© Joren De Weerdt

Op stap met The Voice Senior John Leo: “Geel was vroeger veel meer een bruisende stad”

Leo Geudens (67), die u kent als The Voice Senior-winnaar John Leo, stevende enkele jaren geleden af op zijn pensioen. Maar de overwinning in het populaire VTM-programma deed zijn muzikale carrière weer ­opflakkeren. Ook tijdens onze tocht door de Kempen is de muziek nooit ver weg. “Ik ben blij met wat me nu overkomt, maar het succes komt ­eigenlijk dertig jaar te laat.”

Tom Vets

Natalia en Laura Tesoro hielden aan hun deel­name aan The Voice een mooie carrière over, en ook voor John Leo ziet het er veelbelovend uit. Na zijn overwinning mocht hij een single opnemen, maar platenfirma Universal brak het contract open en wou in zee voor een volledig album. Dat ligt sinds kort in de winkel. Voor deze Persoonlijk Kempen spreken we af met Leo bij muziekwinkel Vanderheyden op de Pas in Geel, waar hij kind aan huis is. Normaal is de zaak op maandag gesloten, maar uitbater Dave ontvangt ons met open armen. “Gespecialiseerde muziekwinkels zijn er nog weinig. Tegenwoordig gaat veel van de verkoop via het internet. Daar loop ik niet hoog mee op”, zegt Leo. “Als je een gitaar koopt en je hebt er problemen mee, moet je naar de fabrikant in Duitsland lopen. Dat wil ik niet.”

© Joren De Weerdt

In de winkel hangen enkele honderden gitaren. Leo is duidelijk in zijn element tussen alle instrumenten. “Ik kom hier wekelijks. Soms zelfs vaker. Al wat bij me thuis in de opnamestudio staat, komt ook van deze winkel. Ik weet wat ik wil en bestel wat ik nodig heb. Of ik krijg van uitbater Dave het juiste advies. Je mag me gerust een ­instrumentengek noemen. Al op jonge leeftijd speelde ik accordeon. In de loop van de jaren heb ik mijn accordeonspel verwaarloosd, maar ik wil het opnieuw onder de knie krijgen, want je verleert het na verloop van tijd. Ik kan ook gitaar spelen, maar niet als de beste. Versterkers en ­geluidsboxen bouw ik zelf. Op dat vlak ben ik een handige harry. Groene vingers heb ik dan weer helemaal niet.”

Afscheid in mineur

Van 1978 tot 2013 was de Gelenaar voortdurend op pad met de John Leo Showband. Tijdens de hoogdagen traden ze vooral in het buitenland op: Nederland, Duitsland, Oostenrijk… “Mijn orkest bestond uit een achttal muzikanten. Welke prijs we ook vroegen, er was nooit een probleem. Er konden zelfs overnachtingen af als we ver in het buitenland zaten.” Het einde van het orkest was een afscheid in mineur. “We wilden doorgaan, maar het ging niet meer omdat organisatoren het niet meer konden betalen. Alle evenementen ­hebben het lastig om het financiële plaatje rond te krijgen. Er zijn amper nog sponsors te vinden voor zoiets.”

© Joren De Weerdt

Als we willen vertrekken naar de volgende ­locatie, zien we even verderop een levensgrote kartonnen John Leo in de vitrine van muziek­winkel Tony’s Muziekhuis staan. “Binnenkort ga ik er signeren”, klinkt het.

We rijden richting Mol. Tussen Sas 6 en Sas 7 stoppen we langs het kanaal aan de Breykens­hoeve. John Leo is een levensgenieter die graag eet. Het ijs van de Breykenshoeve is een van zijn zoete zondes. “Ik ben er pas nog geweest. De meeste mensen komen er ijsjes eten, maar je kan er ook warme gerechten krijgen. Ik ben zelf verzot op rum-rozijnenijs.” Voor de foto houden we het iets soberder, met een vanillehoorntje en wat aardbeien. “Een ijsje is niet zo goed voor de stem, maar ik drink of rook niet. Ik leef bewust gezond.” Dat deed John Leo altijd al, maar na zware gezondheidsproblemen ging hij er nog meer op letten. “Er werden de voorbije jaren zeven stents geplaatst na hartproblemen. Ondertussen gaat het weer beter met me. Ik heb een goede hartspecialist, en de medicatie doet haar werk. Al was meedoen aan The Voice belastend voor mijn hart. Zeker toen ik de uitslag hoorde. Ik dacht dat mijn tikker het begaf.”

Dat hij deelnam aan The Voice heeft Leo te danken aan zanger Marc Dex. “Hij vond dat echt iets voor mij. Eerst wou ik niet omdat ik dacht dat mijn ­carrière voorbij was. Ik was gepensioneerd en zou afbouwen. Ik ben hem dankbaar dat hij me zover heeft gekregen. Hij heeft nog een etentje van mij te goed.” Aan de overwinning van The Voice was ook 10.000 euro verbonden. “Het geld ga ik in­vesteren in allerlei zaken die ik nodig heb om op te treden. Van een eigen microfoon tot podiumkleding. Maar ik ga er spaarzaam mee om.”

Zolder

Leo neemt ons mee naar het kloppende hart van zijn muziekimperium. Op zijn eigenste zolder, ­ergens in een rustige straat in Geel, is een indrukwekkende opnamestudio opgebouwd. De eerste verdieping staat tjokvol instrumenten, opnameapparatuur en computers. De muren zijn aangekleed om het geluid te dempen. “Ik zit hier bijna altijd. Mijn vriendin heeft er geen probleem mee. Ze weet dat dit mijn hobby is. Voor haar is mijn succes nieuw. Zij zat nooit in die wereld, en maakte ook mijn vroege successen in het buitenland niet mee.” Als een echte vakman bedient Leo de knopjes. “Ik ben technisch aangelegd, maar ik heb moeten vaststellen dat ik met de modernste technieken al niet meer overweg kan. Je moet constant bijleren.”

© Joren De Weerdt

In een glazen kast liggen de microfoons die Leo tijdens zijn carrière verzameld heeft. Onze aandacht gaat naar een gouden exemplaar in een plastic doosje waar ‘The Voice’ opstaat. De trofee uit het programma? “Niets is wat het lijkt. Die ­microfoon is een parfum, en kon je simpelweg bij Kruidvat kopen. Ik heb er zelf het logo van The Voice op­geplakt.” Aan de muur hangt een vintage oranje T-shirt met een afbeelding van Leo in zijn jonge jaren. “Ik heb nooit een fanclub gehad ­omdat ik jarenlang haast uitsluitend in het buitenland actief was. Die T-shirts waren de enige merchandising die ik had.”

Weer onderweg vertelt Leo over zijn jonge jaren. Op de Lichtaartseweg in Sint-Jozef-Olen wijst hij naar een oud gebouw. “Dat was de kleuterschool waar ik zat. En in de nabijgelegen kerk deed ik mijn eerste communie. Dat was eind jaren 50. Ik heb er gewoond tot aan mijn huwelijk. Na vijf jaar in Nijlen, verhuisde ik definitief naar Geel.”

“Mijn eerste optreden vond plaats op mijn veertiende. Het was op de Keizersfeesten in Onze­Lieve-Vrouw-Olen. We hadden niet gerepeteerd en gingen direct het ­podium op. Ik merkte toen al dat zingen en muziek maken me lagen. Het zit ook in de genen, want mijn grootvader was als dirigent actief bij drie harmonieën.” Helaas kon Leo er op jonge leeftijd niet de kost mee verdienen. “En instrumenten kopen was al helemaal onmogelijk in een arbeidersgezin. Ik had beter wat langer gestudeerd, maar geld verdienen vond men belangrijker. Daarom ging ik aan de slag bij DAF Trucks in Geel en Van Hool in ­Koningshooikt. Ik deed er onder meer bandwerk. Dat was zwaar. Zeker als ik in het weekend ­optrad, en weinig kon slapen.”

Kers op de taart

We trekken weer naar Geel. Leo neemt ons mee naar brasserie De Post op de Markt. “Hier kom ik geregeld met vrienden en familie over de vloer voor een etentje. Iedereen kent me er al.” De zaak zit goed vol, maar op straat is het behoorlijk ver­laten. “Geel was vroeger veel meer een bruisende stad”, zegt Leo. “Toen konden er nog auto’s par­keren in het centrum. Sinds ze de Markt verkeersvrij hebben gemaakt, hebben veel zaken het moeilijk gekregen of zijn zelfs failliet gegaan.” Tussen pot en pint, of in dit geval tussen cola en icetea, laten we Leo terugblikken op het Schlagerfestival waar hij in maart ­optrad. “Dat was grandioos, de kers op de taart”, zegt hij.

© Joren De Weerdt

“Vier dagen lang trad ik er op met De Clown van Ben Cramer, dat ik ook in The Voice zong. Dat gaf me echt een kick. Er zaten zo’n 18.000 mensen in de zaal. En allemaal meezingen, dat was onvoorstelbaar.” Nochtans was Leo al wat gewoon. “Ik heb vaak de muzikale begeleiding gedaan van grote artiesten als Lee Towers en Rob de Nijs. Of zelfs Freddy Breck en The Platters. De grootste ­artiesten waren het makkelijkst in de omgang. Zulke shows leefden vooral in Nederland en Duitsland, bij ons is dat veel minder. Ik heb ooit opgetreden in Steenwijk. Anouk stond buiten op te treden, en wij binnen in de tent. Het begon ­keihard te regenen, en haar publiek kroop bij ons binnen (lacht).”

Moet er geen nieuw leven in de John Leo Showband geblazen worden? “Ik zou niet meer weten hoe ik dat moet klaarspelen”, zegt hij. “Op pad gaan met die tourbus vergde vroeger een hele ­organisatie. Toen lukte dat allemaal, maar nu? Ik heb precies geen tijd meer. Ook het clangevoel is er niet meer. Vroeger speelde een muzikant bij één band, terwijl nu iedereen overal speelt. Het zijn ‘telefoonorkesten’ die anno 2019 de dienst uitmaken. Wie een gitarist of een trompettist ­nodig heeft, doet wat telefoontjes en iemand zal wel toehappen. Dat maakt het meer zakelijk. De kameraadschap is verdwenen.”

Spoed en Nonkel Jef

Als laatste stop neemt Leo ons mee naar garage Peeters in Herentals, verdeler van Jaguar en Land Rover. “Tijdens mijn leven zijn er periodes geweest dat het op muzikaal vlak iets moeilijker ging. Toen heb ik de muziek gecombineerd met een andere job. Zo heb ik voor Tamara King gewerkt, dat technische faciliteiten leverde aan tal van VTM-programma’s. In die periode was dat niet alleen Familie, maar ook Spoed, Nonkel Jef, Gilliams en De Bie... Ik was er geluidstechnicus en stond mee op de set, achter de camera’s of ik zat in de captatiewagen achter de knoppen.”

© Joren De Weerdt

Maar omdat de passie voor auto’s steeds opborrelde, ­begon Leo een nieuw avontuur. “Ik mocht bij ­Garage Peeters nieuwe auto’s klaarmaken om af te leveren bij de klanten. Of ik ontfermde me over de tweedehandsauto’s die verkocht moesten ­worden. Auto’s zijn mijn tweede passie. Maar de muziek was nooit ver weg. Ik bleef optreden, vaak in de weekends. Het is jaren geleden dat ik er werkte, maar ze kennen me er goed. Vorige maand heb ik er zelfs nog een optreden gegeven.”

We merken dat Leo in zijn element is als we in de toonzaal lopen. “Ik ben een autofreak. Mijn auto is negen jaar oud, maar straks ga ik hem weer ­oppoetsen en polieren. Ik hou van blingbling. Vroeger reed ik met een Jaguar, het neusje van de zalm. Ik had hem tweedehands kunnen kopen, maar hij was nog gloednieuw.”

De garage onderging door de jaren heen een ­metamorfose. “Maar onder meer de plaats waar de auto’s werden gepoetst, ziet er nog exact hetzelfde uit. Een grote zwaaiarm gaf me elektriciteit en water en er was ook een zuiginstallatie. Ik kon een auto oppoetsen in drie kwartier.”

We laten John achter in de garage, hij gaat nog uitgebreid ex-collega’s groeten. “Ik ben blij met de kansen die ik nu krijg, maar dit succes had me dertig jaar geleden moeten overkomen. Dan had ik er veel langer van kunnen genieten.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER