© BERT DE DEKEN

Balpenkunstenares verkent de wereld via sociale media en kleurt deze blauw

Julie Pollet (25) uit Hoogstraten verkent het lichaam. Ze is met de handen begonnen. Julie tekent met balpen, al heeft ze ondertussen ook de magie van inkt en ecoline ontdekt. Op de hogeschool vond ze haar draai niet en ze zoekt nog naar een eigen stijl en taal, maar haar geschetste middelvingers reizen wel de wereld rond en haar balpen­tekeningen vallen op tussen de werken van andere kunstenaars.

Guy Van Nieuwenhuysen

“Ze noemen me Polly”, valt Julie Pollet (25) met de deur in huis. “Het is een bijnaam die ze me in Colombia hebben gegeven. Daar heb ik een jaar gewoond in het licht van een uitwisselingsproject. Mijn vrienden hadden er moeite met de uitspraak van mijn naam. Dzjoelie werd al snel Polly, met verwijzingen naar Polly Pocket, dat speelgoed uit de jaren negentig. Polly Pocket, Polly Pollet, het lag voor de hand. Het is een uit de hand gelopen grap, net als alles wat ik doe eigenlijk.”

Hand. Het woord is gevallen. Handen spelen een belangrijke rol in het nog prille, maar wel opvallende oeuvre van deze jonge kunstenares die enkele weken geleden naar Hoogstraten is teruggekeerd. Twee jaar heeft ze in Brussel gewoond en gewerkt. Nu vestigt ze haar atelier in het oude bedrijfsgebouw van Almasy in Meerle (Hoogstraten). Dat bedrijf richtten haar ouders negen maanden voor Julies geboorte op. “Ik ben een Almasy-dentje”, lacht ze.

© BERT DE DEKEN

Het begon met een middelvinger. “Ik ben tijdens mijn studies beginnen te tekenen. Ik zette een getekende middelvinger op Instagram en die is opgepikt. Ik kreeg veel aanvragen om nog meer ­middelvingers te tekenen. Zelfs uit het buitenland. Ik maakte een businessplan en diende dat in bij ­Artrepreneur van de Arteveldehogeschool waar ik toen schoolliep. Via die weg heb ik veel contacten kunnen leggen. De artistieke middelvinger die ik aan een vriend heb getoond, is dus het begin van alles geweest.”

Elke middelvinger vertelt een verhaal. “Ik heb de eerste getekend in een periode dat ik erg op zoek was naar mezelf. Ik had moeite met de school, met het gevoel dat ze me in banen wilden leiden. Ik wilde mijn eigen ding doen, maar dat werd niet geapprecieerd. Dus zei ik: fuck it! De middelvinger symboliseerde dat gevoel. Toen andere mensen mij vroegen om hun hand te tekenen, deed ik dat op voorwaarde dat ze me een adres gaven van iemand anders, naar wie ik die hand mocht sturen. Ik ben gaan zoeken naar het verband tussen twee personen, zonder te weten wie ze zijn.”

© BERT DE DEKEN

Sociale media spelen een belangrijke rol in het verspreiden van Julies tekeningen. “Ik stuurde de handen op, zonder enige referentie van wie de hand kon zijn. Alleen dat ik ze had getekend. De hand heeft een boodschap, maar communicatie via die moderne sociale media is erg vluchtig geworden. Zelf neem ik graag de tijd om een postkaart of een brief te schrijven. De tijd die je daarvoor vindt, is tijd die je aan iemand geeft.”

De middelvingers en handen van Julie – Polly – Pollet reisden de hele wereld door. “Ik heb middelvingers gestuurd naar Burkina Faso, Italië, Duitsland en de Verenigde Staten. Ze hebben me een job als art director in Brussel opgeleverd, die ik tot voor kort heb uitgevoerd. Nu ga ik weer helemaal voor de handen en voor mijn kunst. Ik vertrek naar New York voor een tentoonstelling met Kunstgezind, een Antwerps collectief van jonge kunstenaars. Ik mag met mensen uit New York ook een kledinglijn maken, een limited edition van veertig stuks. Ik heb uitdrukkelijk gevraagd om de middelvinger als symbool te gebruiken. Ze hebben mij gekozen vanwege mijn visuele stijl.”

Voyeuristisch

Polly Pollet neemt haar Guilty Pleasures mee naar New York. Dat is een reeks tekeningen die onlangs ook op de expo 944 Handen in het Hofke van Chantraine in Oud-Turnhout te zien was. “Ik heb aan het maken ervan veel plezier beleefd. Het zijn eigenlijk verhalen van andere vrouwen die bezig zijn met hun seksualiteit. Ik heb je al gezegd dat bijna alles wat ik doe, is gelinkt aan sociale media. Veel handen die ik krijg opgestuurd, zijn van mensen die ik niet ken. Ik teken hun handen en vertel daardoor hun verhaal. Zo zijn er ook vrouwen die me foto’s doorsturen waarop ze zichzelf aan het amuseren zijn. Ze weten wat ik ermee doe. Ik ben heel open in mijn communicatie. Die tekeningen stuur ik naar iemand anders en dat vinden ze niet erg. Dat is iets van onze generatie. Als je kijkt naar hoe mensen elkaar vinden via Tinder, is dat allemaal heel normaal. Mensen zijn voyeuristisch geworden.”

© BERT DE DEKEN

Met de handen die ze tekende, maakt Polly Pollet nu ook collages. In een van die collages valt ons oog meteen op een zware ring met het cijfer 42. “Elke hand vertelt een verhaal. Die hand is van een man uit Parijs. 42 verwijst naar Hitchhikers Guide to Galaxy. 42 is the answer to everything. Toen ik de man ontmoette, was ik gefascineerd door de ringen die hij droeg. Ik heb hem gevraagd of ik zijn handen mocht fotograferen. Dat getal duikt overal op. Zeker in Brussel, waar iemand aan het taggen is met 42. Je moet natuurlijk de boeken gelezen hebben of de films gezien om te begrijpen dat 42 het antwoord is op alles.”

Julie tekent vooral met balpen. “Eigenlijk is dat toeval. Er zijn nog kunstenaars die met balpen werken. Blijkbaar is het een dankbaar materiaal om mee te werken. You love it or you hate it. Er zijn mensen die me zeggen dat ze niet begrijpen waarom ik met balpen teken. Ik heb hetzelfde met potlood. Ik kan met potlood tekenen. Ik kan zelfs dieper gaan met potlood of met houtskool. Maar dat is niet mijn techniek. Nu niet. Misschien komt dat ooit wel. Ik wil me niet beperken tot balpen alleen.”

© BERT DE DEKEN

Toch noemt ze zichzelf The Ballpoint Ninja. “Eigenlijk is ook dat een grapje. Ik weet niet eens hoe ik aan die bijnaam ben geraakt. Iemand is me zo beginnen te noemen. Ik gebruik die balpen ook wel om mijn mening te geven. Voor het werk La petite bite heb ik zeventien balpennen gebruikt. Ik heb er vier maanden aan gewerkt. Er zitten zes lagen balpen over elkaar. Als je als meisje in Brussel woont, word je vaak achternagezeten door mannen en roepen ze allerlei dingen naar je. Dan denk ik, laat me gerust, ik kom jou toch ook niet vertellen dat jij een kleine penis hebt. Vandaar dit werk. La petite bite is kleine penis.”

Google streetview

“Uiteindelijk is de techniek maar een me­dium om mijn verhaal mee te vertellen. Ik werk nu ook met inkt en ecoline. Er zit wel steeds een verhaal in mijn werk. Zo maakte ik twee jaar geleden een tekening van een man die ik via Google Streetview heb ontdekt in Aleppo. De beelden dateren van jaren geleden en ik zocht ze op toen Aleppo zwaar werd gebombardeerd. De expressie die de man op zijn gezicht had in de soek, kon ik echt niet tekenen. Vandaar dat hij in mijn tekening geen gezicht heeft. Achter die man waren kinderen aan het spelen. En dan denk ik, wie is de goede en wie is de slechte in dit verhaal?”

“Ik heb ook een beeld gevonden uit Douma, waarvan mijn hart kromp en dat me heeft geïnspireerd om er een werk van te maken. Het waren kinderen die op elkaar gestapeld zijn, met het schuim op hun mond, allemaal dood. Ik ben ze gaan tekenen omdat ik vind dat die kinderen nog ergens moeten kunnen voortleven. De regering vertelde dat ze geen chemische wapens had gebruikt en dat de kinderen het slachtoffer waren van een zandstorm. Ik teken ze voor mijzelf, om me eraan te herinneren hoe goed we het hier hebben. Ik wil het de mensen ook door de strot rammen. Denk even na over wat er in de wereld gebeurt. Iemand die gelukkig is, vlucht niet. Het zou naïef zijn te denken dat ik met mijn tekeningen iets verander, maar ik wil wel dat het iets met de mensen doet als ze ze bekijken. Voor mij is dit geen vluchtig moment, maar onmacht. Ik kan niet op een andere manier communiceren, dus ik doe het met mijn tekeningen.”

© BERT DE DEKEN

Hoewel de wereld haar inspireert, beperkt die van Julie zich vooral tot het scherm van haar laptop. Daarop reist ze de wereld rond en legt ze contacten. Sociale media openen die voor haar. De handen die ze via de sociale media deelt, leveren haar de meest uiteenlopende verhalen op. Maar ook contacten.

Sociale media

“Vorig jaar heb ik nog in New York geëxposeerd met kunstenaars die ik online heb leren kennen. Zoals Porous Walker, die ooit art director van Francis Ford Coppola was. Via video hebben we elkaar onze werelden getoond en zijn we bevriend geworden. De wereld wordt heel klein achter mijn scherm.”

Via die sociale media toont Julie ook hoe haar werken tot stand komen. “Work in progress. Ik doe het met opzet, omdat mijn volgers erom vragen. Ik kreeg de opmerking dat mijn werk te perfect was en dat ze daarom het proces wilden zien. Nu toon ik dat en als reactie krijg ik dan beelden binnen van mensen die mij aan het tekenen zijn. Ook met balpen. Vreemd, maar wel tof. Ik leer veel van de mensen met wie ik contact heb.”

De moderne media inspireren haar ook om moderne technieken in haar werk toe te passen. “Ik wilde een tekening maken die het effect heeft van een 360-gradenbeeld. Door zespuntsperspectief te gebruiken, is me dat gelukt. Ik tekende een station in Japan dat een kat als stationschef heeft. De tekening is nog niet af, maar het effect is er wel. Het is niet omdat ik met een traditioneel medium werk, dat ik niet een stap verder kan gaan. De technologie staat ver.”

© BERT DE DEKEN

Julie heeft haar Brusselse hoofdstuk afgesloten en verhuist haar atelier, dat ze in de Vallée in Molenbeek tussen tientallen kunstenaars en creatievelingen had, naar het afgelegen Meerle. Daar neemt ze haar intrek in een leegstaande refter van een verlaten fabriek. “Ik krijg er de ruimte om grotere dingen, zoals mijn collages, te maken. Ik ga Brussel wel missen. Ik geef mezelf een jaar om te zien of dit hier kan werken. En of ik hier alleen aan de slag ga, of in een collectief. Ik heb al met wat bevriende kunstenaars gesproken en die zagen het wel zitten om eens een week langs te komen. Ze vinden het inspirerend dat in Meerle niets te doen is. We zien wel wat het wordt. Ik ben nog zoekende.”

Dit artikel komt uit CittA
LEES MEER IN CITTA KEMPEN