Wie weet straks de weg in mijn chaotische, curieuze verzameling boeken?
Het leegmaken van het huis van een dierbare overledene is een moeilijke taak. Allerlei voorwerpen die voor de eigenaar grote gevoelswaarde hadden, verdwijnen in de afvalbak of krijgen nog een herkansing bij Oxfam Novib, Emmaüs of een soortgelijke instelling. Haast is geboden en piëteit is niet gevraagd, omdat de volgende bewoners van het huis staan te trappelen van ongeduld om hun spullen kwijt te kunnen.
Het selecteren van stoelen, kasten, vazen en borden is akelig, maar het echte probleem duikt op wanneer de boeken aan de beurt zijn. De cultuur van het protestantisme is een leescultuur, een cultuur met groot ontzag voor het boek. Dat is overduidelijk wanneer ik in de huiskamer, de vroegere studeerkamer en ook de logeerkamer van een overleden familielid rondkijk. Het is boeken wat de klok slaat. Maar het zijn niet zomaar boeken die na lezing een willekeurige plek hebben gekregen. Er zit systematiek en ordening in de rijen.
Hier begint de ellende. Nu prikkelt de nieuwsgierigheid tot nadere beschouwing van deze overdaad.
Een zwaar accent vormen de boeken over theologische en algemeen-levensbeschouwelijke onderwerpen. Met Noordmans, Berkhof, Miskotte en Berkouwer is de theologie van de twintigste eeuw goed vertegenwoordigd. In al deze boeken bevinden zich briefjes met aantekeningen. Ook in de marge van deze geschriften staat commentaar, dat een duidelijke, hartstochtelijke betrokkenheid bij de besproken onderwerpen verraadt. Het lijdt geen twijfel dat deze verzamelaar van theologische boeken diepe sympathie voelde voor het werk van de Utrechtse kerkelijk hoogleraar J.M. Hasselaar (1917-1992). Het boek Al luisterend… van Hasselaar is door een menigte blaadjes met commentaar dubbel zo dik geworden. Hasselaar moet een belangrijke theoloog en denker zijn geweest. Waarom heeft niemand het meer over hem? In deze opruimfase is het verboden te gaan lezen in een van de titels uit de kast die vandaag nog leeg moet. De boeken van Herman Bavinck en Johan Huizinga schreeuwen echter om aandacht. En daar staan zowaar de memoires van Hebe Kohlbrugge, met een prachtige opdracht van deze bijzondere vrouw en ook nog een brief van haar hand.
ziel en zaligheid
De boeken zijn de ziel van een huis. Deze boeken waren de ziel en zaligheid van de mens die hier leefde. Kan niemand deze verzameling integraal in huis nemen?
Omdat dat door de beperkte ruimte niet gaat, rest er geen andere mogelijkheid dan zelf een keuze uit de boeken te maken. Hasselaar en Kohlbrugge worden gered van de ondergang.
Heeft de treurnis over de teloorgang van deze zorgvuldig bijeengesprokkelde boeken wellicht ook met mijn eigen toekomst te maken? Wie behalve ik weet de weg in de curieuze – op het eerste gezicht: chaotische – verzameling boeken die mijn eigen huis zo’n genoeglijke plek maakt? Moet ik geen aparte kast maken voor de boeken met persoonlijke opdracht? Zal iemand de waarde inzien van de beduimelde Duitse kinderboeken van rond 1900?
Deze gedachten maken mij duizelig. Ik heb geen zin om na te denken over een tijd waarin mijn boeken verweesd in de kasten zullen staan. Het enige wat mij nu te doen staat, is het tonen van deze verrukkelijke boeken aan geïnteresseerde bezoekers. En er een cadeau doen aan een jonge lezer die weet wat een boek waard is. <