© BELGA

Marcus Ingvartsen hunkert naar meer goals: “Ik probeer mijn zorgen in de kleedkamer te laten”

Eind september, begin oktober redde hij nog het vel van Albert Stuivenberg. Met goals tegen Eupen en Moeskroen rekte hij de doodsstrijd van de Rotterdammer. Even leek Marcus Ingvartsen zelfs gelanceerd. Maar ruim twee maanden na datum staan er nog altijd maar drie doelpunten op zijn conto. “Te weinig”, beseft de 21-jarige Deen. “Maar ik zie en voel vooruitgang. Er gaan nog goals volgen.” Wie weet zondagavond al op het veld van Charleroi.

Roger COX

Vrijdag was een rustdag in de Luminus Arena. Maar Marcus Ingvartsen bood zich toch op de club aan voor de nodige verzorging. Het zegt iets over zijn professionele ingesteldheid. Hij wil niks aan het toeval overlaten en is erop gebrand om de fans van Genk dat te geven waar hij voor is aangetrokken: doelpunten.

Zit je er niet mee dat het zo moeizaam loopt, Marcus?

“Natuurlijk wel. Ik hunker naar meer treffers. Niet enkel voor mezelf, maar voor de hele club. Maar ik denk niet dat ik er mezelf een dienst mee bewijs, als ik de zaken ga forceren. Ik probeer mijn zorgen in de kleedkamer te laten en niet mee te nemen naar huis. Tot nu toe lukt dat vrij aardig, ik ben er zeker niet constant mee bezig. Maar ik weet ook dat het moet veranderen.”

Hoe verklaar jij die moeizame start?

“Dat heeft te maken met twee factoren: enerzijds ben ik nieuw hier en moet ik me aanpassen aan een hoger niveau, anderzijds worstelt de hele ploeg een beetje met zichzelf. Dat vergemakkelijkt de wisselwerking niet. Per slot van rekening ben je als spits ook afhankelijk van de toevoer.”

Wat die toevoer betreft. Jij bent een man voor in de box. Maar Genk geraakt daar te weinig.

“Ik houd van direct spel. De twee goals in Eupen waren typisch voor mij. Een bal van de flanken en op het juiste moment voor mijn man komen. Zo heb ik het graag. Maar zoals je zegt, doen die situaties zich iets te weinig voor. Het is nochtans slechts een kwestie van details. De juiste timing van de voorzet, de juiste looplijnen, de juiste coördinatie. Ik merk de laatste weken vooruitgang op dat vlak. Zowel op de trainingen als in de wedstrijden.”

Jos Daerden voerde woensdag een positiewissel door: Pozuelo lager op het veld en Schrijvers als een soort negen en een half. Dat liep in het begin uitstekend.

“Klopt. Je zag dat er in het eerste half uur altijd veel mensen in de zestien van Waasland-Beveren verschenen. Ook Siebe, Trossard en Buffel infiltreerden knap. Dat maakt het voor een spits makkelijker. Bovendien is Schrijvers iemand die graag direct speelt. Hij vindt de ruimtes goed. Pozuelo heeft andere kwaliteiten. Hij is heel balvast. Misschien is het dus beter dat hij wat lager speelt en van daar uit het spel dirigeert. Ik vond het een geslaagd experiment.”

Op welke vlakken moet je zelf nog verbeteren?

“Eerst en vooral moet ik buiten de box nuttiger worden voor de ploeg. Me vrijlopen en, vooral, de bal even bijhouden om de rest te laten aansluiten. Dat kan beter. Verder heb ik ondervonden dat de verdedigers in België een stuk agressiever zijn dan in Denemarken. Het is niet zo eenvoudig om hen bij een balbetwisting te vlug af te zijn. Een snellere balcirculatie kan daarbij helpen. Nu heb ik soms het gevoel dat we het te mooi willen doen. We willen bij wijze van spreken combineren tot aan het doel van de tegenstander. Dat is fraai, maar het resultaat moet primeren. Niet het mooie spel. ”

Voel je je voldoende gesteund door de medemaats? Een voorspeler die niet scoort...

“Geen enkel probleem. Ook de andere spelers halen nog niet hun beste niveau. Het zou in die omstandigheden heel dwaas zijn om mekaar met de vinger te wijzen. Dat gebeurt gelukkig niet. Integendeel. We proberen mekaar op te peppen. Ik heb ook het gevoel dat we stilaan in de juiste richting evolueren.”

Hoe heb jij de trainerswissel ervaren? Was je verrast?

“Verrast niet echt. De resultaten waren ondermaats. Dan weet je dat dergelijke zaken kunnen gebeuren. Het is nu wachten op de nieuwe coach. Maar in afwachting moeten we zo goed mogelijk omgaan met deze situatie. Ik vond ons woensdag het eerste half uur al met veel energie spelen. We voetbalden vrijuit. Daarna volgde de weerbots. Al had dat voor een belangrijk stuk ook te maken met de weersomstandigheden. Vanaf de tweede helft werd voetballen onmogelijk.”

Jullie ambitie blijft play-off 1. Charleroi zit daar al in met anderhalf been. Het wordt dus een lastige trip.

“Dat is zo. Zij staan niet voor niks zo hoog geklasseerd. Zij hebben heel veel power. Maar dat mag ons niet afschrikken. Er zijn tot Nieuwjaar nog negen punten te winnen. Als het even kan, wil ik die allemaal pakken.”