VRT-topman sluit nieuwe samenwerking met Bart De Pauw uit: "Dat was niet de insteek van de gesprekken"

In de hele heisa rond de uitzending van de documentaire 'Het proces dat niemand wou', waarin 8 vrouwen getuigen hoe ze in het verleden werden lastiggevallen door Bart De Pauw, werd duidelijk dat de televisiemaker nog steeds erg populair is.

Sommigen opperden dat de gesprekken die de topman van de VRT met De Pauw heeft gehad over het uitzenden van de documentaire, misschien wel eens zouden kunnen betekenen dat er op termijn een terugkeer inzat. De samenwerking met De Pauw werd in 2017 stopgezet na meldingen over grensoverschrijdend gedrag.

Maar dat ontkent Frederik Delaplace stellig. "Het zou bijzonder merkwaardig zijn dat de gedegeleerd bestuurder van de publieke omroep terug gaat samenwerken met iemand die kort geleden nog 13 miljoen euro schadevergoeding vroeg van dit huis. Neen. Dat was niet de insteek van de gesprekken."

Delaplace verwijst daarmee naar de schadevergoeding die De Pauw en zijn vrouw eisten van de VRT omdat er volgens hen fouten zouden zijn gemaakt bij het stopzetten van de samenwerking. De miljoenenclaim werd in het najaar van 2022 afgewezen door een rechter. 

De insteek van de gesprekken met Bart De Pauw - maximaal 4 in een tijdsbestek van 2 maanden, aldus Delaplace - was "dat wij dachten in eer en geweten iets goeds te doen in deze zaak door het ontbrekende element, namelijk het schuldbesef en de excuses, makkelijk te maken", verduidelijkt de CEO.

Het gaat dan over excuses die Bart De Pauw zou overbrengen aan de betrokken vrouwen. "Bij die gesprekken zijn we geëvolueerd van een eerste vaststelling dat de heer De Pauw na lange tijd aangaf bereid te zijn om schuldbesef te tonen, om zijn excuses aan te bieden en het op te nemen voor de slachtoffers in de zaak."

"Hij was daar heel expliciet in, hij is dat ook gebleven", zegt Delaplace. "Wij vonden dat zeer waardevol. Wij vonden dat een ontbrekend element in een onverkwikkelijke zaak waar dit huis ook een belangrijke rol in speelde."

De topman van de VRT ontkent dat er voorwaarden aan de gesprekken werden gekoppeld. Al gaf Bart De Pauw gisteren nog zelf aan dat hij feitelijke onjuistheden uit de documentaire wilde halen en dat CEO Delaplace en VRT-directeur Content Ricus Jansegers daar begrip voor hadden. 

"De gesprekken liepen niet onder voorwaarden, anders waren we er niet aan begonnen", stelt Delaplace. "We wilden 100 procent zeker zijn dat zijn excuses gemeend en volledig waren en dat die waardevol zouden zijn voor de slachtoffers. We hebben een aantal gesprekken gevoerd hoe we dat konden organiseren."

Volgens Delaplace is daarbij onder andere ter sprake gekomen om op de documentairereeks een vierde aflevering te laten volgen waarin de excuses zouden komen. "We hebben daarover overleg gepleegd met de maakster en het productiehuis. Zij vonden dat geen goed idee."

"Dat is dan geëvolueerd naar 'We moeten rechtstreekse gesprekken kunnen doen tussen Bart De Pauw en de slachtoffers vooraleer wij als VRT iets kunnen gaan ondernemen'," legt Delaplace uit. 

De documentairereeks stond op dat moment al in het uitzendschema van de VRT en werd er vorige week uitgehaald. "We hebben laat in het proces pas de zekerheid verworven dat het de heer De Pauw menens was met zijn excuses", zegt Delaplace daarover.

"Wij dachten op een zeker ogenblik dat het nodig was om de reeks nog even uit het uitzendschema te halen om het begin van de gesprekken alle kansen te geven. Dat was toen onze inschatting. We hebben daarvan aangegeven dat dat een inschattingsfout was en dat we veel vroeger met de slachtoffers in contact hadden moeten treden", slaat Delaplace mea culpa. 

Uiteindelijk kwam de CEO inderdaad deze week terug op de beslissing om de documentairereeks uit te stellen. Op dat uitstel was in elk geval veel kritiek ontstaan, binnen de VRT zelf, in de brede culturele sector (met een snoeiharde open brief) en in de politiek.

De positie van Delaplace werd in vraag gesteld. Maar hij denkt niet aan opstappen: "De voorbije dagen is gebleken dat de Vlaamse regering en de raad van bestuur van de VRT het vertrouwen in mij behouden. Het is niet omdat we een inschattingsfout maken, waarvoor ik me persoonlijk geëxcuseerd heb, dat dit het einde moet betekenen van een heel waardevol project. Het zou zonde zijn om door één fout dat project te kelderen", besluit de CEO.