maken op genezing.

Sowieso zijn alle experts het erover eens dat de nieuwe geneesmiddelen hun werk doen. Voordien moesten ze zich behelpen met therapieën die niet bij alle patiënten aansloegen en die enorme bijwerkingen hadden.

“Vanaf januari van dit jaar hebben we van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld, SV) een speciale toelating gekregen om de hemofiliepatiënten te behandelen, ongeacht de ernst van de ziekte”, legt professor Nevens uit. “Een zeer goede zaak. Je mag niet vergeten dat het zwaard van Damocles boven die mensen hangt. Het was een kwestie van tijd eer ze ziek zouden worden.”

In het regeerakkoord stond dat de hemofiliepatiënten die ooit ziek werden door besmet bloed recht hebben op een compensatie. Nevens: “Er werd zelfs een bedrag van 30.000 euro genoemd. Die compensatie is er nooit gekomen, maar de regering heeft er wel voor gezorgd dat deze groep de medicatie krijgt terugbetaald. Dat lijkt me eigenlijk veel waardevoller, want nu zijn deze mensen genezen. Hier wordt eigenlijk een groot onrecht mee rechtgezet.”

Ook voor Poelmans hoeft die compensatie niet echt. “Ik ben liever gezond dan dat ik een som geld krijg om mijn begrafenis te regelen.”