Tournée veganiste: hoe mensvriendelijk is een maand dierloos eten?

© Maarten De Bouw

Move over vegetariërs, veganisten zijn de nieuwe hype. In november wil Easy Vegan zo veel mogelijk Vlamingen vier weken begeleiden voor een ‘proefperiode’. Onze man zette nu al een maand lang zijn tanden in de trend. Weg met kaas, eieren, vis of – o doodzonde – vlees, ­welkom soja, cashew­noten en zeewier. “Is er ook amandelmelk, vraag ik. En ik denk bij mezelf: zagevent.”

Kristof Bohez

Er was eens een kip in Ljubljana. En die belandde bij het vallen van een Sloveense avond op mijn bord. Had ze beter niet gedaan, want die nacht wilde ze zich onbedaarlijk weer uit mijn lichaam wringen. Een voedselvergiftiging op vakantie geeft je alle tijd om tussen het wegkwijnen door te denken aan wat beter kan. En dan denk je aan die blakende kerel die je kort daarvoor sprak. Een kerel die zich bekwaamd had in 8 uur per dag roerloos stilzitten, naar eigen zeggen dankzij yoga en, vooral, een dieet van plantaardige voeding. “Moet je ook eens proberen”, zei hij. “Je zal je lichter en fitter voelen, je huid zal beginnen te stralen.” Welaan dan. Fruit en groenten zijn gezonder dan zieke kippen. En veel zin in vlees zou ik de komende tijd toch niet hebben.

Ik neem me voor om een veganist van de gematigde strekking te zijn. Lees ik op verpakkingen dat een product “mogelijk sporen van melk” ­bevat, dan lees ik: hier zit normaal ­gezien geen melk in. Ik ga ook niét op de barricades staan om die leren riem om uw middel te verketteren. Ja, dat zijn ook dierlijke producten, maar nee, ik ben veganist, geen extremist.

Mijn eerste volwaardige vegan maaltijd is een portie falafelballetjes met kikkererwtenpuree, sesampasta en ander smeuïgs uit het Midden-Oosten. Zo lekker dat het naar meer smaakt. Ik schuim supermarkten af op zoek naar amandelmelk en vergeten groenten, vind op het internet ­recepten en ben de app HappyCow dankbaar dat-ie me veganistische hotspots leert kennen van Ljubljana tot Leuven.

Hoe hard mijn vrienden ook lachen – “Straal je al?” – mijn eerste week veganisme is een trip. Ik verbaas me erover hoeveel schotels bij de Thai veganistisch zijn, hoeveel vriendinnen plots met recepten aandraven. Ik ontdek dat veganaise (zonder ei!) minstens even lekker is als mayonaise, en smul bitterballen met kruidenvulling naast mijn in plantaardig vet gebakken frieten. Eat that, vrienden.

Ik voel me na één week effectief lichter en heb geen last meer van de klassieke na-de-maaltijd-dip. Het kwartier energie dat bij vleeseters naar de spijsvertering gaat, kan ik goed gebruiken om na te denken wat ik die avond weer zal eten.

In week twee ga ik naar de fitness en til ik even zware gewichten als voorheen. Ik ben één kilo lichaams­gewicht kwijt maar voel me even fit – of onfit – in vergelijking met mijn vleesetende zelf.

De voedingsleer weet het: wie als volwassene geen vlees eet, hoeft zich niet zwakker te voelen. Eiwitten en ijzer zitten ook in flinke doses in sojabonen, de vaak aangehaalde ‘vlees­vitamine’ B12 heb je als reserve in je lichaam, of als supplement in een potje. Dat de mens geëvolueerd is als vleeseter, betekent niet dat hij er zo veel van nodig heeft als u vandaag op ons bord schept. Wie dat betwist, moet maar eens een babbeltje slaan met Novak Djokovic of Serena Wil­liams. Topsporters die voornamelijk vegan serveren.

Portie gemoedsrust

Beknopt: vegetariërs eten veelal geen vlees omdat ze onze planeet onder de vleesindustrie, of de dieren in de slachthuizen, horen kreunen. Veganisten trekken dat engagement door en weren ook alle van dieren afgeleide producten. Denk aan honing en melk, kaas en eieren. Het scheelt een fipronilcrisis.

In ons land eten naar schatting 30.000 mensen veganistisch, en 300.000 vegetarisch. Tien keer zoveel vegetariërs dus; logisch dat zij een veel grotere impact hebben. Dus nee, ik denk niet dat ik de wereld zal veranderen met één maand veganisme. “Je zou zelfs in je bloed geen verandering zien na vier weken,” verzekert de dokter. Maar kijk, dan duiken beelden op uit het slachthuis van Izegem en zie ik voor het eerst een verandering in mijn denken, een noodzaak om dit te doen. Terwijl de varkens over de slachthuisgrond gesleurd worden, maalt het in m’n hoofd. At ik ooit op zo’n dag vlees? Die avond eet ik pittig gekruid seitangehakt met avocado. Als toetje volgt een portie gemoedsrust. Dat smaakt.

Plastic nepkaas

In week vier heb ik naar schatting 38 avocado’s achter de kiezen, en 16 liter sojamelk. Mijn ontbijt ben ik zo beu als koude havermoutpap. Ik heb zin in een boterham met kaas. My kingdom for a cappuccino. Maar het mag niet. Ik vind veganistische cheddar in de supermarkt en walg. Het ruikt naar cheddar, maar smaakt naar niks. De plakjes namaakkaas kunnen als plastic stijf overeind blijven staan.

En dan is er nog dat trouwfeest, waar ik nee moet zeggen tegen oesters. En dat lunch-interview waarbij de politicus me wijst op de puree die ik eet. “Daar zit zeker boter in. Je hebt dus gefaald.” Theo Francken, staats­secretaris van Asiel en Stimulatie.

Ik vraag me af of ik een waardeloze veganist ben, en word gerustgesteld door Bram Bruyland, oprichter van Belgiës toonaangevende vereniging BE Vegan. “Je mag eens een fout ­maken, dat betekent niet dat je meteen alles moet opblazen. Als organisatie willen we daar niet te fel in zijn. Het is al geweldig dat iemand ­probeert plantaardig te eten.”

Vooruit dan. Nog één weekje ­richting voldoening langs oesterzwammen, chili sin carne, nog meer soja en koffie met amandelmelk.

Kerstkalkoen

De kortst mogelijke samenvatting is er een uit de mond van een Antwerpse, zaakvoerster van een hippe snackbar en al drie jaar veganist: Als ge ne ­vegan shop hebt, is ’t gemákkelijk. Dat betekent ook: als je géén vegan shop hebt, is het niet gemakkelijk. Ik ben me gaandeweg gaan ergeren aan het gedoe: in naam van de afwisseling weer eens zoeken naar een geschikte eetplek of naar de juiste ingrediënten op de verpakking. Aan de dienster in de koffiebar vragen of er ook ­amandelmelk is in plaats van koeienmelk, en mezelf horen denken dat ik een zagevent ben. Veganist zijn kost tijd.

Maar uiteindelijk blijft het goeie hangen: ik heb in één maand veel ­lekkere vervangproducten ontdekt, en mis vlees een pak minder dan ­gedacht. Ik kan verder met deze kleinere voetafdruk. Minder kippen en varkens, wel nog die kerstkalkoen. Het leuke is dat er nog een hippe naam voor bestaat ook: ik word flexitariër. Wie weet gaat mijn huid er op een dag wel van stralen.

Lees meer op www.evavzw.be/easyvegan

Aangeboden door onze partners

Meer lifestyle

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Keuze van de redactie