Direct naar artikelinhoud
smartphone-interview

Muziekprogrammator Gilke Vanuytsel: "Met ‘21 days’ raak ik van mijn verslavingen af"

Gilke Vanuytsel.Beeld Bob Van Mol

Is een smartphone een spiegel? Strookt het online­leven nog met de werkelijkheid? Matthias M.R. Declercq gaat wekelijks face to face, over swipen, liken en liegen. Vandaag: Gilke Vanuytsel, muziekprogrammator in de Beurs­schouwburg in Brussel.

Gilke Vanuytsel, is uw telefoon één groot knooppunt van muziek­apps?

“Nee, al heb ik natuurlijk wel veel apps die aan muziek gerelateerd zijn. ‘Red Light Radio’ bijvoorbeeld, een online radio­station in Amsterdam dat podcasts met volledige dj-sets brengt. Of NTS Radio in Londen, dat is al even interessant.”

Hoeveel concerten woont u jaarlijks bij?

“Dat zijn er algauw 3 per week, dus ruim 150. Als ieder concert in een feestje of zo uitmondt, dan trek je dat niet als mens.”

Wat is ‘21 days’?

“Dat is een app om in 21 dagen van een verslaving af te geraken. En het lukt nog ook. Na 21 dagen ben ik gestopt met roken. En ik drink ook minder. En ik eet ook gezonder, of waag toch een poging.”

Waarom streeft iedereen toch naar de perfecte mens?

“Daar gaat het mij niet om. Ik ben niet op zoek naar een ultra­gezond, sportief leven. Wel wil ik een tegenwicht bieden voor de verleidingen van mijn job. Als muziekprogrammator ben je ontzettend vaak in de uitgaanswereld te vinden. Dus is het makkelijk om pintjes te drinken, te roken, ongezond te eten. En dat heeft natuurlijk een effect op bijvoorbeeld mijn slaapkwaliteit.

'Tijdens het lopen luister ik naar ’Read it to me’, waarbij een Siri-achtige stem de nieuwsberichten van 'The Guardian' voorleest'
Gilke Vanuytsel

“Dus probeer ik mijn work-life-balance in evenwicht te brengen. Dat is ook niet makkelijk, want work en life vloeien in elkaar over. Ik ben van nature erg geïnteresseerd in muziek en moet als programmator ook de vinger aan de pols houden, dus vervaagt de grens tussen mijn job en mijn privé­leven.”

Daarom gaat u joggen in Brussel?

“Dat probeer ik althans. Ik heb apps als ’Fitwell’ en ’Google Fit’, die alle data verzamelen. Het is best beangstigend om te zien dat Google weet waar je precies ging lopen. Maar goed, dat weet Google wellicht ook zonder die app. En natuurlijk zijn al die applicaties op dezelfde manier opgebouwd: de continue zoektocht naar vooruitgang en planning. Ook al gebruik ik die apps niet vaak, toch denk ik dat zelfs de aanwezigheid van het icoontje op het scherm mij eraan herinnert dat ik best nog eens ga lopen, of een stuk fruit eet.”

Wat is een pedo-meter?

“Dat is een zeer vreemde benaming voor een app die je stappen telt.” (lacht)

Wat is ‘Goings On’?

“De app van The New Yorker die je vertelt wat er te doen is in New York. Ik houd wel van dat blad, net zoals ik vaak lees in The Guardian of The New York Times. Ik wil de heersende maatschappelijke tendensen begrijpen, want die vertalen zich ook naar de muziek. The Guardian bijvoorbeeld schrijft vaak over feminisme en gender­gelijkheid, twee thema’s waar de Beurs­schouwburg ook aandacht aan besteedt. Tijdens het wandelen of lopen luister ik dan naar ’Read it to me’, waarbij een Siri-achtige stem de nieuwsberichten van The Guardian voorleest.

“Of ik luister naar audio­books. Dan sta ik in de fitness­zaal op een toestel en luister ik naar The Picture of Dorian Gray van Oscar Wilde.

“Nu ik er zelf over nadenk: de telefoon sluit nauw aan bij wie ik ben. Muziek, maatschappij en evenwicht.”

En ‘Phases of the Moon’, niet te vergeten.

“Ik ben niet spiritueel aangelegd, maar het is fijn te weten wanneer je de volle maan kunt zien.”

Zorgt de telefoon er ook niet voor dat je álles, van waar ook ter wereld, kunt volgen? Van Braziliaanse wereld­muziek tot Indiase post­rock: is dat niet ontzettend lastig?

“De manier waarop wij muziek ontdekken en consumeren, is hélemaal veranderd de voorbije jaren. Het is zelfs niet meer mogelijk om alles te volgen, daarvoor gaat het te snel. Maar goed, je kunt samenwerken met mensen die alles afweten van dat éne genre waar je je in verdiept. We doen ook alles tegelijk. Door de telefoon kunnen we gelijk welke actie van muziek voorzien.

“Onlangs was ik in Japan. Daar doen ze dat anders. In Shibuya, een van de drukste wijken van Tokio en misschien wel van de hele wereld, stapte ik een zaal binnen waarin alleen maar klassieke muziek werd gespeeld. Niks anders. Je werd er ook niet verondersteld van te praten met elkaar. Het ging om de muziek, en om niks anders. Interessant, toch?”