Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEten en drinken

Doe mij maar het slappe spul: cafeïnevrije koffie is aan een opmars bezig

Doe mij maar het slappe spul: cafeïnevrije koffie is aan een opmars bezig
Beeld Getty Images

‘Espresso’ van Sabrina Carpenter is de hit van het voorjaar, maar als u helemaal mee wilt zijn, drinkt u uw eigen brouwsel cafeïnevrij. ‘Deca’ schudt stilaan zijn suffe status van zich af en weet tegenwoordig zelfs de koffiesnobs te intrigeren.

“Everything you love without the things you like”, stond te lezen op het blauw-roze bord in de Rotterdamse Pannekoekstraat, waar Paul Sharo van Man Met Bril Koffie de week na Pasen een opvallende pop-upzaak had geopend. Zijn Café Decafé was een gedecafeïneerde koffiebar waar de menukaart met verschillende soorten deca’s, alcoholvrije deca-espresso-martini’s en glutenvrije croissants de slogan verklaarde. Hoewel de tijdelijke bar voornamelijk een marketingvehikel voor Man Met Bril was, steunde de stunt volgens Sharo wel degelijk op iets echts, namelijk de stijgende populariteit én kwaliteit van cafeïnevrije koffie die hij zowel in zijn koffiezaak als bij zijn wholesale klanten opmerkte.

Sharo is niet de enige die deze trend opvalt. Overal tekenen barista’s en branders een toegenomen vraag en interesse op, en zelfs gerenommeerd koffiegoeroe James Hoffman besteedt de afgelopen maanden opvallend veel bandbreedte aan cafeïnevrije koffie. Volgens Future Market Insight zal de markt van cafeïnevrije koffie naar verwachting groeien van 20,06 miljard dollar in 2023 naar 39,10 miljard dollar in 2033 - een groei zo significant dat zelfs Bloomberg Business er een artikel aan wijdde.

Verdient het suffe brouwsel dat vroeger enkel de mokken van zwakkeren en zwangeren vulde een eerherstel?

‘Death before decaf’

“Het machismo dat vroeger rond koffie heerste is aan het verdwijnen”, zegt Rob Berghmans, de man die zijn volk, of op zijn minst de Antwerpenaar, leerde koffiedrinken. Berghmans was in 2003 de eerste die met zijn Caffenation-koffiebars en -branderij het specialty coffee-concept naar de Vlaamse openbare ruimte bracht. Hij heeft de afgelopen twintig jaar de koffiescene zien groeien en veranderen. “Het hele idee dat koffie in de eerste plaats straf en zwart moest zijn, dat schijnbaar stoere slogans als ‘death before decaf’ inspireerde, is er gelukkig echt wel uitgegaan. Koffie wordt geapprecieerd voor de smaakbeleving, voor het diverse palet, en op dat vlak worden er nu ook met cafeïnevrije koffie grote stappen vooruit gezet.”

Vroeger was deca inderdaad veel minder kwalitatief, vertelt Berghmans, omdat het vooral geproduceerd werd door de grote bedrijven die niet per se bezig waren met de smaak en vooral met bulkverkoop. “Maar nu er sinds een aantal jaar ook kleine spelers, zelfstandige branders en koffiebaruitbaters mee aan de slag gaan, die aandacht hebben voor het hele proces van boon tot mok, merk je dat de kwaliteit er enorm op vooruitgaat en dat er interessante dingen mee gedaan kunnen worden.”

Ook bij Caffenation gaat hun NoCaf MO tegenwoordig vlot over de toonbank, zij het in de vorm van de bonen en capsules voor thuisgebruik. In de vier espressobars die onder de Caffenation-vlag in Antwerpen opereren staat er voorlopig nog geen deca op de kaart - voornamelijk om logistieke redenen, omdat de decabonen uiteraard niet in dezelfde molen gemalen kunnen worden, omdat de vraag nog te laag is en de bereidingswijze te veel extra tijd en materiaal vragen. In de Antwerpse koffiebars waar deca wel te verkrijgen is, bevestigen de barista’s dat het overschakelen de flow uit de bestellingen haalt.

'Het machismo dat vroeger rond koffie heerste is aan het verdwijnen. Met cafeïnevrije koffie worden grote stappen vooruit gezet', zegt Rob Berghmans van Caffenation.Beeld Geert De Weyer

Bonen wassen

Even voor alle duidelijkheid: cafeïnevrije koffie bevat nog steeds een verwaarloosbare hoeveelheid cafeïne. In de Europese Unie mogen cafeïnevrije koffiebonen nog maximum 0,1 procent cafeïne bevatten. Dat komt neer op hooguit 2 tot 4 milligram cafeïne per kop. Want koffiebonen bevatten van nature cafeïne - een stof die de plant gebruikt om insecten af te weren. Om koffiebonen cafeïnevrij te krijgen, moeten ze ‘gewassen’ geworden - vroeger met harde chemicaliën, tegenwoordig op steeds ‘gezondere’ manieren zoals de zogenaamde sugarcane method of de ‘Swiss water’-methode.

Een deca-versie van eenzelfde boon zal dus niet hetzelfde smaken als de versie mét cafeïne omdat de boon al voor het branden behandeld is geweest - vooral de aciditeit en de fruitigheid wordt aangetast door het hele proces. Maar dat wil daarom niet zeggen dat er met deca geen interessante koffies gezet kunnen worden, benadrukken zowat alle kenners. Enkele weken geleden nog won Blendin-barista Weihong Zhang de toonaangevende 2024 US Brewers’ Cup met een cafeïnevrije koffie - de eerste keer in de twintigjarige geschiedenis van de wedstrijd dat een cafeïnevrije koffie met het goud aan de haal ging.

De betere kwaliteit en grotere bewustwording van deca liggen zeker mee aan de basis van de opmars van het slappe spul, maar onze toegenomen interesse voor gezondheid speelt vermoedelijk ook een grote rol. Het is waarom alcoholvrije cocktails en vleesvrije burgers ook een stijgende vraag kennen: ‘people want their drugs without their drugs’.

Hoewel de deca-trend zich in Vlaanderen nog niet zo stevig aftekent als in de VS, is het wellicht hier ook een kwestie van tijd. Zeker nu de koffiebar de bruine kroeg steeds meer vervangt als plek waar sociaal weefsel gebouwd wordt, is het niet verkeerd dat we er ook nog tot laat in de namiddag bestellingen kunnen plaatsen die onze slaap en smaakpapillen niet aantasten. Want geef toe: zo’n gembertheetje is het uiteindelijk toch ook niet.