Direct naar artikelinhoud
Gastronomie

Waarom we geen Chinees meer lusten

De traditionele (afhaal)chinees verdwijnt uit het straatbeeld
Beeld iStock

Het gaat niet goed met de afhaalchinees. In Nederland sloten de voorbije zeven jaar liefst 400 Chinese restaurants de deuren. Ook in ons land worden ze steeds zeldzamer in het straatbeeld.

Een dorp is pas een dorp als het een kerktoren en minstens één café heeft. Dat is een van de weinige zekerheden in het leven. De voorbije decennia mocht je daar nog één factor aan toevoegen: een (afhaal)chinees. Overal langs Vlaamse wegen kwam je een De Lange Muur, De Gouden Draak of Shanghai Garden tegen. Sinds mensenheugenis was de Chinees een vaste waarde in het culinaire bestel van zowat elke Vlaamse gemeente. 

De afhaalchinees wordt steeds zeldzamer

Die tijden lijken stilaan voorbij. De afhaalchinees houdt het steeds vaker voor bekeken. Nederland telt vandaag volgens officiële cijfers nog 1.377 Chinese restaurants. Zeven jaar geleden waren dat er nog 1.769, een daling van 22 procent. Lokale lijsttrekkers die zondag met zo'n score thuiskwamen, zijn vandaag ex-politici. 

Ook in Vlaanderen verdwijnt de afhaalchinees steeds meer uit het straatbeeld. Maar waarom is die met uitsterven bedreigd? Lusten we geen kroepoek (nummertje 2), nasi goreng (44), foe yong hai (58) of eend in sinaasappelsaus (73) meer?

Pan-Aziatisch, het nieuwe Chinees

Deliveroo, Uber Eats en andere Pizza.be's zijn een eerste factor. De aloude kunst van het eten afhalen is uit de mode, voor een kleine meerprijs wordt je hapklare maaltijd aan de deur geleverd. 

Maar dat is niet de enige reden. Het heeft ook te maken met wat de consument wil. "Onze smaak is veranderd", verklaart voedingshistoricus Regula Ysewijn, bekend als jurylid in Bake Off Vlaanderen. "We reizen meer, waardoor we zien dat bami goreng of gelakte eend niets te maken heeft met de echte Chinese keuken. In China bestaan die gerechten niet. Bovendien hebben we vandaag veel meer keuze. Naast de Chinees was er misschien nog een Grieks of Thais restaurant, vandaag zijn de mogelijkheden eindeloos."

Onze opties worden dus steeds groter, ook als we enkel naar de Aziatische keuken kijken. Er opent elke week wel ergens in Vlaanderen een sushi-tent de deuren. Daar staan trouwens veel vaker Chinezen dan Japanners in de keuken. 

'Bami goreng of gelakte eend hebben niets te maken met de Chinese keuken. Steeds meer mensen zien dat'
Regula YsewijnVoedingshistoricus

Hetzelfde geldt voor pan-Aziatische restaurants waar je zowel nasi goreng, teppanyaki, pad thai als sushi kunt eten. Soms gaat het thuiscontinent zelfs helemaal overboord. 'Frietchinees' werd in 2012 niet voor niets verkozen tot woord van het jaar.

Generatiewissel

Die evolutie wijst op een zekere ondernemingszin, al daalt het aantal Chinese horeca-ondernemers wel degelijk. "Dat hangt onlosmakelijk samen met migratie", knikt professor Nicolas Standaert, sinoloog aan de KU Leuven. "Vandaag is die instroom veel kleiner en zitten we al aan de tweede of derde generatie Chinezen. Zulke restaurants zijn vaak familiebedrijven. Maar willen de kinderen die zaak voortzetten? Zij hebben meestal veel kansen gekregen, kunnen studeren en hebben diploma's. Zij willen zich vaak niet elke avond uit de naad werken. Ze verkiezen een eigen carrièrepad. En als er geen opvolging is, dan houdt het restaurant op met bestaan."

Moeten die vele Chinese restaurants dan wachten op het onvermijdelijke einde? Uiteraard niet, vernieuwing kan zoden aan de dijk brengen. "Ze moeten mee met hun tijd", zegt Ysewijn. "Authenticiteit is belangrijk, maar het mag niet ouderwets zijn. Zulke restaurants moeten zich blijven heruitvinden."

'Die restaurants zijn vaak familiebedrijven, maar die kinderen hebben gestudeerd en verkiezen een eigen carrièrepad'
Professor Nicolas StandaertSinoloog KU Leuven

Die beweging is volgens Standaert, een groot liefhebber van de verschillende échte Chinese keukens, al begonnen. "Af en toe openen er nieuwe, kleine maar authentieke Chinese restaurantjes. Die richten zich op de echte Chinezen in België en serveren ook de echte Szechuan-, Sjanghai- of Kantonkeuken", zegt Standaert. "Hoe je die keuken kunt omschrijven? Dat kun je niet in woorden uitdrukken, dat moet je zien, ruiken en proeven."

Authenticiteit lijkt dus een goede uitweg, al zal de traditionele afhaalchinees waarschijnlijk nooit verdwijnen. "Het is zoals met een pak frieten en een cervela", knikt Ysewijn. "Een goeie vettige Chinees zal er altijd weleens in gaan."