De wijnboeren over de hele wereld produceerden in totaal 237 miljoen hectoliter. Dat is de laagste oogst sinds 1961. De oogst werd vooral hard getroffen in Italië (daling van 23 procent tot 38 miljoen hectoliter) en Spanje (daling van 21 procent tot 28 miljoen hectoliter), terwijl de oogst licht steeg in Frankrijk (toename van 4 procent tot 48 miljoen hectoliter), waardoor Frankrijk veruit de grootste wijnproducent ter wereld was vorig jaar.

De OIV had in een eerste schatting in november al een productiedaling voorspeld, maar minder groot (tussen 241,7 en 246,6 miljoen hectoliter). De daling is het directe gevolg van “extreme milieuomstandigheden” die zowel het noordelijk als het zuidelijk halfrond hebben getroffen, zei OIV-directeur John Barker aan journalisten. De oogst daalde met 11 procent in Chili, 26 procent in Australië en 10 procent in Zuid-Afrika, de drie grootste producenten op het zuidelijk halfrond. 

De wijnconsumptie is vorig jaar dan weer met 3 procent gedaald, tot 221 miljoen hectoliter. Dat is het laagste niveau sinds 1996. Sinds 2018 was er een neerwaartse trend - met uitzondering van 2021, toen veel coronamaatregelen werden opgeheven. Die trend is deels te wijten aan de inflatie, die de productiekosten en dus de prijs van een fles of vaatje wijn heeft verhoogd, terwijl de koopkracht van de consument is gedaald. De consumptie is ook sterk gedaald in China (-25 procent), door de economische vertraging daar.

Per hoofd van de bevolking zijn de Portugezen, Fransen en Italianen de grootste wijndrinkers.