Direct naar artikelinhoud
EU

Hoe Macron de droom van Churchill wil waarmaken

Het initiatief komt van de Franse president Emmanuel Macron.Beeld AFP

Negen Europese landen, waaronder België, keuren de oprichting van een Europese interventiemacht goed. Een opstapje naar een echt Europees leger, of het egoproject van Frans president Macron?

“We moeten, zo snel mogelijk, een militair front vormen in Europa.” Het is augustus 1950 en Winston Churchill spreekt de Raad van Europa toe. De gewezen Britse premier pleit voor de oprichting van een Europees leger om het continent te beschermen tegen de “agressieve” Sovjet-Unie.

Bijna zeventig jaar later hebben negen Europese lidstaten hun handtekening geplaatst voor de oprichting van een Europese interventiemacht. De Franse legerminister Florence Parly ziet dit als belangrijke stap richting een Europees leger. “Twee jaar geleden stonden we nog nergens met een Europees leger. Nu gaat het snel vooruit”, reageert ze in een interview met Le Figaro. Parly verwijst niet toevallig naar de verkiezing van Emmanuel Macron. 

Ook de Europese interventiemacht is een idee van Macron. Al is dat – in tegenstelling tot wat de naam doet uitschijnen – geen nieuwe krijgsmacht met een blauw-gele helm. “Het is een nieuwe commandostructuur. Het gaat erom dat we binnen Europa een gezamenlijke crisisstrategie willen uitdenken”, zegt Laurence Mortier, woordvoerder van Belgisch legerminister Steven Vandeput. “Er zullen geen troepen ingezet worden. Dit is géén Europees leger.”

'Er zullen geen troepen ingezet worden. Dit is géén Europees leger'
Laurence Mortier, woordvoerder Steven Vandeput

Volgens het persbericht uit Parijs is het doel van de nieuwe interventiemacht analyseren hoe Europa sneller kan ingrijpen bij “crisissen die de Europese veiligheid bedreigen”. Wat dit dan concreet moet inhouden, daar heeft voorlopig niemand een duidelijk antwoord op. “We ondertekenen nu een intentieverklaring. De komende maanden moet gewerkt worden aan een concrete invulling. Dat is de normale gang van zaken”, vervolgt Mortier.

Naast België en Frankrijk steunen ook Duitsland, Denemarken, Estland, Nederland, Spanje, Portugal en het Verenigd Koninkrijk het initiatief.

Rusland en brexit

Brengt de Europese interventiemacht ons dichter bij de vervulling van Churchills droom?

“Nu is de interventiemacht nog maar een denkoefening. Hoe reageren we op een crisis? Welke middelen hebben we nodig? Maar het lijkt een kwestie van tijd voordat de theorie zich vertaalt naar de praktijk, bijvoorbeeld met de aanleg van een Europese pool voor legertransporten”, antwoordt Sven Biscop, defensiespecialist van de UGent. “Europa zet dus wel stappen in de richting van een Europees leger, maar of dat leger er ooit daadwerkelijk komt, blijft onzeker. Dan moeten de lidstaten eindelijk beseffen dat ze niet alles alleen kunnen oplossen. In het verleden is dat een onmogelijke horde gebleken.”

Het idee dat de Europese lidstaten hun militaire krachten moeten bundelen, heeft de laatste jaren wel opnieuw aan belang gewonnen. De spanningen in Oost-Europa, de vertroebelde relatie met Rusland, de brexit, de asielcrisis en de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president spelen daarbij een rol. De twee centrale Europese machten – Duitsland en Frankrijk – zoeken meer dan ooit toenadering tot mekaar. Uit militaire maar ook uit industriële overwegingen. Een Europees leger met Europees materiaal, dat zien ze in Berlijn en Parijs wel zitten. Een Belgische militair zegt: “Macron denkt vooral aan zijn industrie."

'Frankrijk en Duitsland zijn nu partners aan het ronselen. En er wordt ook uitdrukkelijk naar België gekeken'
UGent-defensiespecialist Sven Biscop

Duitsland en Frankrijk hebben ondertussen grote plannen klaarliggen. De twee landen gaan samen een nieuwe tank en een nieuw gevechtsvliegtuig bouwen. “Ze zijn nu partners aan het ronselen. En er wordt ook uitdrukkelijk naar België gekeken”, zegt Biscop. Frankrijk probeert België ertoe te verleiden om onze F-16’s te vervangen door Franse Rafales, met de belofte dat België dan mee in de cockpit zit bij toekomstige Frans-Duitse projecten.

Vandeput blijft voorzichtig als het over een Europees leger gaat. Zijn doctrine: zo'n supranationaal leger mag niet van bovenaf opgelegd worden, maar moet van onderuit groeien, via allerlei samenwerkingen tussen lidstaten.