De rechtsstaat is kwetsbaar
De afgelopen maand werd ik als bisschop van ’s-Hertogenbosch verschillende keren indringend geconfronteerd met de Tweede Wereldoorlog.
Eind juli was ik te gast bij de karmelieten van Nijmegen. Zij herdachten dat in 1942, nu dus precies 75 jaar geleden, hun beroemd geworden ordegenoot Titus Brandsma in Dachau om het leven kwam. Pater Titus werd gehaat door de Duitse bezetter omdat hij, namens de bisschoppen, de katholieke media voor nationaal-socialistische invloed wilde behoeden. Uiteindelijk bracht hem dat de dood.
gijzelaars
Nog recent vierde ik op het landgoed De Hiersenhof van de familie De Quay in Beers de eucharistie. In datzelfde jaar 1942 behoorde professor Jan de Quay, de latere premier, tot de honderden mensen die de Duitse bezetter als gijzelaars vasthield in Sint Michielsgestel. De gijzelaars moesten met hun leven instaan voor de rust in bezet Nederland. Na een aanslag door het verzet begin augustus 1942 in Rotterdam, wilden de Duitsers minstens twintig gijzelaars doden en De Quay stond op de dodenlijst. Uiteindelijk werden er maar vijf gijzelaars gefusilleerd en ontsprong Jan de Quay de dodendans.
liefdeloos
Deze twee gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog scherpten mij weer in om nuchter te denken over ons mensen. Als schepselen van God zijn wij geroepen lief te hebben en te dienen, maar steeds opnieuw wordt duidelijk dat wij daarin falen. Mensen kunnen intens liefdeloos zijn en intens gaan haten. Dat geldt voor ieder van ons, maar dat gold zeker in de tijd van het nationaalsocialisme. Toen de nazi’s de macht in Duitsland en een groot deel van Europa hadden veroverd, zat het anti-evangelie stevig op de troon. Niet de naastenliefde en het recht van de zwakke bepaalden het beleid, maar het recht van de sterkste. Miljoenen mensen, onder wie alleen al zes miljoen Joden, zijn op een fabrieksmatige wijze uitgeroeid. Het is een van de vreselijkste dieptepunten uit de menselijke geschiedenis.
In 1945 kwam er een einde aan de nationaalsocialistische terreur. Na een periode van vreselijke duisternis ging het licht weer schijnen. De herdenking van pater Titus en de viering op het landgoed van de familie De Quay maakten mij duidelijk, hoe intens dankbaar wij mogen zijn om te leven in een democratische rechtsstaat. Wij hoeven niet bang te zijn dat de politie ons zonder duidelijke reden ons huis uit sleurt. Wij hoeven ook niet te vrezen zonder fatsoenlijk proces lange tijd in de gevangenis te belanden of, erger, te worden gedood.
Tegelijk weten wij ook dat een rechtsstaat geen vanzelfsprekendheid vormt. Van de huidige bijna tweehonderd natiestaten in onze wereld voldoet, zo schat ik in, een groot deel niet aan de criteria om rechtsstaat te heten.
populistische tendensen
Een en ander moet ons te denken geven. De Nederlandse rechtsstaat is het product van een langdurig historisch proces. De rechtsstaat blijft altijd kwetsbaar. Dat legt grote verantwoordelijkheid op de schouders van degenen die tot politieke verantwoordelijkheid zijn geroepen. Juist in een tijd van onbehagen en allerlei populistische en nationalistische tendensen is het goed extra alert te zijn en onze kostbare rechtsstaat te beschermen.