Precisiewerk met containers
Rotterdam
Leo Ruijs kijkt over het enorme complex van de ECT Delta terminal van 400 voetbalvelden groot op de Maasvlakte waar 80.000 containers kunnen worden opgestapeld. Even verderop bij de terminal van ECT Euromax kan het overslagbedrijf er nog eens 40.000 kwijt. ‘Gemiddeld staan ze hier een dag of vijf’, zegt hij. ‘Maar we zijn geen opslagplaats. Ons doel is ze zo snel mogelijk hier weer weg te krijgen’, aldus de 52-jarige CEO van Hutchison Ports ECT Rotterdam (ECT).
Zijn kantoor is gevestigd in een op een container lijkend gebouw zonder enige opsmuk waarop vaag het nummer 14 staat aangegeven. ‘U neemt de lift naar de tweede verdieping’, zegt de veiligheidsman bij de slagboom.
Ruijs kijkt uit over het bedrijfsterrein. Het liefst zou hij zien dat de containers die van de zeeschepen komen zo snel mogelijk op trucks, binnenvaartschepen of treinen verder worden vervoerd. ‘De logistiek moet efficiënter en duurzamer worden, waarvoor het transport over water en spoor moet worden verbeterd.’
stacks
De containers staan op de terminal in ‘stacks’ opgestapeld. Geautomatiseerde kranen halen ze daar uit – de ene container staat er twee dagen, de ander twee weken – en laden ze over. Circa 38 procent gaat op een binnenvaartschip en 12 procent op een trein. De helft gaat op een vrachtwagen, maar dat moet naar maximaal 35 procent. ‘Het is de grote uitdaging van de komende jaren’, zegt Ruijs. ‘Containers moeten niet in kleine hoeveelheden op initiatief van verladers worden getransporteerd op een vrachtwagen, maar in grotere hoeveelheden via spoor en binnenvaart op initiatief van de terminal.’
ECT is de grootste en een van de meest geavanceerde containeroverslagoperators van Europa. Op de deep sea terminals kunnen containerschepen aanmeren die in één keer ruim 20.000 containers (TEU) vol spullen vanuit Chinese havensteden naar Europa brengen. Meer dan dertig zeeschepen meren er elke week aan bij ECT, dat jaarlijks zo’n 7 miljoen TEU verwerkt.
havenfamilie
Ruijs is een onvervalste Rotterdammer, zo blijkt uit zijn accent. Zijn vader werkte in de haven, twee neven werkten ooit bij ECT. ‘Ik kom uit een havenfamilie. Maar hier ben ik ingerold. Ik heb een accountantsopleiding gedaan. In 2001 was ik expat en wilde terug naar Nederland. En ECT dat net door Hutchison Ports, een conglomeraat dat wereldwijd 52 terminals exploiteert in 26 landen, was overgenomen, had een vacature op de financiële afdeling. Anderhalf jaar later werd ik financieel directeur.’ Sinds 2015 is Leo Ruijs algemeen-directeur.
Een deel van het lossen van de schepen op de Maasvlakte is nu gerobotiseerd. Op afstand bediende kranen laden de containers op zelfrijdende karretjes die ze op de juiste plek zetten. Toch heeft ECT de meeste van de 48 kranen nog altijd bemenst. Het aantal werknemers is de laatste jaren wel afgenomen tot onder de tweeduizend.
Ook tijdens de crisis is van een keiharde sanering zoals bij de banken nooit sprake geweest. Na de crisis steeg de containeroverslag en nu kunnen er weer honderd mensen in dienst worden genomen.
‘Voor iemand die altijd zelf op een kraan heeft gezeten is het anders om met een joystick vanuit een kantoor de containers van een schip af te halen’, zegt Ruijs. ‘Maar het is veel moeilijker om vanuit het kantoor op een kraan te gaan werken. Het is gek om van 50 meter hoogte de diepte in te kijken en dan precisiewerk te doen.’
Frans Swarttouw
ECT was een pioniersbedrijf. Stuwende kracht was de visionair Frans Swarttouw (later de baas van Fokker) die containers had gezien in de havens van Amerika. Hij zag het als de oplossing voor de lage arbeidsproductiviteit in de stukgoedsector. ‘Al maak je de containers van goud, het gaat betalen’, zei hij tegen de havenbaronnen die sceptisch waren over de ‘containeritus’.
Swarttouws bedrijf en stuwadoor Thomsen richtten in 1966 samen met de NS European Container Terminals op. Drie andere havenbedrijven stapten nog hetzelfde jaar in. Swarttouw hamerde op snelle groei. In 1967 werden nog geen 10.000 containers overgeslagen, drie jaar later waren dat er al 160.000. In 1974 werden er al een half miljoen overgeslagen ondanks de oliecrisis en werkten 800 werknemers in de allereerste volcontinudienst, die later in vijf ploegen plaatsvond.
tijd is voorbij
Dat de containerschepen veel groter worden dan 20.000 TEU acht Ruijs uitgesloten. ‘Misschien komen er nog een paar duizend bij. Maar hoe ver gaat de ‘economy of scale’? De kosten wegen op enig moment niet meer tegen de baten op.’
De tijd van double-digitgroei in de containervaart, zoals in de afgelopen vijftig jaar, is voorbij. Veel producten (software, boeken, cd’s) worden niet meer verscheept, maar digitaal gedistribueerd. 3D-printing en insourcing – het terughalen van productie uit verre landen naar Europa – zorgen ook voor minder maritieme containers.
andere havens
Vroeger steeg de containeroverslag drie keer zo snel als het bruto binnenlands product. Deze correlatie is verdwenen. Nu is de groei van ECT te danken aan de voordelen van Rotterdam ten opzichte van andere havens die minder diepgang hebben om de volledig beladen schepen te allen tijde te kunnen ontvangen.
De volgende stap is dat ECT het verdere vervoer naar het achterland efficiënter en duurzamer maakt. Het bedrijf heeft economische belangen in treinen en binnenvaartschepen die de containers weghalen van de Maasvlakte en naar bijvoorbeeld de eigen terminal in Venlo brengen, dichter bij het Duitse achterland. En dat, zegt Ruijs, is pas het begin. <
waar Rotterdam
sinds 1966
werknemers 2000
jaaromzet 630 miljoen euro