De StandaardOpinie

En plots kan je met een oldtimer weer gratis de lage-emissiezone in: het is stuitend

Oldtimers op de Antwerpse Godefriduskaai.© Wim Hendrix

Een nieuwe maatregel voor oldtimers in lage-emissiezones (LEZ) zet de deur wagenwijd (haha!) open voor misbruik.

Tom HeremansEindredacteur

Ik ben de niet bijster trotse bezitter van een oldtimer. Het is een ridicule hobby, ik ben me daarvan bewust. Niet alleen verbruiken oldtimers veel fossiele brandstof, je moet aan die brandstof nog eens giftige loodvervanger toevoegen om de wagen aan de praat te houden. Maar ze zijn zoveel mooier en ze rijden zoveel leuker dan moderne auto’s, ze klinken beter en ze stinken zo lekker. Ik troost me met deze gedachten: ik rijd er maar een duizendtal kilometer per jaar mee, ik woon klein in de stad en doe daar al mijn verplaatsingen te voet, ik rijd met het openbaar vervoer naar het werk, ik vlieg zelden, ik eet geen vlees en ik was mijn haar maar twee keer per week met shampoo.

Toch wringt het. Vroeger was je bewegingsvrijheid met een oldtimer beperkt. Je mocht alleen van zonsopgang tot zonsondergang rijden in een straal van 25 kilometer rond je woonplaats, tenzij je kon bewijzen dat je naar een oldtimer-evenement reed. Niemand hield zich aan die regels, maar ze waren er wel. Tegelijk werd je financieel ontzien: je betaalde nauwelijks of geen verkeersbelasting en weinig verzekering.

In 2013 werden die regels overboord gegooid. Je mocht ineens overal en altijd met je oldtimer rijden, behalve voor woon-werkverkeer en commercieel gebruik. Tegen dezelfde financiële voorwaarden. Heerlijke tijden voor oldtimerliefhebbers. En voor fraudeurs, want ineens zag je overal stinkende oude diesel-Mercedessen met oldtimer-nummerplaten rijden. Liefhebberij? Bijlange niet: misbruik. De leeftijdsgrens voor oldtimers werd dan maar opgetrokken van 25 naar 30 jaar, maar dat hielp niet.

Gelukkig kwamen er de lage-emissiezones in Gent en Antwerpen, die tenminste verhinderden dat oldtimers de kernen van die schone steden konden bezoedelen. Knap vervelend voor een oldtimerbezitter die, zoals ik, in een LEZ woont. Ik kan het ding niet tot voor mijn woonst rijden, ik moet een garage buiten het centrum huren, maar alle begrip: dit zijn first world-problemen en zo, de planeet moet gered. Wie met zijn oldtimerclub verzamelen wil blazen op de Gentse Vrijdagmarkt of de Antwerpse Grote Markt, kan twaalf keer per jaar een dagvergunning aanvragen om in de LEZ te rijden. Kostprijs: 35 euro per auto per dag. Iedereen tevreden. Zou je denken. Maar neen.

Veel gelobby later heeft Vlaams minister van Omgeving en Wat Nog Allemaal Zuhal Demir (N-VA) beslist dat er een uitzonderingsregel komt voor oldtimers in de LEZ-zones van Gent en Antwerpen. De stadsbesturen kunnen binnenkort aan elke oldtimerbezitter een gratis uitzonderingsmaatregel toekennen, zodat die ongehinderd door de LEZ kan tuffen. Sta me toe dat stuitend te vinden. Om te beginnen dient een oldtimer niet om door de stad mee te banjeren, maar om de lucht op het platteland te vervuilen. De maatregel zet weer de deur open voor massale fraude. Iedereen die binnen de Antwerpse of Gentse LEZ woont en er met zijn wat oudere, vervuilende auto niet meer in mag, koopt nu gewoon een nog oudere en nog meer vervuilende auto en schrijft hem in als oldtimer.

Begin maar al fijnstof op te hoesten.

In Vlam! reageert een redacteur op een nieuwsfeit dat hem niet onverschillig laat.