Direct naar artikelinhoud
Boekrecensie

Nathan Englander weet de lezer bij de strot te grijpen met ernst en absurdisme

Nathan EnglanderBeeld Alex Vanhee

Grote politieke kwesties brengt hij terug naar persoonlijke relaties tussen telkens twee personen.

Samen met onder anderen Jonathan Safran Foer en Nicole Krauss behoort Nathan Englander tot een nieuwe generatie Joods-Amerikaanse literaire geweldenaren. En net als bij zijn collega's, behoort de Joodse identiteit en de positie van Israël tot zijn kernthema's.

In zijn roman Het ministerie van buitengewone zaken (2007) en zijn verhalenbundel Waar we het over hebben wanneer we het over Anne Frank hebben (2012) bewees Englander dat hij in staat is al schrijvend pijnlijke ernst af te wisselen met bijna absurdistische humor, en daarmee de lezer bij de strot te grijpen. Hartverscheurende grappigheid: blijf daar maar eens onverschillig bij.

In Englanders tweede roman, Weerzien in het midden van de aarde (Dinner at the Center of the Earth), is de humor minder prominent aanwezig, maar hebben ernst en absurdisme elkaar stevig in hun greep en is voor onverschilligheid wederom geen enkele plaats.

Weerzien in het midden van de aarde is opgebouwd uit een stuk of acht verhaallijnen, die elkaar telkens afwisselen en waarvan de hechte onderlinge samenhang pas gaandeweg duidelijk wordt. Ze voeren de lezer naar onder meer Parijs, Berlijn, Rome, Capri en een reeks locaties in Israël. De roman beweegt heen en weer tussen 2002 en 2014, maar flashbacks voeren terug tot diep in de twintigste eeuw.

Als het boek een hoofdpersoon heeft, dan is dat de geheimzinnige Gevangene Z, die anno 2014 al twaalf jaar gevangen zit op een geheime locatie in de Negevwoestijn. Gaandeweg leren we dat hij een Amerikaan is die in 2002 lid is geworden van de Mossad, de Israëlische geheime dienst. Hij is verantwoordelijk voor een bombardement in Gaza waarbij veel burgerslachtoffers zijn gevallen.

Nathan Englander Weerzien in het midden van de aardeBeeld rv
Een van de meest treffende zaken aan deze roman is het feit dat Englander zijn verhaallijnen telkens groepeert rond twee personages: Gevangene Z en zijn bewaker

Geschokt door dit bloedbad en door het verraad dat hij pleegde bij het bewerkstelligen ervan, pleegt hij vervolgens omgekeerd verraad, met nog meer doden tot gevolg, alsook zijn eigen gevangenname. Na ondervragingen en martelingen eindigt hij, ontdaan van zijn identiteit, in een cel die net als hijzelf officieel niet bestaat.

Zijn positie is uitzichtloos en zijn enige kans op redding ligt bij de man die in het boek De Generaal wordt genoemd. Z schrijft hem brieven waarin hij niet alleen zijn eigen zaak bepleit, maar ook politieke adviezen geeft: 'Deze oorlog met de Palestijnen verliezen, grondgebied opgeven, de witte vlag van de overgave hijsen - het is de enige manier waarop we kunnen winnen.'

In De Generaal is moeiteloos oud-premier Ariel Sharon te herkennen. Wat Gevangene Z niet weet, maar de lezer wel, is dat De Generaal sinds zijn hersenbloeding van 2008 in coma ligt. Van hem heeft Z niets meer te verwachten.

De hoofdstukken waarin De Generaal centraal staat, bestaan uit flashbacks die terugvoeren naar het door Sharon aangerichte bloedbad van Qibya in 1953, naar de Zesdaagse Oorlog, de Jom Kippoer-oorlog, Sabra en Chatila. Maar ook naar de dood van zijn oudste zoon, op 11-jarige leeftijd, naar een geheim samenzijn met Yasser Arafat, bij een bordje shakshuka. We lezen over een havik, die aan het eind van zijn loopbaan een duif leek te worden, de Israëlische troepen uit Gaza terugtrok, met de Westoever hetzelfde van plan leek. En toen dus die hersenbloeding.

Englander brengt cruciale historische gebeurtenissen en mondiale politieke en morele kwesties terug te brengen op het persoonlijke niveau van twee mensen

Een van de meest treffende zaken aan deze roman is het feit dat Englander zijn verhaallijnen telkens groepeert rond twee personages: Gevangene Z en zijn bewaker, De Generaal en zijn verpleegster (die de moeder van de bewaker blijkt), Z en die raadselachtige serveerster in Rome, een Mossadmeisje en een Palestijnse cartograaf die verliefd worden, een Mossadman en zijn Palestijnse vriend én tegenstrever, die hem in Berlijn leert zeilen (nota bene op de Wannsee, waar in 1942 de Endlösung der Judenfrage zijn beslag kreeg).

Door cruciale historische gebeurtenissen en mondiale politieke en morele kwesties terug te brengen op het persoonlijke niveau van twee mensen en hun onderlinge machtsverhoudingen, ontdoet Englander ze van hun abstractie en distantie. En flikt hij het opnieuw: de lezer bij de strot grijpen.