Direct naar artikelinhoud
Interview

De econoom die armoede wilde opheffen maar er meer bracht: "Ik ben niet voor de elite"

Ontwikkelingseconoom Hernando de Soto.Beeld Eric de Mildt

Morgen krijgt hij aan de Universiteit Gent een eredoctoraat, maar enkele studenten en professoren daar vinden dat een schande. Want Peruaans ontwikkelingseconoom Hernando de Soto (76), die volgens de faculteit recht en criminologie die eer verdient voor zijn werk in arme landen, is volgens hen ‘een econoom van de rampspoed.’

Tien studenten politieke wetenschappen en geschiedenis en 30 academici protesteren in een open brief tegen het eredoctoraat voor de Soto.

Ze verwijten de internationaal vaak gelauwerde De Soto twee dingen: dat zijn economische programma’s die in derdewereldlanden de armoede moesten bestrijden net voor meer armoede en ongelijkheid hebben gezorgd en dat hij een belangrijk raadgever was voor de Peruaanse president Alberto Fujimori, een dictator die in 2009 tot 25 jaar cel is veroordeeld wegens misdaden tegen de mensheid.

De Soto ziet als de belangrijkste oorzaak van armoede dat de meeste economische activiteiten in derdewereldlanden informeel zijn, zoals zwartwerk, en dat bezit, zoals huizen en stukken land, niet geregistreerd staat. Daardoor kan eigendom en bezit ook niet verkocht worden en zit je met ‘dood kapitaal’. Door eigendom wel officieel te registreren, bestrijd je volgens De Soto armoede. Vandaag spreekt hij op invitatie van EU-parlementslid Hilde Vautmans (ALDE) ook over hoe hij dat nu ook wil doen met het technologische hoogstandje blockchain. 

'Wanneer ik arme mijnwerkers in Peru ontmoet, komen ze met minstens 10.000'

Klinkt allemaal mooi, maar in werkelijkheid hadden zijn ideeën nefaste gevolgen in de landen waar ze zijn gerealiseerd, zo stellen de boze proffen en studenten. Eigendom registreren werd een manier om die van vele zwakkere ‘spelers’ over te hevelen naar enkele sterken, waardoor de kloof tussen arm en rijk en de armoede net toenam.

In Gent krijgt De Soto die woede meteen te horen, wanneer net voor zijn speech in een universiteitsaula enkele studenten een Spaans vrijheidslied inzetten, waarna ze wegmarcheren. “Jammer dat ze niet blijven”, reageert de Soto minzaam. “Ik had hen willen antwoorden op hun vragen.”

Net voor de voordracht van De Soto zong een groep studenten een protestlied in het Spaans, en gooide pamfletten.Beeld Eric de Mildt

Heeft u begrip voor de kritiek?

“Kritiek hoort erbij, al maak ik dat nooit mee in Zuid-Amerika of Afrika waar ik werk. Wanneer ik arme mijnwerkers in Peru ontmoet, komen ze met minstens 10.000. Zij zingen geen protestliedjes, maar zijn net blij dat ik hen help om hun eigendomsrechten te krijgen. Als boeren in Tanzania eindelijk hun koeien kunnen registreren, zijn ze allesbehalve kwaad. Eigendomsrecht gaat ook over je naam en adres en je zaak te kunnen registreren: dat beschermt je tegen corruptie en machtswellust, waardoor je een waardige speler in de economie wordt. Deze mensen en hun werk en eigendommen bestaan nu niet. Mohamed Bouazizi, de man met wie de Arabische lente begon toen hij zichzelf in brand stak, deed dat omdat hij als kleine handelaar net onteigend was. ‘Les pauvres ont aussi le droit de vendre et d’acheter’, waren zijn laatste woorden.”

Misschien is er kritiek het omdat het woord ‘eigendomsrecht’ geassocieerd wordt met rechts

Bent u dan verrast door het protest?

“Toch een beetje. Elders is dit echt passé. Het lijkt iets eurocentrisch en ideologisch, waarbij men de klassieke opdeling tussen links en rechts niet weet te overstijgen. Ik ben een fan van Marx en ik ben gespecialiseerd in eigendomsrecht. Dat kan. Misschien is het omdat het woord ‘eigendomsrecht’ geassocieerd wordt met rechts is en wie daarmee bezig is, ook al is het net om armen te helpen, meteen in dat ideologische hok wordt gestopt? Ik vind echter geen beter woord. Legalisering van de rechten van de armen klinkt niet zo goed. Maar als ik hoor wat het protest hier inhoudt, krijg ik de indruk dat deze mensen vooral erg slecht geïnformeerd zijn.”

'Toen Fujimori’s bewind vervelde in een corrupt systeem dat uitmondde in een staatsgreep in 1992, was ik de eerste om me ervan te distantiëren'

U werkte helemaal niet samen met Fujimori?

“Ik was een tijd zijn adviseur, maar nooit in een formele positie. Er woedde een bloedige oorlog in mijn land tussen de regering en guerillabeweging Lichtend Pad. Fujimori wilde een vreedzame oplossing, een derde weg naast de oligarchen en de guerilleros. Ik schreef met mijn Instituut voor Vrijheid en Democratie de economische plannen daarvoor. Maar toen Fujimori’s bewind vervelde in een corrupt systeem dat uitmondde in een staatsgreep in 1992, was ik de eerste om me ervan te distantiëren. Dat is goed gedocumenteerd en het had heel concreet tot gevolg dat ik mijn land moest verlaten, want ik mocht er niet meer werken.”

Wat met de beschuldiging dat er net meer armoede kwam in de landen waar programma’s gebaseerd op uw theorie zijn uitgerold?

“Ik vraag mij af wat daar de bewijzen van zijn. Vier jaar nadat we ons programma in Peru uitrolden, waren 340.000 nieuwe zaken ontstaan en de economie groeide, extreme armoede werd minder en de middenklasse breidde zich uit. Dat zagen we ook elders. Ik vraag me heel erg af wat de bronnen zijn. Wie beweert dat er meer ongelijkheid en armoede is ontstaan door mensen uit de informele economie toegang te geven tot de formele economie?"

"Een arme Indiër met een informeel winkeltje kan niet lenen bij de bank, kan niet voorkomen dat een groot bedrijf het winkeltje opslorpt. Misschien moeten de critici het vooral eens vragen aan de mensen in de Amazone, Peru en Afrika die door mijn werk greep kregen op hun eigendom.”

Ontwikkelingdseconoom Hernando de Soto.Beeld Eric de Mildt

Zou het kunnen dat uw ideeën vooral op microniveau werken, maar dat het op een groter niveau verkeerd loopt, bijvoorbeeld wanneer eigendom vooral grote bedrijven nog groter maakt?

“Het is een misverstand dat ik voor grote bedrijven, de elite, de rijken ben en bijvoorbeeld privatisering voorsta. Ik ben niet voor privatisering. En niet de multinationals, maar de 5 miljard mensen die vandaag géén toegang hebben tot het wereldwijde systeem van wettelijke eigendom, zijn de mensen wier rechten ik behartig en voor wie ik me wil inzetten.”