Direct naar artikelinhoud
InterviewCamille Tommelein

‘Een van mijn beste vrienden is trans, hij zei onlangs: ‘Binnenkort ben ik niet meer welkom in mijn eigen land’’

Bart en Camille Tommelein: ‘Ik was in shock toen mijn ouders vertelden dat papa niet mijn echte vader is.’Beeld Joris Casaer

Tommelein in naam, maar niet in genen. ‘Maar met hetzelfde karakter, en dezelfde humor.’ En evenveel goesting in politiek als haar vader Bart. Maak kennis met Camille Tommelein, een jong ‘TommelZwijntje’.

Best spannend, vindt Camille Tommelein. Zij is een van die minderjarigen – ze wordt pas volgend jaar 18 – die straks naar de stembus moeten voor de Europese verkiezingen.

“We krijgen les over politiek op school”, vertelt ze op de werkplek van haar vader, het stadhuis van Oostende. “Politicoloog Hendrik Vos is zelfs een lezing komen geven. Heel interessant, maar het blijft complex.”

Ga je stemmen? Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open Vld) heeft laten verstaan dat minderjarigen die dat niet doen geen boete of straf zullen krijgen.

Camille Tommelein: “Zeker! Ik ga wel nog een keer uitleg vragen aan mijn ouders, zodat ik alle opties goed ken.

“Ik vind politiek héél boeiend. Ik zit nu in het zesde middelbaar, en binnen twee jaar wil ik politieke wetenschappen gaan studeren. Eerst ga ik nog een jaar op uitwisseling via de Rotary Youth Exchange. Het is de bedoeling dat ik het zesde middelbaar nog eens overdoe, maar dan in een ander land. Normaal gezien vertrek ik midden augustus. Ik kijk er enorm naar uit!”

Naar waar ga je?

“Naar Twin Falls in Idaho, in het noordwesten van de Verenigde Staten, vlak bij de Rocky Mountains. Als je je opgeeft, moet je eerst in een gesprek motiveren waarom je wilt gaan. Om er zeker van te zijn dat je niet gewoon op een gratis reisje uit bent. Daarna geef je je voorkeuren op en zoeken zij een match. Ik had als eerste keuze de VS aangegeven, dus ik ben heel blij!

‘Elke leerkracht vraagt of ik ‘de dochter van’ ben. Niet fijn. Ik ben een persoon op zich. Ik wil ook een jaar in het buitenland studeren om eens niet ‘de dochter van’ te zijn.’Beeld Joris Casaer

“Mijn andere keuzes waren Canada, Argentinië, Australië en Engeland. Op Engeland na is dat allemaal niet bij de deur, bewust: ik wil andere culturen leren kennen. Dat is ook waarom ik via Rotary wilde gaan: zij werken met meerdere gastgezinnen per jaar, om de drie, vier maanden ga je naar een nieuwe plek. Zo leer je echt hoe het leven van de mensen daar is.”

Is dat de voornaamste reden waarom je op uitwisseling wilt gaan, om andere culturen te leren kennen?

“Ook, maar vooral omdat ik ervan wil leren. Ik heb een jaar overgeslagen in de kleuterschool en ik voel dat ik nog niet klaar ben voor de universiteit. Ik wil mezelf beter leren kennen, ontdekken waar mijn interesses liggen, zelfstandiger worden. Van mensen die al op uitwisseling zijn geweest, hoor ik zulke geweldige verhalen, ook over hoe ze als mens zijn gegroeid. Misschien ontdek ik er wel een nieuwe interesse en wijk ik helemaal af van mijn voornemen om politieke wetenschappen te studeren. Alles is mogelijk. Ik laat het gewoon op me afkomen.”

Een jaar zo ver van huis: je springt wel meteen in het diepe.

“Ja, maar mijn zussen en een vriendin die ook een jaar in het buitenland heeft gezeten, zeggen dat het echt meevalt. Bij het vertrek vraag je je een paar keer af waar je in godsnaam aan begonnen bent, maar als je eenmaal daar bent, gaat het vlot. Volgens hen is vooral het terugkeren moeilijk. Als je hier vertrekt, weet je dat het sowieso tijdelijk is. Vertrekken uit je gastland voelt veel definitiever. Je weet niet of je dat land en je gastgezinnen ooit nog terug zult zien.”

Dit bericht op Instagram bekijken

Een foto die is geplaatst door Bart Tommelein Oostende (@barttommelein) op

Welke richting doe je nu op school?

“Humane wetenschappen, met retoriek en statistiek als keuzevakken. Statistiek, ik weet het (lacht). Voor de meesten is dat een noodzakelijk kwaad. Maar dat is eigenlijk net waarom ik het gekozen heb: je hebt het nodig in zowat elke richting aan de universiteit en voor velen is het een buisvak, dus leek het me wel goed om al wat voorsprong te nemen. In retoriek gaat het vooral over film en beeld. Ook interessant, maar geen richting waarin ik verder zou willen gaan.”

Ben je een goeie student?

“Redelijk, denk ik. Ik studeer best veel, maar ik weet dat ik meer zou kunnen doen. Maar ja, die gsm. Ik leg hem meestal beneden of uit mijn buurt wanneer ik studeer, maar dan nog. De beste uitvinding was dat toch niet, hè. Smartphones hebben veel te veel invloed op mijn generatie – op restaurant zie je vaak zelfs heel jonge kindjes al op hun tablet kijken. Het is erg om te zeggen, maar we kunnen ons gewoon niet meer zo lang concentreren.”

Hoe verslingerd ben jij aan die smartphone?

“Ik zit vaak op TikTok, supertof, maar ik zou gerust zonder smartphone kunnen. Als mama vertelt over hoe zij vroeger met haar vriendinnen afsprak, ben ik een tikje jaloers: ‘Om dát uur dáár!’ Wij hoeven niet meer naar buiten om elkaar te zien. Ik vind dat jammer.

‘Geregeld staat er mensen aan de deur: ‘Is de burgemeester thuis?’’ (Foto: het gezin Tommelein tijdens Filmfestival Oostende.)Beeld Alamy Stock Photo

“Ik heb voor mezelf een limiet op TikTok gezet. Daar bestaat een app voor: na een uur wordt mijn scherm automatisch zwart. Ik kan dan nog wel verder kijken, maar ik moet eerst een code invoeren. Meestal volstaat dat om te beseffen dat het tijd wordt voor iets anders.

“Nu ja, ik wil ook niet te negatief klinken: een smartphone hééft voordelen. Het zijn vooral de socialemedia-apps waarin je jezelf heel snel verliest.”

THUIS BIJ TRUMP

Je moeder, Sarah Schotte, is ook actief in de politiek: ze is campagneleidster en de rechterhand van je vader.

“Politiek is heel aanwezig aan onze keukentafel. Ik leer veel uit hun gesprekken. Op school hebben we een vak media, waarin we thema’s uit de actualiteit volgen, zoals het stikstofbeleid. En nu, in de aanloop naar de verkiezingen, overlopen we de verschillende partijprogramma’s. Heel interessant, maar dat vak gaat verdwijnen: het is een initiatief van onze leraar, en in het nieuwe leerplan is er geen ruimte meer voor. Ik ben dus blij dat ik van mijn ouders kan leren.”

Worden jonge mensen te weinig voorbereid op de verkiezingen?

“Ik mag daar niet over klagen, maar ik merk vaak dat vrienden uit andere scholen helemaal niet op de hoogte zijn. Meestal volgen ze gewoon het pad van hun ouders, wat eigenlijk jammer is, want het is belangrijk om je een eigen mening te vormen. Maar daarvoor moet je dus ook wel de juiste en objectieve informatie krijgen.”

Tom Waes presenteert binnenkort op VRT 1 een programma dat speciaal gericht is op de meer dan 500.000 Vlaamse en Brusselse jongeren die voor het eerst kunnen gaan stemmen.

“Wist ik niet, maar dat is heel goed. Tom Waes lijkt me daar ook de geknipte persoon voor: hij kan ingewikkelde materie op een leuke manier uitleggen. Kamp Waes vond ik ook heel tof. Ik ga zeker kijken.”

Wat boeit jou zo aan de politiek?

“Weet ik eigenlijk niet. Dat ik daarin opgegroeid ben, zal er wel iets mee te maken hebben.

“Ik vind vooral de Europese politiek interessant. Daar zou ik graag ooit in terechtkomen: ik droom er nu al van om een master in de diplomatie te behalen. Lokale politiek lijkt me ook boeiend, maar het zou mij minder liggen. Als je de peilingen mag geloven, wordt het na de verkiezingen ook een beetje eng. Een van mijn beste vrienden, Elio Dumont, is trans, en hij zei onlangs nog: ‘Binnenkort ben ik niet meer welkom in mijn eigen land.’ Hij bedoelde het als grap, maar als je erover nadenkt, is het shockerend. Ik heb al een stukje gelezen van het – vooralsnog titelloze – boek over zijn leven dat hij binnenkort uitbrengt. Ik zou het iedereen aanraden, zeker ook mensen met rechtse ideeën.”

Is dat de reden waarom je zelf in de politiek zou willen gaan, om het rechtse geweld tegen te houden?

“Ja, vooral dat. Ik vrees echt voor de rechten van bepaalde bevolkingsgroepen, van mensen als Elio bijvoorbeeld. Racisme is ook heel aanwezig. Ik ken een jongen van 13 die een valse Vlaamse identiteitskaart heeft gekocht van Vlaams Belang. Om te lachen, met zijn vrienden. Maar eigenlijk is daar niets grappigs aan.

‘Een meisje beet me giftig toe: jij met je fake papa. Dat was niet fijn. Het is niet iets dat je tegen me moet gebruiken.’Beeld Joris Casaer

“Ik schrik er vaak van hoe mensen zich laten meeslepen. Dat is mee de schuld van TikTok: extreme partijen zoals Vlaams Belang en de PVDA zetten daar superveel filmpjes op en passen daarbij hun taalgebruik aan om jongeren te bereiken. Het lijkt allemaal luchtig en humoristisch, maar intussen planten ze wel hun ideeën. Dat is echt niet oké. Ik zou me daar graag voor engageren, om dat een beetje tegen te houden.

“Ik heb mijn traject min of meer voor ogen. Eerst wil ik dus politieke wetenschappen doen, daarna Europese en internationale politiek en daarna een master in internationale betrekkingen en diplomatie. Al vrees ik dat ik om mijn diploma te behalen
wel nog iets aan mijn Frans moet doen.”

In november kiest Amerika een nieuwe president. Dat ga jij van dichtbij kunnen meemaken.

“Dat vind ik supercool. Dat is ook weer behoorlijk ingewikkeld – ik heb er op school al extra uitleg over gevraagd. Het houdt me wel bezig: stel dat Donald Trump opnieuw verkozen wordt, wat zijn dan de gevolgen voor Europa? Hetzelfde met de oorlogen in Israël en Oekraïne. Op sociale media zie je daar superveel over verschijnen. Ik volg het allemaal zo goed mogelijk.”

STOMMELEIN

Je moeder vertelde me dat je ook naar het buitenland wilt om een jaar lang niet ‘de dochter van’ te zijn.

“Ik merk dat heel hard. Neem nu op school: elke nieuwe leerkracht vraagt of ik ‘de dochter van’ ben. Niet fijn. Ik ben een persoon op zich.

“Vroeger, toen papa nog minister was, gebeurde het ook al. Er waren jongens die mij steeds duwden of probeerden te tackelen. Een van hen maakte dagelijks opmerkingen over mijn papa en heeft zelfs eens mijn hiel opengetrapt. Ik heb daar een litteken aan overgehouden. Die trap kon toeval zijn, maar dat betwijfel ik. Ik weet nog dat ik een keer een debatprijs had gewonnen. Meteen schreef iemand op sociale media: dat is puur omdat ze de dochter van een minister is.

“Voor mezelf kan ik daar nog wel mee om – geleerd met de jaren – maar onlangs kwam mijn kleine broer verdrietig thuis omdat iemand hem ‘Stommelein’ had genoemd. Dat raakt me veel meer, omdat ik zag dat hij erdoor van slag was. Ik begrijp het ook niet. Papa was Vlaams minister, nu is hij burgemeester van Oostende. Als je dat op wereldschaal bekijkt, is dat zo superklein. En toch beoordelen mensen je daarop? Ik heb me al vaak afgevraagd hoe het moet zijn voor kinderen van bekende popsterren.”

Je halfzus Justien zei ooit in dat ze op café heel vaak aangesproken wordt: ‘Zeg ne keer tegen uw pa dat hij dit-of-dat.’

“Heel herkenbaar. Onlangs voerde Oostende een nieuwe zone 30 in. Hoeveel mensen me toen hebben aangesproken: ‘Zeg maar tegen uw pa dat hij dat rap weer afschaft!’ Of toen het vuurwerk niet kon doorgaan door het slechte weer. Alsof hij er in zijn eentje voor zou kunnen zorgen dat zoiets wordt teruggedraaid.

“Wat ook geregeld gebeurt, is dat er mensen aan de deur staan: ‘Is de burgemeester thuis?’ Als we door Oostende wandelen of eens uit eten gaan, wordt hij voortdurend aangesproken. Zelf vindt hij dat niet erg – hij maakt voor iedereen tijd – maar ik denk soms: is dit echt nodig? We zijn hier met ons tweeën, of met ons gezin, laat ons nu even.”

Had je liever gehad dat hij een ander beroep uitoefende?

“Nee, dat niet. Ik ben supertrots op hem. Oostende doet het goed. Iedereen die papa kent, weet hoe hard hij werkt, hoeveel hij voor zijn stad doet. Ook de manier waarop hij het aanpakt, vind ik supercool. Zo gaat hij geregeld live op Facebook. Iedereen mag daar vragen stellen over de stad, of suggesties geven. Mijn vrienden kijken er allemaal naar.

‘Een van mijn beste vrienden is trans, en hij zei onlangs: ‘Binnenkort ben ik niet meer welkom in mijn eigen land.’’Beeld Joris Casaer

“Dat er soms toch vervelende reacties komen, daar kan hij zelf niets aan doen. De media tonen vaak enkel de negatieve kanten, waardoor mensen geneigd zijn om kritiek te leveren. Jammer, maar het hoort erbij, vrees ik. Mama zegt: ‘Als je straat A heraanlegt, is straat B niet gedaan.’ Je kunt niet voor iedereen tegelijk goed doen.”

Hij heeft al een aantal keer bedreigingen ontvangen. In 2021 zat er zelfs een dreigbrief bij jullie thuis in de bus. ‘Ik kan best om met kritiek, maar laat mijn familie erbuiten’, zei hij toen boos.

“Ik weet dat hij jaren geleden op zijn kabinet ooit zo'n poederbrief heeft gekregen. Van die brief thuis weet ik niets. Mijn ouders schermen ons daarvoor af. Ik denk dat het vooral mijn broer bang zou maken.”

BIOLOGISCHE PAPA

Lijk je op je vader?

“Mama zegt van wel. We hebben hetzelfde karakter, en dezelfde humor.”

Je moeder zei over hem in Humo: ‘Hij mag van mij met zijn fietsclub de Ventoux niet meer op. Te gevaarlijk met zijn karakter: hij zou blijven trappen.’

“O ja, dat is papa ten voeten uit. Als hij op zondagochtend vrij heeft, gaat hij fietsen. Vooraf stippelt hij een route van 40 kilometer uit, als hij thuiskomt heeft hij er 60 gedaan. ‘Ik word oud, dus ik moet extra trainen’, zegt hij dan. Hij is een enorme doorzetter. Ik hoop dat ik dat van hem heb. Daar zou ik trots op zijn.”

Voor dit gesprek toonde hij me de enorme foto boven zijn bureau van zijn vijf kinderen. Hij overliep jullie allemaal en vertelde dat jij een bent van naam, maar niet van genen.

“Papa heeft drie dochters uit zijn eerste huwelijk, Liesbeth, Astrid en Justien. Zij zijn 36, 34 en 28, maar ondanks het leeftijdsverschil zijn we close. Met Justien ben ik twee keer naar Harry Styles gaan kijken, met Liesbeth en Astrid ga ik geregeld shoppen. Later leerde hij mijn mama kennen en kwam mijn broertje Arthur, die nu 11 is. Ik kom daartussen.

“Mama was zwanger toen zij en papa elkaar leerden kennen. Papa heeft mij meteen aanvaard én erkend. Hij heeft me zijn naam gegeven.”

Bart Tommelein en zijn vrouw Sarah Schotte.Beeld Koen Bauters/Humo

Waarom heeft je biologische vader je niet erkend?

“Het is ingewikkeld. Ik ken het verhaal zelf maar half. Op zich doet het er ook niet toe: ik heb mijn papa. Hij en mama zijn getrouwd toen ik twee was, ik heb nooit anders geweten dan dat hij er is.”

Heb je contact met je biologische vader?

“Ik weet wie hij is. Als we elkaar zien, praten we kort, vragen we elkaar hoe het gaat. Maar meer contact hebben we niet. Ik heb daar ook geen behoefte aan. Ik heb mijn eigen papa.

“Mijn ouders hebben het mij verteld toen ik 8 jaar was. Dat was even een shock. Ik weet nog dat ik me afvroeg: wat nu? Maar uiteindelijk heeft het niets veranderd. Papa en ik hebben een heel goeie band. Als ik ’s middags vrij ben, stuur ik hem of hij tijd heeft, en dan gaan we samen iets eten. Of we gaan shoppen, ook al houdt hij daar echt niet van (lacht). Hij is gewoon mijn papa, zo heeft het altijd al gevoeld.

“Eén keer heeft het me gestoken. Ik was met een vriend in de stad. Een meisje viel hem lastig en ik zei dat het genoeg was. Waarop zij me giftig toebeet: jij met je fake papa. Dat was niet fijn. Dat is niet iets dat je tegen me moet gebruiken. Verder ben ik er helemaal oké mee. Ik ben dankbaar dat papa dit heeft gedaan, en heel trots om een te zijn.”

Je vader is intussen ook opa.

“Ja, en daar is hij zo trots op! Vroeger kwamen mijn zussen elke zondagavond bij ons eten. Sinds de komst van de kindjes lukt dat niet meer, maar we komen nog steeds geregeld allemaal samen. Papa geniet daar enorm van. Wij allemaal eigenlijk.”

Je halfzus Astrid verloor haar kindje tijdens de zwangerschap. Je vader getuigde in De tafel van vier, tegenwoordig De tafel van Gert, over zijn verdriet en legde daarmee ook een wonde bloot: ‘Oma’s en opa’s zijn een vergeten groep, terwijl ze dubbel verdriet kennen: ze zien hun kind lijden én ze missen hun kleinkind.’

“Hij heeft daar echt van afgezien. Hij doet zich sterk voor, maar hij heeft een klein hartje. Ik vond het mooi dat hij dat op tv durfde te tonen.

“Als mensen hem naar zijn kleinkinderen vragen, zegt hij altijd dat hij er zeven heeft, ‘van wie er zes rondlopen’. Als ze de namen vragen, zegt hij: ‘Elena, Hervé, sterrenkindje Jeanne, Ida, de tweeling Joseph en Médard, en Bob.’ Hij betrekt Jeanne er altijd bij. Ik vind dat heel mooi.”

Bart Tommelein met kleinzoon Bob.Beeld rv

VOOR DE CAMERA

Ben je streng opgevoed?

“Door papa zeker niet. Mijn zussen maken zich daar soms gespeeld kwaad over: waarom mag Camille alles wat wij niet mochten? Dat is het voorrecht van de jongste: zij kwamen vóór mij, dus zij hebben de onderhandelingen over uitgaan en dergelijke al gevoerd. Als ik ergens niet naartoe mag, helpen ze me: ‘Komaan, laat haar toch gaan!’ Het enige wat ik van hem écht níét mag, is na het uitgaan alleen naar huis komen.”

Op de boot van Gert Verhulst zei hij tegen James Cooke dat hij zelf als kind een pain in the ass was.

“Hij vertelt soms verhalen over vroeger waarvan ik denk: amai, moest ík dat nu doen! Ik denk dus dat het waar is (lacht).

“Ik ben veel braver. Nu ja, ik weet ook dat ik veel mag zolang ik me aan de regels houd. Ik heb dus weinig redenen om ze níét te volgen.”

Waarmee zou je ze kwaad kunnen maken?

“Mama waakt streng over mijn schoolresultaten. Als ik gestudeerd heb en ik haal slechte punten, zal ze er niets op zeggen. Maar o wee als ik slechte punten heb door niet te studeren. En verder? Als ik niet laat weten waar ik ben. Of mijn kamer niet opruim. De typische dingen.”

En als je zou thuiskomen met een glas te veel op?

“Papa zou erom moeten lachen, denk ik. Mama zou eerst boos zijn, dan zou ze wellicht ook moeten lachen. En ze zou bezorgd zijn. Ze is heel bezorgd over alles wat ik doe. Ook over die uitwisseling. Ze steunt me volledig, maar voor zichzelf vindt ze het niet zo tof. We gaan elkaar lang niet zien, hè.”

Komen je ouders niet op bezoek?

“In principe mag dat niet. Nu ja, papa is mijn zussen ook gaan bezoeken, hem hou je niet tegen (lacht). De tijden zijn natuurlijk wel veranderd: nu kunnen we berichten sturen en facetimen. Het is veel makkelijker geworden om contact te houden.”

Via jullie whatsappgroep ‘de TommelZwijntjes’.

(lacht) “Inderdaad! Heel veel mensen noemden ons zo op sociale media. Dus hebben wij daar maar onze groepsnaam van gemaakt.”

VOOR DE CAMERA
Beeld Joris Casaer

Je bent nu een jaar samen met je vriend Mattis. Hoe vindt hij het dat je straks een jaar weg bent?

“In het begin had hij het er moeilijk mee, wat ik helemaal begreep. Nu steunt hij me. Hij begrijpt dat het belangrijk voor mij is, en hij gaat sowieso op bezoek komen, zodat we elkaar niet te lang moeten missen. We hebben ook afgesproken dat we, wat er ook gebeurt, vrienden blijven. Dat vind ik heel belangrijk.”

Was hij onder de indruk toen zijn schoonvader de burgemeester bleek te zijn?

“Nee (lacht). We waren al langer goeie vrienden, we leerden elkaar ooit kennen via gemeenschappelijke vrienden, dus hij kende papa al. Voor hem is hij gewoon ‘de papa van Camille’.

“Papa is heel beschermend naar zijn dochters toe. Hij pepert ons altijd in dat we ons nooit slecht mogen laten behandelen. Maar met Mattis klikt het. Hij had onlangs Afrikaanse attributen nodig voor zijn 100 dagen-feest. Toen heeft papa meteen geregeld dat hij spullen kreeg uit het Gambiaanse Banjul, een zusterstad van Oostende.”

Hoe belangrijk is Oostende voor jou?

“Na mijn uitwisseling ga ik in Brussel studeren – geweldige stad, met veel cultuur – maar ik weet nu al dat ik Oostende héél hard ga missen. Onze stad is zo rijk: we hebben de bioscoop, het basket, de renbaan, de winkelstraat… Alles!”

De zee?

“O ja, de zee! Héérlijk! Ik ben opgegroeid op het strand. Toen ik jong was, hadden we een strandcabine, waar ik zowat de hele zomer doorbracht. Papa nam ons mee, we maakten bloemen en verkochten die voor schelpjes. Nu spreek ik af met vrienden en eten we ’s avonds pizza op het strand.”

Je hebt ook op hoog niveau gezwommen, toch?

“Bij de Belgische ploeg – de amateurs. In de zomer van 2022 ben ik naar de World Games in Finland geweest, vorig jaar naar Italië. Daarna ben ik gestopt. De fut was eruit. Ik zwom al sinds mijn twaalfde, trainde meerdere uren per week, deed alle disciplines: lange afstanden, korte afstanden, verschillende slagen… Op den duur stak dat tegen. Mama vindt het jammer dat ik gestopt ben, maar mijn broer zwemt nu ook, dus we gaan nog geregeld kijken. En zelf zwem ik nog als ik tijd heb. Het is dus niet helemaal afgesloten.”

Je was ook ooit reporter van dienst bij Karrewiet.

“O nee, die beelden blijven me achtervolgen (lacht). Ze kwamen op school opnemen, en we mochten vooraf aangeven of we aan het woord wilden komen. Mij leek dat wel tof, alleen was het die dag superkoud en was ik om de een of andere reden veel te licht gekleed. Waardoor ik dus totaal verkleumd en al hakkelend voor de camera stond (lacht).”

Wel goed dat je het durfde!

“Ik vind het niet zo erg om te praten voor een groep. Als ik ooit in de politiek wil gaan, zal ik nog vaker interviews moeten geven. Spontaan lachen voor een camera vind ik véél moeilijker. Daar zal ik nog hard op moeten oefenen.”

Oei, dan hebben we je daarnet geen plezier gedaan met die fotoshoot op de Mercator.

“Dat viel nog mee (lacht). Omdat het samen met papa was: hij is dat gewend. En nu gaan we mooie foto’s hebben van ons twee.”

Je vader hecht veel belang aan zijn familie, hè?

“Héél veel. Altijd al. Als een van ons een dansje op een schoolfeest deed, zat hij met tranen in de ogen toe te kijken. Hij heeft weinig tijd, maar hij is er altijd voor al zijn kinderen geweest. En als hij er is, is hij er ook echt. Dan voel je dat hij intussen niet met zijn gedachten bij het werk zit. Enkel bij dat shoppen verdenk ik hem ervan om op alles wat ik toon ‘mooi’ te zeggen om er sneller van af te zijn (lacht).”

© Humo