Gentse studente - met beperking - krijgt tirade over zich heen omdat ze in stoeltje zit voor mensen met beperking

© rr

De hele tram mocht meeluisteren hoe de Gentse studente Josefien uitgescholden en op haar plaats gezet werd door een oudere dame met een beperking. De reden? Josefien had plaatsgenomen in het stoeltje voor mensen met een beperking. Zelfs toen Josefien de vrouw er vriendelijk op wees dat zij ook een beperking heeft, stopte de tirade niet: “Je hebt geen respect voor ouderen.” Josefien nam uiteindelijk plaats in een van de vele andere lege stoeltjes, maar stapte volledig van haar melk af aan de volgende halte.

nkdr

“Ik verdien het niet om over mijn toeren, al wenend, de tramhalte ernaast af te stappen. Uit pure schaamte. De hele tram heeft me veroordeeld. Ik ben lui, arrogant, en bovenal iemand die plekken afneemt van een gehandicapte… De tram werd akelig stil tijdens het debacle en ik voelde de ogen van mijn medereizigers branden op mijn vel”, zo schrijft Josefien in een beklijvende open brief op Facebook.

“Daartegen staat het feit dat de tram halfleeg was, en ik toevallig op de verkeerde plaats op het verkeerde moment zat. Of moet ik zeggen op de juiste plaats? Want de stoel in kwestie is eigenlijk een plaatsje die er is voor lotgenoten zoals zij en ik. Ik beschouw het niet als ‘mijn’ plaats. Volgens die mevrouw was het wel duidelijk ‘haar’ plaats.”

(lees hieronder verder)

“Mijn leven zit vol met verdoken discriminatie. Vaak word ik onnodig en onterecht aan de schandpaal genageld. Ik krijg vaak vuile blikken op trammen en treinen wanneer ik net iets sneller ga zitten dan andere mensen. Maar ik heb daar een goeie reden voor. Ik heb het geluk om vandaag zonder krukken of wandelstok door het leven te kunnen. Alleen heb ik de pech dat je fysieke pijn niet altijd ziet.”

Lees hier de volledige open brief van Josefien.

Helaas is dit niet de eerste keer dat ik op de tram verweten wordt een ‘profiteur’ te zijn. Vaak is dat enkel via een blik of een gefronste wenkbrauw. Dagelijks word ik geconfronteerd met dwarse blikken als ik niet meteen, zoals iedereen, op een drukke tram hoffelijk wil rechtstaan. Op een tram zit ik graag neer.

Dat doe ik wel vaker, neerzitten op de tram. En dat heeft ook een praktische reden. Als ik, met mijn handicap of beperking, moet rechtstaan in de tram, dan doet dat heel veel pijn. Het is voor mij nog altijd één van de moeilijkste dingen om te doen. Beeld je een bak met glas in, waar je dan met je blote voeten in staat. Dat is zowat hoe het voor mij voelt om de tram rechtstaand te moeten nemen. Als ik de tram neem, dan zit ik graag dus neer.

Ik let niet vaak op welke stoel ik ga zitten in de tram, er zijn vaak meerdere plaatsen vrij op de tram. Vandaag had ik de ‘pech’ om toevallig op een plekje in de tram te zitten die voorzien is voor ouderen, zwangere vrouwen of… mensen met een beperking. Met de vorige uitleg, weet je dus, dat ook ik daar gebruik van mag maken. Ik en zowat iedereen die wil neerzitten, maar gewoon wat ‘extra meer’ voor mensen die het lastig hebben om recht te staan.

Een mevrouw stapt de tram op, en ik had dat niet gemerkt. Vaak controleer ik mijn mails of lees ik een artikel via mijn gsm. Ik heb het vaak druk, dat is nu eenmaal zo. Meestal doe ik dat ook terwijl ik naar muziek luister. Ik zie dus niet altijd wat er rondom mij gebeurt. Plots viel het me op dat er die mevrouw tegenover me op de tram stond. Kwaad roept ze naar mij dat ik moet recht staan. Ik neem mijn koptelefoon af en wijs haar er op dat zowel de plaats naast me, achter me, voor me… en zowat de helft van de tram nog vrije plaatsen heeft. Ik vergat waar ik me had neergeplaatst en zei haar dat ze zeker naast me mocht zitten.

Een grote fout lijkt achteraf… De mevrouw in kwestie, ook slecht te been, werd razend. Met forse en luide stem werd er me duidelijk gemaakt dat ik niet deugde. ‘Wie denk je wel dat je bent! Ik ben ZWAAR gehandicapt’. Met mijn -zoals mijn vader altijd zegt- franke teut, geef ik haar een antwoord: ‘Ik heb ook een handicap. Er is nog meer dan genoeg plaats’. Ik weet dat ik niet lieg en ik bleef vriendelijk en kalm. De vrouw begon met roepen: ‘Maar ik wandel met een stok en jij niet’. Ik antwoord wat me altijd al geleerd is: ‘Je ziet niet altijd meteen aan mensen dat er iets scheelt.’ En ik geef haar netjes mijn plaats op de tram. Ik ga gewoon de stoel ernaast zitten. Want die was ook vrij.

De vrouw slaat volledig door. De les wordt mij zorgvuldig gespeld en ik krijg meermaals te horen ‘dat ik niet met de vinger moet staan wijzen’, ‘dat ik een afschuwelijk slecht mens ben’, ‘ik heb geen respect voor ouderen’… kortom, het kan niet anders dat ik misbruik maak van mijn klein, lichamelijk foutje en mij maar louter voordoe als iemand met een beperking.

Losstaand van het feit dat ik haar met weinig moeite in aantal operaties, versleten orthopedische schoenen, looprekken, rolwagens, krukken en looprekken, los overtref, besef ik dat dit argument de vrouw niet zal helpen. Ik wil er haar ook niet op wijzen dat in een halflege tram dat ene bezette plekje willen hebben, misschien ook wat ruzie zoeken is. Ik bedenk me meteen hoe verschrikkelijk haar omgeving moet zijn om zo kwaad je op lotgenoten -want ja, dat zijn we- af te reageren. Met een schrille, bange stem raap ik mijn laatste moed samen en zeg ik haar: ‘Het is niet aan jou om duidelijk te maken wie daar hoort te zitten, er is meer dan genoeg plaats’. De tirade met kwetsende woorden gaat gewoon verder. Uit pure wanhoop doe ik dan wat elk ‘stukje crapul’ dan doet… Ik zet mijn koptelefoon terug op en ik hoop dat haar tirade vanzelf overgaat.

Ik verdien het niet om over mijn toeren, al wenend, de tramhalte ernaast af te stappen. Uit pure schaamte. De hele tram heeft me veroordeeld. Ik ben lui, arrogant, en bovenal iemand die plekken afneemt van een gehandicapte… De tram werd akelig stil tijdens het debacle en ik voelde de ogen van mijn medereizigers branden op mijn vel.

Daartegen staat het feit dat de tram halfleeg was, en ik toevallig op de verkeerde plaats op het verkeerde moment zat. Of moet ik zeggen op de juiste plaats? Want de stoel in kwestie is eigenlijk een plaatsje die er is voor lotgenoten zoals zij en ik. Ik beschouw het niet als ‘mijn’ plaats. Volgens die mevrouw was het wel duidelijk ‘haar’ plaats.

Mijn leven zit vol met verdoken discriminatie. Vaak word ik onnodig en onterecht aan de schandpaal genageld. Ik krijg vaak vuile blikken op trammen en treinen wanneer ik net iets sneller ga zitten dan andere mensen. Maar ik heb daar een goeie reden voor. Ik heb het geluk om vandaag zonder krukken of wandelstok door het leven te kunnen. Alleen heb ik de pech dat je fysieke pijn niet altijd ziet.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen