© VRT

Philippe Geubels maakt in ‘Taboe’ grappen die u niet durft maken

Lachen met mensen die een beperking hebben of ongeneeslijk ziek zijn? Dat doe je niet. Laat nu net Philippe Geubels (36) met het gloednieuwe ‘Taboe’ op Eén de uitdaging aangaan om een programma te maken waarin hij uitsluitend grappen bedenkt over deze mensen. “En die vertel ik voor een bomvolle zaal aan hen en hun lotgenoten”, zegt de stand-upcomedian. Elke avond opnieuw betrapte ik me erop dat ik gêne voelde om bepaalde moppen hardop te zeggen.

Tom Vets

Voor elke aflevering van ‘Taboe’ nodigde Philippe vorige zomer vier gasten uit in een vakantiewoning in het West-Vlaamse Westouter. Mensen met obesitas, psychisch kwetsbare mensen, holebi’s… Philippe luisterde naar al hun persoonlijke verhalen en gevoeligheden. Met die input ging hij aan de slag om een voorstelling te maken. Fragmenten van de shows die in december bij NTGent werden gespeeld, zitten verweven in de uitzending.

“De afgelopen tijd vroegen mensen me of het waar was dat ik echt humor ging maken op de kap van mensen met miserie. Ja, absoluut”, lacht Philippe Geubels. “Kijk naar ‘Taboe’, en je zal onze oprechte bedoeling snappen. Het programma is geen ‘roast’, het bekende format waar mensen elkaar afbreken tot op het bot. Ik wil geen mensen choqueren.”

De netmanager van Eén spreekt over ‘een nieuwe stap’ in je carrière. Voelt het ook zo aan?

“Het was zeker geen bewuste stap. Het idee voor ‘Taboe’ is lang geleden door Bart Cannaerts eens op tafel gegooid. Maar meer dan ‘lachen met mensen waarover je geen grappen mag maken’, was het niet. Het idee leek interessant en ik heb meteen toegehapt, maar toen was er echt nog niks uitgewerkt. Ik wist dus niet wat me te wachten stond. Wél een nieuwe stap is dat ik voor dit programma ook mensen moest interviewen. Al ging me dat goed af. Ik had vooral stress om die voorstellingen te spelen. Ik was vaak wat verlegen om sommige grappen te vertellen. Het wende ook niet. Na de eerste opname dacht ik dat de trein was vertrokken. Maar de volgende avond zat er een nieuw publiek en zat ik weer met de poepers.”

Klopt het dat je mentaal gesloopt was na de opnames in Westouter?

“Ja, omdat ik het onderschat had. Dat een verblijf tussen ongeneeslijk zieken er emotioneel zou inhakken, had ik kunnen verwachten. Maar bij armoede was dat ook het geval, omdat je plots al die verhalen te horen krijgt. Niet iedereen in het leven vertrekt vanaf hetzelfde punt. Sommige mensen kregen armoede vanuit de wieg al mee, en kregen daardoor minder kansen in het leven. Het was slikken als ik hun relaas aanhoorde. De afgelopen weken kampte ik met vijf keelontstekingen. Ik was helemaal op. Maar je moet dat niet dramatiseren. Veel mensen werken hard.”

Je trok ook een week op met holebi’s. Dat was toch veel luchtiger?

“Ja, maar ook zij hebben het niet makkelijk. Waar ik het hardste van schrok, was dat de problematiek veel verder gaat dan het durven uit de kast komen tegen je ouders en vrienden. In 74 landen is homoseksualiteit nog steeds verboden. Ook in eigen land zijn er mensen die er moeilijk mee overweg kunnen.”

“Maar ik stelde ook vast dat holebi’s met eenzaamheid kampen. Ze hebben het moeilijk om opgenomen te worden in de maatschappij. Het zit ‘m tot in de details. Een lesbienne vertelde me dat er amper rolmodellen zijn. Je zal nooit een lesbisch koppel zien in een reclamespot. Dat is nog steeds het domein van de heterokoppels. Dat lijkt voor ons een futiliteit, maar sommige mensen voelen zich daardoor buitengesloten.”

Was het bedenken van grappen rond ongeneeslijk ziek zijn niet de zwaarste uitdaging?

“Mensen die ernstig ziek zijn, kunnen heus ook nog lachen. Ze zitten niet in de put met een stevige depressie. Uiteraard vergaat hun wereld als ze bij de dokter het slechte nieuws te horen krijgen, maar je ziet vaak dat deze groep mensen nog ten volle van het leven wil genieten. Ze willen zich nog amuseren met de weinige tijd die hen rest. Humor kan een middel zijn dat verlichtend werkt. Zo sprak ik met een kerel die al jarenlang last had van depressies. Als die aan de telefoon afscheid neemt van z’n vrienden, zegt die soms: ‘Allez, ik hang op. De telefoon hè, niet mezelf.’”

“Maar om terug te komen op je vraag: ik moest vaststellen dat armoede en obesitas het meest gevoelig lagen. Niet toevallig zijn het net de thema’s waar een schuldvraag aan verbonden is. Als je ziek bent of een beperking hebt, zal er nooit iemand zeggen dat het je eigen schuld is. Bij obesitas of armoede soms wel.”

En mensen schamen er zich ook voor.

“Exact. Niemand die arm is, wil voor het grote publiek toegeven in zo’n situatie te moeten leven. Weet je nog het filmpje dat we destijds lanceerden om kandidaten te zoeken? De reacties waren massaal. Behalve mensen met obesitas en arme mensen, die lieten zich niet horen. Die hebben we echt moeten zoeken.”

Verwacht je je niet aan een resem klachten en boze mails?

“Oh, maar die waren er al afgelopen zomer toen in de krant stond wat ik ging doen. Of de internetfora… daar hadden ze ook meteen hun mening klaar. Ik weet dat ik mezelf kwetsbaar opstel. Maar dat was bij ‘Geubels En De Belgen’ ook het geval. Dat scoorde erg hoge cijfers, maar sommige recensenten hebben dat programma tot op het bot afgekraakt. Vroeger kon ik me dat enorm aantrekken, nu veel minder. Misschien omdat ik meer zelfvertrouwen heb. Ik heb geleerd dat je nooit voor iedereen goed kan doen.”

Onlangs kreeg ‘Slimste Mens’-jurylid Jonas Geirnaert nog kritiek na een mop over die zuurgooier in de Delhaize. Moet je als komiek door de veranderende tijdgeest vaak over eieren lopen?

“Bij collega’s zal dat zo zijn, maar zelf heb ik er geen last van omdat ik nooit de grenzen van de humor aftast. Aanslagen in Brussel of ander groot menselijk leed? Het spreekt me niet aan om het daarover te hebben. Ik merk ook dat ik zelf de voorbije jaren met het ouder worden wat softer ben geworden. Sommige grappen wil ik niet meer maken. Gewoon omdat het niet meer spannend is om te doen. Nochtans weet ik dat ik ermee zou scoren. Maar been there, done that.”

Beperkte je als gevolg van de hele #MeToo-golf ook het aantal grappen over je vrouw?

“Nee, dat is al een tijdje sterk gedaald. Maar ik blijf dat imago meedragen. Ik daag je uit: bekijk de tien afleveringen van ‘De Slimste Mens’ waarin ik het voorbije seizoen te zien was, en je zal geen vijf grappen over Leen horen.”

In april sta je voor de tweede keer vijf avonden voor een uitverkocht Carré in Amsterdam. Je speelt in Nederland ook in grote stadions. Bezorgt je dat geen acute stressaanval?

“Nee, ik vind het zelfs makkelijker om op te treden voor 20.000 mensen, dan voor een klein zaaltje van dertig man. Want als er tien procent lacht van die 20.000 mensen, is dat ontzettend veel volk. In het andere geval heb ik een groot probleem. Ik zie het dus wiskundig. (lacht) Ach, nu vallen zo’n opdrachten mee. Maar je had me dat niet tien jaar geleden moeten vragen. Na mijn doortocht in ‘Comedy Casino Cup’ ging het veel te snel.”

Hoe merkte je dat?

“Ik was nog volop aan het leren toen meteen de grote spots op mij werden gezet. De mensen die naar mijn shows kwamen, hadden grote verwachtingen, terwijl ik nog volop beginnersfouten maakte. Gelukkig heb ik me met de juiste mensen kunnen omringen, zoals medeschrijver Jan Dircksens. Al babbelend en verbaal pingpongend ontstaan nieuwe moppen. Laat me niet in m’n eentje naar een wit blad staren, want dan komt de inspiratie niet. Ik ben ongeduldig, en afgeleid door het minste.”

Doe je nog veel voor de Nederlandse televisie?

“Ik heb sinds enige tijd zelfs een exclusiviteitscontract met RTL Nederland, maar voorlopig hebben ze me niet zo veel nodig. Ik zat er het afgelopen jaar vooral in enkele panelprogramma’s zoals ‘Beste Kijkers’. Maar er staat een eigen programma gepland voor begin 2019. Of dat een Nederlandse versie van een Vlaams format gaat worden of iets totaal nieuws moeten we het komende jaar nog bekijken. Het zal misschien impliceren dat ik wat minder in Vlaanderen zal opduiken. Maar ook dat staat nog niet vast.”

Kan je makkelijk opdrachten weigeren?

“Eerlijk? Nee. Nochtans kan ik perfect in m’n eentje beslissen om m’n agenda een paar weken vrij te houden. Maar er is altijd wel iets en ik doe het allemaal zo graag. Het is dus m’n eigen schuld. Het heeft er ook mee te maken dat ik in een uitzonderlijke sector werk. Je moet het ijzer smeden als het heet is. Ik ben soms bang dat er deuren sluiten als ik een paar keer neen zeg.”

Is je vrouw gelukkig met de hoge vlucht die je carrière nam?

“We zoeken daar een goed evenwicht in. We zien elkaar genoeg hoor. Daarvoor doe ik echt mijn best. Ook om mijn dochter Hanna, inmiddels drie jaar, genoeg te zien. Onlangs stopte Leen na zes jaar ook met haar poezenhotel Snoet, en ze gaat wat vaker mee tijdens de optredens.”

De agenda met zaalshows is goed gevuld. Heb je televisie nog nodig?

“Misschien niet. Maar het is plezant om na een jaartje intensief televisie maken weer te kunnen focussen op de theaters. In een televisieproductie ben ik een onderdeel van een grote groep mensen. Ik heb weliswaar een flinke stem in het eindresultaat, maar met mijn shows ben ik toch vooral in m’n eentje de baas. Niet dat ik liefst alleen ben. Ik kom zelfs graag onder de mensen. Maar ik wil kunnen switchen. Ook die live interactie met het publiek en het krijgen van de lach maakt mij erg gelukkig.”

In Nederland doen komieken en cabaretiers op 31 december al decennialang een eindejaarsconférence. Iets voor jou?

“Oh nee, daarvoor ben ik niet geëngageerd genoeg. Politiek interesseert me al helemaal niet, en ook over andere onderwerpen weet ik te weinig af. Schoenmaker, blijf bij je leest. Als mensen naar een show van mij komen, is het om zich anderhalf uur te ontspannen, en niet te moeten nadenken over de grote problemen in de wereld.”

Welke droom wil je nog realiseren?

“Ik blijf bij m’n wens om een sitcom te schrijven. Fictie maken is al jaren een stille droom. Ik ben een ontzettend grote fan van de speelfilms ‘Koko Flanel’ en ‘Hector’ van Urbanus. Die zwarte trieste humor, afgewisseld met ernstigere scènes, kan me mateloos boeien. Ik denk dat een tv-reeks realistischer is dan een speelfilm.”

Was daar enkele jaren geleden bij VIER al geen sprake van?

“Ja, omdat ik dat vooral wilde. (lacht) Maar dat is nooit concreet geworden. Nu probeer ik die plannen te verkopen aan de VRT. Er is nog niks getekend, maar er zijn gesprekken bezig. Ook Woestijnvis is erbij betrokken. Maar het project staat nog in de kinderschoenen. Ik zal vooral mezelf spelen, want ik weet heus wel dat ik niet de nieuwe Jan Decleir ben.”

‘Taboe’, Eén, zondag, 20.30 uur