Deelplatformen

Uber Eats moet drie Belgische maaltijdbezorgers op loonlijst zetten

© MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

Uber Eats heeft drie bezorgers in ons land onterecht gedwongen om als zelfstandigen te werken, en moet ze als werknemers beschouwen. Dat oordeelt de Commissie arbeidsrelaties. “Dit toont dat onze nieuwe wet voor platformwerkers zijn doel niet heeft gemist”, reageert minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS).

Korneel Delbeke

Drie bezorgers die als zelfstandigen in ons land maaltijden leveren voor het Amerikaanse platform Uber Eats, moeten geherkwalificeerd als werknemers. Dat heeft de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie (CAR) onlangs beslist. De beslissing, waarover Le Soir eerst heeft bericht maar die ook De Standaard kon inkijken, kwam er nadat drie bezorgers van Uber Eats eind december naar de CAR waren gestapt.

Het platform neemt zelf geen bezorgers in dienst en verplicht zijn bezorgers als zelfstandigen te registreren. Die kunnen flexibeler worden ingezet, en er moeten minder sociale en werkgeversbijdragen worden betaald. Maar het maakt ook dat de inkomsten van de maaltijdbezorgers, die betaald worden per levering, onzeker zijn, en er geen sociale rechten als vakantie en pensioen worden opgebouwd. Ook bij ziekte of ongeval zijn ze amper beschermd.

De bezorgers, bijgestaan door de christelijke vakbond ACV-CSC, vroegen de commissie daarom of een dergelijke verplichting in lijn was met het nieuwe wettelijke kader voor platformwerkers. Dat is door de federale regering in 2022 vastgelegd met haar arbeidsdeal en sinds begin vorig jaar van kracht.

Nieuwe wet

Met dat nieuwe kader wilde minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS) de bewijslast omdraaien. Waar het vroeger aan de platformwerkers was om naar de rechtbank te stappen als ze hun statuut wilden betwisten (vaak met ellenlange procedures als gevolg), wordt nu uitgegaan van het vermoeden van werkgelegenheid. Dit betekent dat digitale platformen als Uber Eats of Deliveroo moeten kunnen bewijzen dat de koeriers geen werknemers zijn. Om die arbeidsrelatie te bepalen, zijn acht criteria vastgelegd. Zo wordt onder meer bekeken of een platform koeriers controleert via geolokalisatie en of de koeriers voldoende vrij zijn bij de invulling van hun werk.

Na haar analyse heeft de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie nu beslist dat er voor de drie betrokken koeriers wel degelijk voldoende aanwijzingen zijn dat zijn als loontrekkenden moeten worden bestempeld. Ze oordeelt onder meer dat de vrijheid van de bezorger “heel relatief” is, dat Uber Eats met geolokalisatie “een ruime mogelijkheid” heeft om de koeriers te controleren en dat de prijs zonder inspraak van de koeriers door Uber Eats wordt bepaald.

Dat alles maakt volgens de CAR dat de Uber Eats koeriers niet de vrijheid hebben van een zelfstandige en er feitelijk sprake is van een dienstverband als werknemer. En dus moet Uber Eats hen ook de rechten van een werknemer toekennen, zoals een minimumloon en verzekering.

Precedent?

De grote vraag is nu of de beslissing in deze dossiers een precedent zullen vormen voor de sector. Vakbondsman Martin Willems (United Freelancers), die de koeriers bijstond, hoopt alvast van wel. “Wij zijn heel blij”, reageert hij tegenover Le Soir. “Deze beslissing is heel belangrijk en bindend. Voor mij zijn deze drie bezorgers nu werknemers en moet het arbeidsrecht gerespecteerd worden.”

En ook minister Dermagne toont zich tevreden. “Dankzij de nieuwe wet en het vermoeden van tewerkstelling heeft de bevoegde commissie een zeer duidelijke beslissingen genomen”, zei hij donderdag in de Kamer. “De nieuwe wet heeft zijn doel niet gemist: een betere bescherming van platformwerkers.”

Uber Eats heeft vrijdag dan weer aangekondigd de beslissing aan te vechten voor de arbeidsrechtbank. “We betreuren deze uitkomst die gebaseerd is op de individuele omstandigheden van drie individuen en alleen op hen van toepassing is”, reageert het Amerikaanse bedrijf. “Duizenden onafhankelijke koeriers kiezen voor onze app vanwege de flexibiliteit om zelf te bepalen of, wanneer en waar ze willen werken. We zullen tegen deze beslissing in beroep gaan”, aldus een woordvoerder.

De beslissing zal niet alleen in België maar ook elders in Europa met aandacht worden gevolgd. Zeker nadat er onder het Belgische voorzitterschap onlangs nog een Europees akkoord werd afgesloten om de arbeidsomstandigheden van platformwerkers te verbeteren. Ook dat zou het voor de platformwerkers in de toekomst makkelijker moeten maken om hun statuut te betwisten, zonder dat ze naar de rechtbank moeten stappen.

Correctie 6 mei: in de oorspronkelijke tekst werd gezegd dat de Commissie Arbeidsrelaties onder de FOD Sociale Zekerheid valt. Dit klopt niet. De Commissie Arbeidsrelaties is een onafhankelijke commissie, voorgezeten door een magistraat, en maakt geen rechtstreeks deel uit van de structuur van de FOD Sociale Zekerheid. De FOD biedt enkel een ondersteuning met een secretariaat en griffie.