Direct naar artikelinhoud
Politiek

Waarom Antwerpse en Gentse 'affaires' en hardere campagnes niet toevallig zijn

Tom Meeuws, ex-kopman sp.a Antwerpen, zag zich gedwongen om terug te treden.Beeld Photo News

Zowel in Gent als in Antwerpen komen politici in het vizier omwille van hun private relaties of professionele verleden. Zullen de komende kiescampagnes baden in ‘Amerikaanse toestanden’?

Amerikaanse toestanden: ze lijken plots overal. Daarmee wordt een politieke strijd bedoeld die afzakt naar het niveau van persoonlijke moddergevechten. Politicoloog Nicolas Bouteca (UGent) ziet ze in Gent aankomen, nu een nieuw boek opnieuw het zoeklicht zet op de politieke inbreng bij de bouw van het Ghelamco-voetbalstadion. “Als Gent Amerika wordt”, tweette hij dinsdagochtend enigszins verontrust.

Ook in Antwerpen is de vergelijking met een Amerikaanse campagne niet uit de lucht. De term valt nu lokaal sp.a-voorzitter en Samen-boegbeeld Tom Meeuws uiteindelijk toch zijn plek ter beschikking stelt op de lijst omdat hij bleef aangesproken worden op zijn professionele verleden. Blijkt immers dat Meeuws als baas bij De Lijn Antwerpen met aandrang moest opstappen omdat hij het niet nauw nam met de regels van goed financieel beheer. 

"Dit is niet het soort campagne dat wij willen", zegt de groene Samen-lijsttrekker Wouter Van Besien. "Dit gaat niet over wat we met Antwerpen willen doen, maar over het verleden van personen." Nieuwe op handen zijnde onthullingen maakten een noodgreep onvermijdelijk. 

De vuile campagne die Wouter Van Besien nu ontwaart, is niet gisteren begonnen. Ze maakt veeleer de beweging van een boemerang

De sombere analyse over het niveau van de politieke strijd is niet zonder grond. Maar ze is onvolledig. Het is niet pas deze week dat ‘Amerika’ arriveerde in Antwerpen en Gent. Toen nieuwssite Apache geen detail onvermeld liet over de persoonlijke relatie tussen Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) en projectontwikkelaar Erik Van der Paal, hing het Amerikaanse luchtje er ook al, ook al kwam de wind toen van de andere kant. Het is alleszins aannemelijk dat de oppositie enig belang had bij de berichtgeving en dat ze er zelfs haar eigen strategie op afstemde.

Dat is, voor alle duidelijkheid, geen oordeel over de relevantie van die berichtgeving. De vragen, die mede dankzij Apache opgeworpen zijn over het Antwerpse bouwbeleid, blijven pertinent en ten dele onbeantwoord. Daarover straks meer. Maar de vuile campagne die Wouter Van Besien nu ontwaart, is niet gisteren begonnen. Ze maakt veeleer de beweging van een boemerang.

Bolwerk vs. bolwerk

Neen, het is geen toeval dat de toon ongeveer tezelfdertijd verhardt in Antwerpen en Gent. Daar is een oppervlakkige politieke reden voor. En een wat dieper reikende maatschappelijke.

Eerst die oppervlakkige politieke verklaring. Er staat op zondag 14 oktober nogal wat op het spel in Antwerpen en Gent. De twee steden zijn, ruwweg, symbool voor twee ideologisch tegengestelde beleidsvisies.

Natuurlijk zijn er op lokaal niveau strikte praktische beperkingen op hoe ‘anders’ je kunt besturen. Maar Antwerpen en Gent tonen aan dat er toch nog voldoende bandbreedte blijft om enig verschil te maken. Bijvoorbeeld de keuzes op het vlak van mobiliteit en sociaal beleid staan redelijk lijnrecht tegenover elkaar. Van die keuzes volgt nu dus de democratische afrekening.

Daarbij komt een groot partijpolitiek belang. Als de macht in de twee grootste steden van het Vlaamse Gewest verschuift, of niet verschuift, heeft dat nationale relevantie.

Er komt een groot partijpolitiek belang bij. Als de macht in de twee grootste steden van het Vlaamse Gewest verschuift, of niet verschuift, heeft dat nationale relevantie

Antwerpen is vanzelfsprekend het bolwerk van Bart De Wever, de machtigste politicus van de machtigste partij van het moment. Vooralsnog is er niet bepaald een signaal dat die macht taant. Anderzijds mág De Wever in zijn thuisstad niet verliezen, wil N-VA die toppositie niet verliezen. Door zich te verenigen gokt de groen-rode oppositie op de enige objectieve mogelijkheid om groter te worden dan de partij van de burgemeester. Garantie op succes is er niet. Zeker is wel dat de zenuwen aan weerszijden gespannen staan.

NIEUW Krijg het nieuws uit Gent en Antwerpen via WhatsApp.

Midden in een landelijke zee die almaar conservatiever kleurt, staat in Gent het progressieve bestuursmodel op het spel. De sp.a staat voor moeilijke gemeenteraadsverkiezingen. De zo geroemde stedelijke kracht oogt plots poreus. Antwerpen (2012), Mechelen (2000), Sint-Niklaas (2012) en Hasselt (2016) gingen al roemloos verloren, in Vilvoorde en Brugge wordt het spannend. En in Leuven en Gent leiden generatiewissels tot onzekerheid.

Ook voor sp.a is het dus van moetens: de sjerp in Gent mág niet verloren gaan. Het rood-groene kartel heeft daarbij ‘geluk’ dat concurrent N-VA zelf in de knoei zit met de lijstvorming. Maar ook in Gent staan de zenuwen strak. Dat bepaalt de sfeer.

Onaantastbaren

Maar dat is dus niet alles. Wat wij hier nu onwennig ‘Amerikaanse’ toestanden noemen, is de consequentie van een veel diepere maatschappelijke omwenteling. De traditionele verticale, ‘patriarchale’ machtsstructuur staat op omkantelen.

Machthebbers worden niet enkel ter verantwoording geroepen door de instellingen die ze van bovenaf onder controle houden. Nieuwe, alom beschikbare technologie heeft in principe elk individu een krachtig wapen gegeven om de onaantastbaren toch aan het wankelen te krijgen.

Dat is schrikken voor politici. Al maanden-, zelfs jarenlang berichten Apache en ook wel andere media, waaronder deze krant, over eigenaardigheden bij Antwerpse vastgoeddeals. Het stadsbestuur kon volstaan met negeren. Tot een filmpje over hoog bezoek aan het verjaardagsfeestje van Erik Van der Paal viraal ging, en de nieuwsgierigheid van het hele land gewekt was.

Bart De Wever, Koen Kennis e.a. op weg naar een vriendschappelijk etentje van bouwpromotor Erik Van der Paal.Beeld Apache

Even verrassend schijnt het te zijn voor Tom Meeuws en zijn getrouwen, dat de rammelende potten en blikken uit het verleden nu zo’n fatale omvang hebben gekregen. Of voor de Gentse bestuurders die merken dat onbeantwoorde vragen over publieke en private belangen bij de stadionbouw blijven terugkeren. Het is inmiddels 2018 maar nog altijd onderschatten politici de disruptieve kracht van sociale media.

Het is inmiddels 2018 maar nog altijd onderschatten politici de disruptieve kracht van sociale media. Die technologische vernieuwing stelt het individu in staat de krachten te bundelen tegen de kostprijs van een internetverbinding

Die technologische vernieuwing stelt het individu in staat de krachten te bundelen tegen de kostprijs van een internetverbinding. Vroeger was kennis macht, maar nu kennis redelijk algemeen toegankelijk is, is connectiviteit (de mate waarin je verbonden bent) de nieuwe machtsfactor. De krachtenbundeling gebeurt minder in vaste, geordende instituten, maar veeleer in een netwerk, een tijdelijk verband.

Natuurlijk is dat geen uitsluitend politiek verhaal. Deze omwenteling heeft effect op het geheel van de samenleving. Vraag dat maar aan de machtige mannen die jarenlang hun potjes gedekt wisten te houden, maar nu door de internationaal doorrollende #metoo-beweging alsnog verantwoording moeten afleggen over hun gedrag.

Gemeenschappelijke actie

Sinds de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president, en de bijdrage van Facebook en Twitter daartoe, staan de sociale netwerken in het verdomhoekje. Facebook-oprichter Mark Zuckerberg gooit er zelfs de hele nieuwsstrategie op het platform voor om, zo maakte hij deze week bekend. Voortaan zal persoonlijke interactie voorrang krijgen op het verspreiden van nieuwsberichten. Vraag is of de remedie niet erger is dan de kwaal. Als berichten met veel interactie voorrang krijgen, dreigt de balans nog meer door te slaan naar spectaculair, extreem of onwaarachtig nieuws.

Dat sociale media zo’n politiek omwentelend potentieel hebben, is niet bepaald nieuw nieuws. Maar toen ze een rol speelden bij revoluties in Oekraïne of de Arabische wereld werden de Facebooks en Twitters nog geprezen om hun emancipatorische kracht. Nu blijkt dat die kracht ook elders ingezet kan worden, schijnen we genezen te zijn van die progressieve naïviteit.

Hetzelfde zie je in de lokale politiek. Netwerkvorming heeft ook bij ons een van de belangrijkste democratische vernieuwingen opgedrongen aan de politiek: de participatie aan de besluitvorming van mondige burgerbewegingen. Juist een partij als Groen heeft er zijn prille, nieuwe machtsbasis op gevestigd, om een stadsbeweging als Ringland niet te noemen. De partij besteedt in haar recente congresteksten ook heel wat aandacht aan de nieuwe democratische mogelijkheden die technologie biedt.

Het militante verzet van de zogenaamde ‘rechtse trollen’ is evenzeer een mondig burgernetwerk dat gebruikmaakt van de nieuwe media. Je zou dat met een oude linkse term ‘gemeenschappelijke actie’ kunnen noemen

Het idee dat technologie per definitie ‘a force of good’ is, blijkt evenwel een dure vergissing. Technologie is neutraal. Het militante verzet van de zogenaamde ‘rechtse trollen’ is evenzeer een mondig burgernetwerk dat gebruikmaakt van de nieuwe media. Je zou dat met een oude linkse term ‘gemeenschappelijke actie’ kunnen noemen. Die is dus niet alleen van kamp maar ook fundamenteel van vorm veranderd.

Het lijkt inderdaad zo te zijn dat ‘rechts’, in welke toonaard dan ook, momenteel energieker en beter georganiseerd gebruikmaakt van de nieuwe opportuniteiten. Dat is vast vervelend voor de overzijde, maar het is een beetje flauw – en ook wel onmogelijk – om het te gaan verbieden, zonder de bijl te zetten in grondwettelijke vrijheden. Je kunt voor jezelf wel wensen dat er enkel constructieve burgerbewegingen ontstaan, maar de technologie trekt zich daar niks van aan.

Vetting

Een van de belangrijkste maatschappelijke effecten van sociale media en nieuwe, alomtegenwoordige videotechnologie is dat het de grenzen doet vervagen tussen publiek en privaat. Alles wordt openbaar, onder het motto dat wie niets mispeutert, niets te verbergen heeft.

Politiek krijgt dat motto de vertaling van een roep om totale transparantie. Klinkt mooi, en meer politieke aansprakelijkheid ís ook mooi. Maar een gevolg is wel dat we inderdaad naar ‘Amerikaanse toestanden’ gaan, met een genadeloze ‘vetting’ van de handel en wandel van politici.

Vetting is een term die oorspronkelijk uit de paardensport komt, en slaat op de grondige controle die renpaarden moeten ondergaan bij de dierenarts (de vétérinaire), alvorens ze mogen koersen. Even grondig wordt de achtergrond van kandidaat-toppolitici in de VS gecheckt op eventuele misstappen uit het verleden.

Het lijkt erop dat we ook hier die kant op gaan. Er is alleszins geen dam meer om dat succesvol tegen te houden. Het is wellicht zelfs zo dat Groen (en sp.a) die krachten onbedoeld mee aangewakkerd hebben door in te zetten op deontologie en deugdelijk bestuur. Dan check je beter vooraf of je zelf geen kameraden meesleept die de oude politieke cultuur belijden. Opnieuw: boemerang.

Dit is een boemerang die alle kanten op schiet. De theoretische onbegrensdheid van de transparantie-eis noopt ons tot de vraag wat voor type politicus we nog wensen

Maar de tegenstrever die daar nu Schadenfreude in schept, bezint zich beter eerst. Dit is een boemerang die alle kanten op schiet. De theoretische onbegrensdheid van de transparantie-eis noopt ons tot de vraag wat voor type politicus we nog wensen.

Vlekkeloosheid leidt tot kleurloosheid. Misschien zelfs tot machteloosheid, want wie de macht hanteert, maakt altijd wel ergens de vingers vuil. Dat leidt alweer tot een andere democratische frustratie. De verkiezing van de allerminst vlekkeloze Trump is er mogelijk de weerbots van.

Als we Donald Trump als een aberratie beschouwen, waarschuwt de Amerikaanse schrijver Dave Eggers ons voor de uiterste consequentie van de opgelegde totale transparantie. In zijn dystopische roman De cirkel (2013) laat Eggers politici, onder druk van sociale media, met een camera om de nek rondlopen. Zo kan het publiek 24 uur op 24 volgen wat zijn verkozenen doen of zeggen. Het gevolg is dat ze niks meer ondernemen wat buiten de puriteinse normen van het machtige netwerk valt. Met de beste bedoelingen stort de democratie zichzelf aldus het ravijn in.

Botten in de modder

Een camera hangt er tot nader order nog niet om de nek bij Bart De Wever of de uittredende Gentse burgemeester Daniël Termont (sp.a). Maar wat hierboven staat, werpt wel een ander licht op het ‘affairisme’ dat over een deel van hun beleid is gaan hangen.

Natuurlijk zijn er zeer grote inhoudelijke en feitelijke verschillen tussen het Antwerpse Land Invest-dossier en het Gentse Ghelamco-dossier. Maar ten gronde gaat het telkens om een burgemeester die het mandaat van zijn gemeentebestuur uitput om iets aantoonbaar te veranderen in de stad. Daarvoor menen ze allebei een legitieme reden te hebben: de ene ziet in een nieuw voetbalstadion een identitair verbindend monument voor de stad, de ander wil met nieuwbouw de (hogere) middenklasse in de stad houden.

Gents burgemeester Termont kampt met het Ghelamco-dossier.Beeld Photo News

We moeten niet naïef zijn: mogelijk hebben ook andere, meer duistere motivaties een rol gespeeld. Dat weten we niet zeker, want hoewel beide dossiers uitentreuren uitgeplozen zijn, blijft het zoeken naar een ‘smoking gun’. Misschien omdat die er niet is?

Dat wil niet zeggen dat er geen ongemakkelijke vragen overblijven. De weg naar de hel is geplaveid met legitieme motivaties. De Brusselse Noordwijk is een blijvende waarschuwing van hoe de combinatie van stedenbouwkundig enthousiasme en politieke vriendendiensten kunnen eindigen in een ruimtelijke nachtmerrie.

In Gent en Antwerpen is de uiterste grens opgezocht van wat bestuurlijk toegestaan is. Om de zaken te laten vooruitgaan (zoals de meerderheid zegt), of om betrokken ondernemers uit het bevriende netwerk te bevoordelen (zoals de oppositie zegt)? Het valt alleszins op dat het vaak dezelfde architecten, financiers, bouwondernemers of ontwikkelaars zijn die de vrucht plukken van het politieke voluntarisme.

De kwestie is: hoe vuil mogen politici nog zijn in een tijd van groeiende transparantie?

Dat maakt politici kwetsbaar. Om te besturen moeten politici met de botten in de modder gaan staan. Daar word je vuil van. De kwestie is: hoe vuil mogen politici nog zijn in een tijd van groeiende transparantie?

Is de politiek één pot nat? De waarheid is wellicht dat politici niet smeriger besturen dan vroeger, veeleer integendeel. Het is de tolerantiegrens die opschuift. In zekere mate is dat een goede zaak: politici werken voor ‘ons’, met ‘ons’ belastinggeld. Het is wel onzeker waar de nieuwe grens dan getrokken wordt. De grens wordt beweeglijk. Niemand heeft nog het gezag om hem definitief af te lijnen.

Vertrouwen

Vertrouwen we een politicus die zijn netwerk aanspreekt om met flinke overheidssteun een voetbalstadion te bouwen? Vertrouwen we een politicus onder wiens gezag belangrijke zakendeals gesloten worden met een familievriend met een niet onberispelijk cv? Vertrouwen we een politicus die is moeten opstappen bij een bedrijf wegens fouten in het financieel beheer? Vertrouwen we een politicus die zich, desnoods gratis, laat uitnodigen in het adviescomité van een mediagigant?

En als we hen niet meer vertrouwen: wie vertrouwen we dan wel nog? De vragen blijven pertinent. In een democratie blijft het antwoord finaal toekomen aan de kiezer. We zijn benieuwd. 

Bart Eeckhout.Beeld Eva Beeusaert