Direct naar artikelinhoud
ReportageHockey in India

India is terug als hockeynatie door het geld van zakenman Batra

India verloor in de jaren zeventig de aansluiting met de hockeytop. Maar het gastland van het WK beleeft een revival door het geld van zakenman Batra. En dus moet Nederland vandaag tegen India op zijn tellen passen.

De Nederlandse hockeyer Billy Bakker op een muurschildering bij het Kalinga Stadion.Beeld ANP

Vishal Kumar Dev ploft neer in een luxe bureaustoel. De staatssecretaris van sport in de arme Indiase deelstaat Odisha heeft tijdens het WK hockey een geïmproviseerd kantoor in een glazen vip-box, hoog in het Kalinga Stadion. Een grote mahoniehouten tafel staat midden in de ruimte, schalen geurend Indiaas eten binnen handbereik.

‘Kijk dan, dit uitzicht’, zegt Kumar met onverhulde trots, als hij naar het hemelblauwe kunstgrasveld wijst.

Kumar speelde een belangrijke rol bij het organiseren van het WK, waar Nederland vandaag het herboren India in de kwartfinale treft. Met overheidsgeld zijn extra tribunes gebouwd aan de korte zijdes van het veld. Capaciteit: zo’n dertienduizend plaatsen. ‘Alle kaarten zijn uitverkocht’, zegt Kumar. ‘De mensen houden weer van hockey.’

Lang geleden was India het beste hockeyland ter wereld. Tussen de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 en Moskou 1980 won India acht keer olympisch goud. Een record.

Maar met de intrede van het kunstgras eind jaren zeventig veranderde het spel. De technische hockeyers van India, gewend aan het onvoorspelbare gras, verloren de aansluiting met de wereldtop op het gladde kunstgras.

Het dieptepunt werd bereikt in 2008. India plaatste zich voor het eerst in de geschiedenis niet voor de Olympische Spelen. De overheid greep in. De Indiase hockeybond werd geprofessionaliseerd. Er was geen ruimte voor erebaantjes meer aan de top. Buitenlandse coaches werden ingehuurd om hun kennis te delen.

De Nederlanders Roger van Gent, Paul van Ass, Roelant Oltmans en Sjoerd Marijne werkten de afgelopen jaren in India. Met Oltmans werd India in 2016 wereldkampioen bij de junioren. Zeven spelers van dat team zijn nu onderdeel van het nationale elftal, dat wordt getraind door Harendra Singh. Zijn assistent is wel een buitenlander: Chris Ciriello, de Australiër die jaren bij Bloemendaal speelde.

Trainingscentrum

Oltmans heeft het Indiase hockey de afgelopen jaren van nabij zien veranderen. ‘Belangrijk was de komst van een nationaal trainingscentrum in Bangalore. Een beetje vergelijkbaar met wat we in Nederland op Papendal hebben. Met wetenschappers, fysiologen en andere specialisten die zich met het nationaal team bezighouden’, zegt Oltmans, op het WK als bondscoach van het uitgeschakelde Maleisië.

In Bangalore traint de Indiase selectie vrijwel het hele jaar samen. Sjoerd Marijne werkt er ook, als bondscoach van de vrouwen. Hij was tot mei trainer bij de mannen − onder zijn leiding werden ze derde in de Hockey World League en wonnen ze de Azië Cup. In aanloop naar het WK moest hij plaatsmaken voor een Indiër en keerde hij terug bij de vrouwen, bij wie hij al eerder werkte.

Muurschildering rondom het Kalinga Stadion bij het WK hockey heren.Beeld ANP

India staat inmiddels vijfde op de wereldranglijst, net achter Nederland (vierde). Winst voor de Nederlanders is vandaag in de kwartfinale allerminst zeker. Met een vol stadion uitzinnige Indiase hockeyfans kan het zomaar verkeerd aflopen voor de ploeg die voor het eerst sinds 1998 wereldkampioen hoopt te worden.

Coach Marijne ziet India als outsider voor de wereldtitel. ‘Ze zijn superfit. Waar de Nederlandse hockeyers naast het nationaal team nog competitieverplichtingen hebben, kan de Indiase bondscoach in aanloop naar een toernooi fulltime over bijna al zijn spelers beschikken. Bondcoach Caldas kan niet controleren wat de Nederlanders doen tijdens de competitiemaanden. Kun je dat wel, zoals in India, dan zet je een selectie naar je hand.’

Een naam valt vaak als het over het huidige Indiase hockey gaat: Narinder Dhruv Batra. De rijke Indiase zakenman is voorzitter van wereldhockeybond FIH en het Indiase Olympisch Comité (IOA). Onder zijn bewind werden de afgelopen jaren verschillende toernooien naar India gehaald. Indiase internationals kunnen met dank aan toelages en flinke bonussen leven van hun sport.

‘Batra heeft behoorlijk zijn nek uitgestoken. Hij heeft veel geld in het hockey gestopt’, zegt Oltmans, die als coach van India wel eens een aanvaring had met de dominante bestuurder. ‘Vijf jaar geleden stonden de Indiase hockeyers nog dertiende op de wereldranglijst en was het publiek nauwelijks geïnteresseerd. Dat hebben ze waanzinnig goed om weten te draaien. Het programma voor de jeugdteams tot 18 en 21 jaar zit goed in elkaar. Dat is belangrijk als je aan de top wilt blijven.’

Veel geld

Ook de Hockey India League (HIL) heeft bijgedragen aan de populariteit van de sport. De IHL is een wintercompetitie waarin buitenlandse hockeyers voor veel geld samen met hun Indiase collega’s spelen.

Uit de stad van het wereldkampioenschap, Bhubaneswar, komen de Kalinga Lancers, vijf jaar geleden gekocht door staatssecretaris van sport Kumar, toen nog voorzitter van het ministerie van Infrastructuur. Hij betaalde twee jaar geleden zo’n 27 duizend euro om de Nederlandse aanvoerder Billy Bakker enkele weken voor zijn team te laten uitkomen.

‘De Hockey India League was een idee van Batra’, zegt Kumar, terwijl hij tevreden een fotoboek over de rijke Indiase hockeyhistorie erbij pakt.

Het is niet zeker of er deze winter nog een Hockey India League wordt georganiseerd, zegt hij. Het is een dure onderneming. Sommige spelers kregen tienduizenden euro’s voor een paar wedstrijden.

‘Maar de grote bedragen waren het zeker waard. Het heeft het Indiase hockey een duw in de rug gegeven. En het belangrijkste: vertrouwen. India is voor niemand bang.’