Direct naar artikelinhoud
ReconstructieArnhemse villamoord

De druk werd almaar opgevoerd, totdat Ömer zei wat de politie wilde horen

Justitie, advocaten en verdachten van de Villamoord rondgeleid langs de plaats van het delict.Beeld Marc Pluim

De Arnhemse villamoord is mogelijk de grootste gerechtelijke dwaling uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis: negen mannen zouden ten onrechte zijn veroordeeld voor een roofmoord uit 1998. Tot die conclusie komt de Acas, de adviescommissie van de Hoge Raad, na vier jaar onderzoek. Het belangrijkste bewijs is volgens die commissie 'vals'.

en

‘Je liegt. Je liegt. Je liegt. Je liegt. Je liegt. En waarom lieg je? Misschien wel omdat jij de moordenaar bent.’

Het gebeurde in een grauw kamertje van slechts een paar vierkante ­meter op het Arnhemse politiebureau. Drie mannen zitten aan een kleine tafel. De luxaflex voor het raam hangt scheef. De cursor op het lege computerscherm knippert in afwachting van wat komen gaat.

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie:

‘Misschien ben jij wel de moordenaar.’

Een van de mannen gaat staan. Het is rechercheur Ben – blauwe blouse, pen in zijn borstzak en kalende kruin. Hij schreeuwt. Slaat hard met zijn vlakke hand op tafel, bukt en komt met zijn gezicht vlak bij het hoofd van de nog altijd zittende verdachte.

‘Jij. Bent. Er. Bij. Geweest. Jij bent erbij geweest, jongen’, schreeuwt Ben.

Nee, antwoordt verdachte Ömer.

Ben: ‘Jij was erbij.’

Ömer: ‘Nee.’

Ben: ‘Jawel, jij was daar.’

Het is 9 april 1999. Een dag eerder is de Nederlands-Turkse Ömer gearresteerd. Nog diezelfde dag wordt hij meer dan twaalf uur verhoord – tot diep in de nacht. En vandaag zijn de verhoorders Ben en Henk ook al vijf uur met hem bezig. Want, zo is hun overtuiging, de 29-jarige Ömer was de chauffeur die de moordenaars van Geke de Goede ruim een half jaar eerder naar en van de plaats delict reed. Ook zou Ömer op de uitkijk hebben gestaan.

Anderen hebben Ömer aangewezen

De politie weet al wat er is gebeurd met het 63-jarige slachtoffer van de Arnhemse villamoord, beweren de ­rechercheurs tegen de verdachte. Twee andere betrokkenen hebben Ömer aangewezen, zeggen de verhoorders stellig. De politie liegt, maar dat weet Ömer niet. Slechts één andere verdachte heeft gezegd dat Ömer erbij betrokken zou zijn. Deze verdachte weet dit niet uit eerste hand, maar heeft het van horen zeggen.

De verklaring van de anderen staat zelfs op papier, vervolgt verhoorder Ben desondanks stellig. Hij loopt druk heen en weer door de kleine ruimte. Hij priemt met zijn vinger op tafel als hij weer vlak voor Ömer staat. ‘Voor mij betekent dat, dat jij daar bent geweest.’ Het is nu aan Ömer om zijn rol toe te lichten, stellen de rechercheurs. Doet de verdachte dat niet, waarschuwen ze hem, dan geeft hij zijn mededaders de kans hun rol kleiner te maken en het aandeel van Ömer in de roofmoord gróter. Het is het verschil tussen 2 of 20 jaar gevangenisstraf, houden ze hem voor. Want misschien was Ömer wel helemaal niet de chauffeur, maar degene die de trekker overhaalde.

Ben: ‘Dan krijg jij een probleem, vriend! Dadelijk zeggen ze dat jij…’

Henk: ‘…binnen in het huis bent geweest.’

Ben: ‘Juist!’

Het is dit vooruitzicht waardoor Ömer om 22.45 uur, ruim twee uur ­nadat het derde verhoor van die dag is begonnen, zegt wat de rechercheurs willen horen. ‘Hun weten alleen ik ben chauffeur. Ik ben daar die Apeldoornseweg, eh, achterlaten’, zegt Ömer in gebrekkig Nederlands. ‘Hun zeggen over half uur, drie kwartier terugkomen. Dan, ik kwam, ik weet niet wat hun binnen hebben gedaan.’

Mogelijke gerechtelijke dwaling

Het is het begin van een bekentenis, een die de basis vormt voor mogelijk de grootste gerechtelijke dwaling uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis. Negen mannen zullen voor de roofmoord worden veroordeeld, onder wie Ömer. De gevangenisstraffen variëren van 5 tot 12 jaar. Een van de veroordeelden, Dave Kuils, zal uiteindelijk zelfmoord plegen in de cel. ‘Mijn broer was een dondersteen, maar naar ons toe altijd eerlijk, ook over zijn streken’, zegt zijn zus ­Mariëlla Sneep. ‘En hierover was hij heel stellig: hij heeft altijd volgehouden dat hij niets met de roofmoord te maken had. Hij heeft alles geprobeerd om zijn onschuld te bewijzen. Toen dat niet lukte, zag Dave geen andere uitweg meer. Hij kon niet leven met de gedachte dat hij 8 jaar cel kreeg voor iets wat hij niet had gedaan.’

Uit een dinsdag verschenen advies van de Acas, de commissie die zich buigt over mogelijke gerechtelijke dwalingen en de Hoge Raad daarover adviseert, blijkt dat er inderdaad grote fouten zijn gemaakt. Zo komen de processen-verbaal waarop de rechters zich baseerden niet altijd overeen met wat de verdachten in werkelijkheid hebben gezegd. Op de twee verdachten die een bekennende verklaring aflegden, onder wie Ömer, werd ‘structureel druk’ uitgeoefend. Ze werden langdurig verhoord, tot laat op de avond, en onbehoorlijk bejegend.

‘En de politie gebruikte een verhoortechniek die het risico op valse bekentenissen verhoogt’, zegt advocaat Paul Acda. Hij staat onder anderen de nabestaanden van Dave Kuils bij. ‘De rechercheurs houden Ömer voor dat hij moet kiezen. Hij is óf binnen geweest en dus mogelijk de schutter – in dat scenario kan hij 20 jaar gevangenisstraf krijgen. Óf hij heeft buiten op de uitkijk gestaan – waardoor zijn straf marginaal zal worden. Als hij niet kiest, dan doen de medeverdachten dit voor hem en zal hij dus als moordenaar worden aangewezen.’

Inbreker

‘Bernd, er is iets ernstigs gebeurd. Een inbreker heeft mij en Geke neergeschoten. Geke ligt dood op bed.’ Het is 20.10 uur, woensdag 2 september 1998, als Eline haar broer Bernd belt. Ze vraagt of hij de politie wil bellen, want ze is zojuist het slachtoffer geworden van een roofmoord.

Een half uur eerder is Eline (32) bij Geke de Goede langsgegaan om een vermaakte jas op te halen. Maar als ze aanbelt bij de vriendin van haar ouders wordt er niet opengedaan, terwijl ze elkaar even daarvoor nog aan de telefoon hadden. Eline stapt daarom via de achterdeur naar binnen.

Daar treft ze Geke. Maar de 63-jarige vrouw is niet alleen. Achter haar staat een kleine, lichtgetinte man. Met een pistool in zijn hand. Het is menens, zegt Geke tegen Eline. ‘Ik hoef geen kleingeld’, vervolgt de inbreker. Hij pakt de portemonnees van de vrouwen af en ­dirigeert hen naar de slaapkamer. Eline en Geke moeten naast elkaar op het bed gaan liggen. Daar schiet de inbreker tweemaal: de eerste kogel gaat door het hoofd van Geke, de tweede schampt het hoofd van Eline.

Terwijl ik het lichaam van Geke voelde verslappen, deed ik ook alsof ik dood was, zal Eline later verklaren.

Mysterie

Het misdrijf plaatst de politie voor een mysterie: wie vermoordde Geke de Goede? In de familiesfeer vindt de politie geen motief. Negentien getuigen verklaren dat ze een warm mens was, iemand die veel over had voor haar medemens. Het gezin, met vier kinderen, wordt omschreven als harmonieus. En de relatie met haar man omschrijven familie en bekenden als ‘zeer goed’.

Was het dan een roofmoord? Als dat zo was, dan was die niet erg goed uitgevoerd. In de portemonnees van de slachtoffers zat niet veel geld. De dader ontvreemdde nog wel de gouden slaven­armband van Gekes pols. Maar hij doorzocht de villa niet. De 1.000 gulden die verstopt lagen in de slaapkamer waren onaangeroerd. En ook de kluis in de kelder liet hij – getuige de onaangetaste spinnenwebben – links liggen.

Verhoorder Ben: ‘Wat hebben ze gepakt dan?’

Verdachte Ömer: ‘Een eh beetje geld opgepakt.’

Ben: ‘Ja.’

Ömer: ‘En dan eh beetje eh juwelieren opgepakt. (…) Hun hebben gezegd.’

Ben: ‘Was het geen groot bedrag?’

Ömer: ‘Misschien tien-, twintigduizend.’

Aanvankelijk heeft de politie slechts een paar aanknopingspunten. Een getuige meldt zich om te zeggen dat hij die avond een verdachte donkerblauwe Volkswagen heeft gezien. De aangetroffen vingerafdrukken leveren geen match op. De compositie­tekening levert wel tips op, maar geen enkele die leidt naar een dader.

Ook de slachtofferverklaringen van Eline brengen de politie niet verder. Ze brengen haar zelfs onder hypnose. Het enige wat ze kan vertellen, is dat er sprake is van één dader: een man van een jaar of 30, met een volle snor. Hij heeft grove krullen, bolle wangen en een getinte huid. En zijn Nederlands? Dat klinkt keurig, volgens Eline. Al zegt ze wel een licht accent te hebben gehoord.

Doorbraak

Eind januari komt de eerste doorbraak. De rechercheurs hebben hun oor te luisteren gelegd in de Arnhemse en Nijmeegse onderwereld, en komen terecht bij Kemal. Deze Turk behoorde tot een crimineel gezelschap. Niet lang daarvoor heeft hij ­ruzie gekregen met een van zijn criminele kompanen: Nevzat Altay, een drugshandelaar die tevens overvallen en geweldpleging op zijn strafblad heeft. Kemal vertelt de politie dat Nevzat hem had verteld over een groot huis in Arnhem. In het huis zou een oude rijke man wonen die een kluis onder het bad had.

In de rondgang die volgt, krijgt de politie nog meer informatie: Nevzat ontkent iets te maken te hebben met de moord, maar wijst weer terug naar Kemal en naar een andere crimineel, Huseyin. Met deze laatste heeft Nevzat eveneens een conflict. Maar een andere crimineel uit de Arnhemse onderwereld wijst juist weer naar Nevzat, en noemt daarbij nog twee namen. De informatie is niet erg gedetailleerd, in de verklaringen passeren veel namen de revue, blijkt uit een analyse uit 2014 van onderzoeksgroep Gerede Twijfel van de Universiteit Maastricht.

Justitie, advocaten en verdachten van de villamoord bij de plaats delict aan de Apeldoornseweg.Beeld Marc Pluim

Eind maart wordt weer een verdachte gehoord. Het gaat om Sevket, de broer van Kemal. Ook hij vertelt de politie – nadat hij met onderbrekingen veertig uur is verhoord – dat Nevzat hem in een dronken bui had opgebiecht dat hij samen met anderen een roofmoord had gepleegd. Sevket vertelt bovendien dat hij heeft gehoord dat Ömer de chauffeur was op de avond van de moord. Het enige probleem: Ömer rijdt in een Mercedes, en niet in een donkerblauwe Volkswagen zoals de getuige had gesignaleerd.

Verhoorder Ben: ‘Was je met je eigen auto?’

Ömer: ‘Ja. Ik heb eigen auto. Mercedes.’

Ben: ‘Je liegt weer. Je liegt.’

In de kleine verhoorruimte heeft Ömer zijn stoel inmiddels naar achteren geschoven. Hij zit helemaal in de hoek. Het is laat. Nadat de verdachte om 22.45 uur is begonnen met bekennen, zijn de rechercheurs doorgegaan met hun vragen. Ze willen meer details horen over hoe de avond van de moord is verlopen. Het enige probleem: de details die Ömer vertelt, ­komen veelal niet overeen met de ­beschikbare feiten. Hij beweert dat het donker was, terwijl het om half acht ’s avonds nog licht was. Hij kan het huis en de tuin niet goed beschrijven. Ook noemt hij het verkeerde kaliber wapen. Als de verhoorders hem schreeuwend beschuldigen van liegen, wijzigt hij zijn verhaal enkele malen.

Onderzoeksleider Ad heeft zich inmiddels bij het gezelschap gevoegd. Terwijl Ömer zich zo nu en dan op zijn hoofd krabt, trekt deze politieman fel tegen hem van leer. Volgens de rechercheurs omdat Ömer liegt. Volgens onderzoeksgroep Gerede Twijfel omdat Ömer wegens gebrek aan daderkennis niet zegt wat ze willen horen. Vooral over de kleur van de auto voelen ze Ömer uitgebreid aan de tand.

Uiteindelijk suggereert Ömer dat ze die avond met meerdere auto’s ­waren. Maar welke? En zat daar de door de getuige genoemde blauwe Volkswagen bij?

Ömer: ‘Twee auto’s, denk ik.’

Ad: ‘Twee? Denk ik? Of meer? Wat voor auto’s?

Ömer: ‘Eén is Mercedes 190.’

Ad: ‘En dan nog meer?’

Ömer: ‘Eén is een Peugeot 205.’

Ad: ‘En wat nog meer?’

Ömer: ‘Dat was het denk ik.’

Ad: ‘Nee, wat nog meer?’

De verhoorders beginnen op de verdachte in te praten. Ze vertellen hem dat ze precies weten wanneer hij zit te liegen. En dus vervolgt Ömer door te zeggen dat er misschien ook een witte Mitsubishi bij betrokken was.

Ad: ‘Het was geen Mitsubishi.’

Ömer: ‘Ford Scorpio blauw.’

Ad: ‘Nee. Geen Ford Scorpio. Blauw is goed. Ik zal je helpen. Nu nog het merk.’

De verdachte gokt, krijgt suggesties van de recherche om hem de goede richting op te sturen en een enkele keer wordt het goede antwoord zelfs voorgezegd. Op die manier lukt het de recherche om het proces-verbaal te krijgen dat ze wil hebben, concluderen de onderzoekers van de Universiteit Maastricht in 2014. Acas onderschrijft die conclusie. In het dinsdag verschenen rapport stelt de commissie dat de bekentenissen waarschijnlijk vals zijn. De veroordelingen door het gerechtshof zijn ‘naar huidige wetenschappelijke inzichten over valse verklaringen niet meer houdbaar’, aldus het adviesrapport aan de Hoge Raad.

Onjuist verklaringen

‘Keer op keer verklaart Ömer onjuist over enkele opvallende zaken, zoals bijvoorbeeld het uiterlijk van de woning, de gebruikte auto’s en de personen die bij de overval waren betrokken’, stelt raadsman Acda. ‘Als je een verdachte over de drempel hebt kunnen trekken om te bekennen, dan verwacht je na het passeren van die drempel een vloeiend en consistent verhaal in alle daaropvolgende verklaringen. Bij de verhoren van Ömer is het steeds een getrek en geduw om een ‘juiste’ verklaring op papier te krijgen. Bij een ervaren rechercheur moeten dan alle alarmbellen al afgaan, maar in deze zaak is het juist opvallend hoe de verhoorders deze onjuistheden hebben stilgezwegen in de latere verhoren.’

Het is inmiddels na middernacht, bijna anderhalf uur nadat Ömer is begonnen te bekennen. De verhoorders willen naar huis. En ook Ömer is ‘het zat’. Later zal hij nog een keer minutieus worden verhoord, vertellen de rechercheurs hem. Dan zal zijn verklaring worden ‘bijgevijld’, ‘bijgeschaafd’.

Verhoorder Ben: ‘We gaan natuurlijk niet de hele nacht door. Dat hou jij ook niet vol.’

Eén ding wil Ömer nog wel weten: kunnen de politieagenten hem vertellen wat voor straf hij zal krijgen.

Henk: ‘Nee dat kunnen we eigenlijk niet.’

Verantwoording

Voor dit verhaal is ­gebruikgemaakt van ­dossierstukken, de ­opnamen van de verhoren van Ömer, het advies van de Acas en het boek De Arnhemse villamoord van onderzoeksgroep Gerede Twijfel. Verhoorder Ben is momenteel werkzaam als docent bij de Politieacademie. Daar geeft hij les in verhoortechnieken. Hij wil niet reageren. Ook teamleider Ad (inmiddels met pensioen) is om een reactie gevraagd, maar hij wil de Volkskrant niet te woord staan.