Direct naar artikelinhoud
InterviewHandbal

Tess Wester: expressief ankerpunt van handbalvrouwen

Tess Wester (25) is de ervaren keeper van de Nederlandse vrouwen. In het EK-duel van zondag tegen Roemenië hield ze 42 procent van de schoten tegen. Dinsdag is Noorwegen aan de beurt.

Tess Wester.Beeld AFP

Grote handbalwedstrijden worden vaak beslist door de vorm van de keeper. Als schoten worden gestopt, zijn dat ankerpunten voor het uiteindelijk gunstige resultaat. Zo’n wedstrijd beleefde Tess Wester zondagavond in het doel van Nederland bij de gewonnen EK-wedstrijd (29-24) tegen Roemenië.

Ze leek steeds beter in de wedstrijd te komen, gaande het duel. Maar dat was vooral schijn. Voor rust stopte zij 7 van de 17 schoten; na rust 8 van de 19. Het stop-percentage van 42 procent was een topkeeper waardig. Met een meer dan brede lach kwam Wester in Nancy dan ook van het veld af. Ze werd gekozen tot speelster van de wedstrijd, een eer die zij bij het WK van 2015 ook enkele keren kreeg.

Na dat toernooi, waar Nederland zilver won, gold zij als een grootheid, met een in Nederland opmerkelijke bekendheid. Wie kende in ons land illustere voorgangers in het handbaldoel als Laura Robben en Jokelyn Tienstra? Die herkenning kwam slechts van de incrowd van de familiesport handbal.

Maar Tess Wester was, mede door haar expressieve uiting van vreugde (vuistjes en geschreeuwde opwinding), een bekendheid. Een bekendheid, waar ze aan moest wennen. Ze kon in haar eigen Alkmaar maar moeilijk over straat. Ze zegt er geen last meer van te hebben. ‘Alles went.’

Teamsport

Wie haar al te hard op de schouder slaat, wordt gewezen op het belang van het teamwork in deze teamsport. ‘Ik moet zeggen dat ik een heel goede dekking voor me had’, reageert ze op de stelling dat ze tegen de Roemeense schutters ‘geweldig’ was geweest. Tien van de 14 schoten van topscorer Cristina Neagu stoppen; er zijn er niet veel die dat kunnen.

‘We hebben tegen Roemenië in de dekking niet heel veel gewisseld, wat we voorgaande wedstrijden wel hebben gedaan. En wat wel onrust brengt. Dat hielp. Die goede dekking is een factor. Dat maakt het voor mij ook een stuk gemakkelijker. Dat zeg ik al jaren’, zo brengt Wester even de aandacht op dagen dat ze het moeilijker had. De flow van 2015 werd niet automatisch door haar voortgezet. Het was werken. Vorig jaar, bij het WK in Duitsland, was het zelfs knokken. ‘Het werd een bronzen medaille op karakter’, verklaarde zij tijdens een gesprek in de talkshow Pauw.

Voor deze Europese titelstrijd in Frankrijk waren de verwachtingen diffuus. Van dag tot dag maar eens kijken wat er mogelijk was met een ploeg zonder de verdedigende grootheden Broch en Snelder. Wester sprak voor het EK als het ware de woorden van bondscoach Helle Thomsen na. ‘We kunnen daar wel over blijven klagen en in blijven hangen. Maar ze gaan nu eenmaal niet mee. We moeten het doen met het team dat we hebben.’

Tess Wester (midden), keeper van het Nederlands handbalteam, in actie tegen Hongarije tijdens het EK in Frankrijk.Beeld EPA

Gebutst hoofd

Toen Nycke Groot, de grote regelaar van de nationale ploeg zondagavond al na zes minuten met een gebutst hoofd uitviel, was dat de volgende tegenvaller die een keeper en haar team niet van slag mag brengen. ‘Je denkt wel even: shit. Je weet hoe belangrijk Nycke voor het team is, welke snelheid zij in de ploeg brengt en hoe belangrijk zij is in de dekking, maar je moet door.

‘Er waren nog 53 minuten te spelen. Het is dan doorpakken geblazen. Ik zag dat de anderen het goed oppakten. Aanvallend met Lois Abbingh en Estavana Polman. Verdedigend lukte het ook heel goed. Ik heb met Maura Visser in Duitsland bij Bietigheim gewerkt. Ik weet hoe zij kan verdedigen.’

Deense kleedkamer

Wester (25) maakte de afgelopen zomer de overstap van Duitsland naar Denemarken. Ze ging spelen voor Odense Handbold, in een stad waar handbal leeft. ‘We hebben de meeste toeschouwers. Tweeduizend gemiddeld. Dat is heel erg fijn om voor te spelen. We hebben een eigen kleedkamer, een eigen trainingshal. Het is allemaal wat professioneler dan bij Bietigheim. Daar kregen we elke week andere trainingstijden. We werden ergens tussen geschoven, deelden de hal met tien andere teams. In Odense staan wij op één.’

Ze was aan de overstap toe, een andere omgeving, een best lastige omgeving. ‘Ik ben de enige die geen Deens spreekt in het team. De twee Noren spreken ook Deens. De rest is Deens. Je wordt gedwongen de taal snel op te pikken. Nee ik doe geen klasje of studie. Ik pik het op, in de kleedkamer.’

Wester spreekt de Deense term voor de snelle middenuit, ‘hurtig midte’, met veel Scandinavisch taalgevoel uit: ‘Hoide midde’.

Deens handbal, in het recente verleden het grote Nederlandse voorbeeld, staat voor snel handbal. ‘Maar het spel blijkt juist veel fysieker. En Odense is het fysiekste team. Wij zijn minder van het rennen. Om snelheid te bevorderen zet de coach mij erin. Ik ben een keepster die veel snelheid brengt, met snel de bal halen en een lange bal. Ja, fast-breaks en ik heb zelfs al doelpunten gemaakt. Als de tegenstander het doel leeg laat.’

Ze wordt in Frankrijk bijgestaan door de nieuwe wissel Rinka Duijndam, maar vooral door de keepers- trainer Lene Rantala, een grootheid in Denemarken. De ervaring van Rantala kan een pre zijn, maar ze dringt het niet op. ‘Ik loop zelf ook gelukkig al een aantal toernooien mee en heb zelf ook een aantal medailles gewonnen. Ik denk daarom dat ik voor mijn 25 jaar ook behoorlijke ervaring heb. Maar natuurlijk is het fijn om iemand erbij te hebben die weet hoe het is.’

En hoe is het?

‘Nu, na deze gewonnen EK-wedstrijd, de vierde, ben ik happy. Maar in zo’n wedstrijd ben je alleen maar bezig met de volgende bal. Je wacht steeds. Je probeert in je focus te blijven.’