Waarom worden we zo slechtgezind van regenweer?

We hebben de afgelopen weken veel regen over ons heen gekregen. En ook dit weekend wordt het nat. Zaterdag is het volgens het KMI wisselend tot zwaarbewolkt met buien. Er is zelfs kans op onweer.

Ook zondag kan er nog een bui vallen. En begin volgende week is de kans op een bui niet uit te sluiten. En dat heeft effect op ons gemoed. Biometeoroloog Bert Heusinkveld legt in 'Zijn er nog vragen' op Radio 1 uit waarom het weer ons ongelukkig maakt.

Het is niet zozeer het regenweer dat ons ongelukkig maakt, het is de tijd van het jaar die bepaalt of we beter of slechter tegen de regen kunnen. Heusinkveld: "In deze periode van het jaar staat de zon al vrij hoog. De dagen beginnen te lengen en dus zijn we geprogrammeerd op warm weer."

Het gezegde 'april doet wat ie wil' kent iedereen wel, maar toch verwachten we na een lange winterperiode wel stilaan wat meer zon en warmte. "Als we dan op onze honger blijven zitten, komt regen harder binnen dan in pakweg november, wanneer we ons er wel min of meer aan kunnen verwachten".

Mensen houden in het algemeen niet van grote temperatuurschommelingen. En laat net dát het effect zijn van een regenbui in de lente. "Dit is de periode met de sterkste variatie van dag- en nachttemperaturen, maar ook overdag zie je dat de temperaturen plots een flinke duik kunnen nemen. Na een stevige lentebui kan de temperatuur op amper één minuut tijd vijf graden zakken," aldus Heusinkveld.

"De regendruppels komen van op grote hoogte en zijn dus echt nog heel koud, terwijl de zon in deze tijd van het jaar al de kracht heeft van twee elektrische kachels per vierkante meter. Ga maar na: als je uit de wind en in de zon zit bij een temperatuur van 9 graden, kan dat best nog aangenaam zijn. Als er dan een bui komt en je zit buiten bij 4 graden, is het ineens een ander verhaal. Je ervaart dan thermische stress en wordt niet zozeer slechtgezind van het water, maar van de koude die dat water met zich meegebracht heeft."

"Er is geen slecht weer, alleen slecht aangepaste kledij" wil het cliché, maar in deze weersomstandigheden is aangepaste kledij kiezen niet eenvoudig, bevestigt ook Heusinkveld.

Regen doet de isolatiewaarde van kleding dalen. En zo wordt onze thermische stress door de plotse temperatuurschommelingen nog een tikkeltje groter.

Ook evolutionaire factoren zouden een rol kunnen spelen in onze afkeer voor regenweer. "In de prehistorie leefden we van de jacht, de visvangst en het verzamelen van voedsel. Toen was regen geen goed nieuws, want het bemoeilijkte onze zoektocht naar voedsel."

Anderzijds hebben we de regen ook nodig. "Er zijn niet voor niets heel wat volkeren die in droge periodes regendansen uitvoerden. En ook hier bij ons zie je dat we wel blij kunnen worden van regen. In een droge, hete periode kan een verfrissende regenbui net heel welkom zijn." 

Tot slot is het weer voor heel wat mensen een dankbare zondebok. "We klagen heel vaak en graag over het weer. De ideale weersomstandigheden voor ons gemoed zitten rond 20 à 22 graden, dat is wat we in het vakjargon thermisch neutraal noemen. Het is niet toevallig dat we dat door de eeuwen heen als ideale kamertemperatuur zijn gaan beschouwen." Helaas is het niet het hele jaar door zo warm, dus hebben we vaak een reden tot klagen.

Anderzijds is een temperatuur van 20 à 22 graden voor sommige mensen ook alweer een tikje te warm wanneer ze uit de wind en in de zon zitten. "We zouden eens moeten onderzoeken hoeveel dagen per jaar mensen niets aan te merken op het weer. In ons gematigde klimaat zal dat behoorlijk tegenvallen," besluit Heusinkveld.