In de loop van de komende maanden zullen de rechters van de Antwerpse jeugdrechtbank voor het eerst elektronische monitoring kunnen opleggen aan jongeren die een delict plegen. De Vlaamse regering zette daarvoor vrijdag het licht op groen, op voorstel van Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) en minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA).

De enkelband is niet de straf op zich, maar wel een manier om wie van de rechter voorwaarden opgelegd kreeg - bijvoorbeeld therapie volgen of bepaalde plaatsen mijden - beter op te volgen. Op dit moment zijn er maar weinig manieren om te controleren of voorwaarden worden nageleefd, waardoor hulpverleners niet altijd weten waar het dreigt fout te lopen. Jonge daders “krijgen als het ware een grote broer die meekijkt dat ze naar school gaan en hun voorwaarden strikt opvolgen”, legt Demir uit. Volgens Crevits is het de bedoeling om jongeren “te helpen om hun leven opnieuw op de rails te krijgen”.

De elektronische monitoring gaat gepaard met intensieve begeleiding op maat, ook voor de ouders, benadrukken beide ministers. “Dat we de enkelband invoeren, betekent niet dat we daderbegeleiding loslaten, integendeel. We zien het niet als een of-ofverhaal”, aldus Demir.

De Antwerpse jeugdrechters kunnen binnenkort een enkelband opleggen voor minstens drie en maximaal zes maanden. Het Vlaams Centrum voor Elektronisch Toezicht (VCET) krijgt extra personeel om tot 80 jongeren een jaar lang op te volgen via een gps-tracker. De jongeren in kwestie krijgen een traject op maat met een uurrooster en specifieke afspraken.

De jeugdrechter kan de elektronische monitoring enkel opleggen aan jongeren tussen 12 en 18 jaar. Bij jongeren die verdacht worden van doodslag, moord of intrafamiliaal geweld kan het niet, voor tienerpooiers of spilfiguren in drugshandel evenmin. Als het project over een jaar positief geëvalueerd wordt, volgt de stapsgewijze uitrol over de andere Vlaamse gerechtelijke arrondissementen. Voor het proefproject is een budget van 1,2 miljoen euro voorzien.