Het is een jaarlijkse gewoonte. Drie weken lang, dit jaar van zaterdag 21 april tot en met vrijdag 11 mei, worden de koninklijke serres opengesteld. ‘Alphonse Balat, de architect van Leopold II, heeft ze gebouwd’, legt Michel Dekens uit. Hij is de verantwoordelijke van het domein van Laken. ‘De bouw van de eerste serre, de wintertuin, begon in 1874, de laatste serre werd in 1905 afgewerkt.’

Het Paleis heeft dit jaar extra inspanningen gedaan om mensen met een beperkte mobiliteit beter te kunnen ontvangen. Er is een aangepast traject, waarbij je zowat de helft van het volledige parcours door de tuinen van Laken kan zien. Daarnaast is er ook een speciale dag, 8 mei, wanneer een vijftigtal vrijwilligers van het leger mensen met een beperkte mobiliteit zullen helpen zodat dat zij het parcours bijna volledig zullen kunnen afleggen.

‘Speciaal is ook dat dit jaar de Congoserre, met subtropische planten, heropent’, vertelt paleiswoordvoerder Patrick Renault. ‘De restauratiewerken zijn nog niet helemaal af, maar de serre is klaar om opnieuw mensen te ontvangen. Ook is er voor het eerst een boompje te zien dat de voormalige burgemeester van New York, Michael Bloomberg, aan de Belgische koning cadeau gaf. Het is een stukje van de zogenoemde Overlevingsboom, de Surviver Tree, die bijna helemaal verwoest werd op 11 september 2001 door het vallen van de Twin Towers, maar toch voortleefde.’

De openingsuren variëren per dag, maar meestal zijn de serres open van 9.30 uur tot 15.30 uur. Twaalf keer openen de serres ook ‘s avonds hun deuren. Alle info is terug te vinden op de website van het Paleis. Er worden 100.000 à 115.000 bezoekers verwacht.