De Ierse lagekostenmaatschappij Ryanair was volgens de studie in 2023 voor het derde jaar op rij de grootste CO2-uitstoter van de luchtvaartmaatschappijen in Europa, gevolgd door het Duitse Lufthansa en de Britse maatschappij British Airways. Ryanair betaalt via de emissiehandel wel voor meer dan de helft van zijn uitstoot, terwijl dat bij de traditionele luchtvaartmaatschappijen meestal minder dan een vijfde is. 

Mocht de emissiehandel toegepast worden op alle 6,7 miljoen passagiersvluchten die vorig jaar op Europese luchthavens vertrokken, dan hadden de maatschappijen tegen gemiddelde prijzen zowat 13 miljard euro moeten betalen voor hun CO2-uitstoot. Maar in de praktijk betaalden ze net geen 3 miljard euro. Dat komt omdat het emissiehandelsysteem bijvoorbeeld alleen geldt op vluchten binnen Europa, terwijl langeafstandsvluchten meer dan de helft van alle emissies veroorzaken, en omdat lidstaten heel wat uitstootrechten gratis uitdelen aan maatschappijen. 

“Meer dan tien jaar nadat de CO2-markt werd geïntroduceerd voor de luchtvaart, schiet het systeem nog altijd tekort als het gaat om het aanmoedigen van milieuvriendelijker vliegen”, zegt Jo Dardenne, directeur luchtvaart van Transport & Environment.

De ngo roept op om de emissiehandel toe te passen op alle vluchten vanop Europese luchthavens - dus ook op vluchten naar buiten Europa. Ze pleit ook voor een kerosinetaks, voor het vervangen van korteafstandsvluchten door treinverbindingen, en voor het opvolgen van andere emissies dan alleen CO2, omdat die “de planeet minstens evenveel opwarmen als CO2”. “Passagiers betalen meer voor hun koffie op de luchthaven dan sommige maatschappijen voor hun uitstoot”, klinkt het.