21 oktober 2017 om 03:00
Luister naar

Lied en traditie

Als tiener in de fase van mijn-ouders-begrijpen-mij-niet kwam ik graag bij mijn grootouders, God hebbe hun ziel. Niet dat die mij nu wél zo goed begrepen, maar ze waren zo prettig onverschillig over de dingen waar m’n ouders zich juist aan stoorden.

Mijn oma zei niet dat ik naar de kapper moest, ze aaide me gewoon over m’n ongeknipte en ongekamde bol. ‘Wat een mooi nieuw shirt heb je aan’, zei ze over het zwarte metalshirt met doodskoppen en bloederige logo’s, waarvan m’n ouders net gezegd hadden dat ik het niet aan mocht trekken voor het bezoekje aan opa en oma.

Afijn, het was uiteindelijk een tamelijk korte en onschuldige fase; mijn ouders bleken al snel ook de kwaadsten niet. Maar er zit iets typisch in. Op zo’n beslissend moment in je leven, moet je je blijkbaar even afzetten tegen de generatie vóór je – dat is geen breuk met de traditie, het is een traditie op zich, of de manier waarop de traditie hortend en stotend en piepend en klagend voortgaat ad infinitum, tot Sint-Juttemis. Je wilt het dan nadrukkelijk anders doen dan je ouders, en kijkt van hen weg; je zoekt naar begrip en bevestiging in twee richtingen.

Ten eerste, naar je leeftijdsgenoten, vrienden, klasgenoten. Ten tweede dus naar de generaties vóór je ouders. Je grootouders, of nog oudere geschiedenissen. Mijn oudere broer bijvoorbeeld ging in dezelfde leeftijdsfase plots onze familiestamboom uitpluizen. (Tot onze niet geringe trots bleek die heel wat ridders en edellieden te bevatten. Ook de roemruchte Gebroeders De Witt, zo onzachtzinnig behandeld door Haags geteisem, blijkt verre familie.)

liedgebruik

Onlangs verscheen een interessant onderzoek over trends in liedgebruik in katholieke kerken, uitgevoerd door Pieter de Wit (dan weer géén familie – ik herinner me althans niet dat ik hem ooit bij mijn oma of in mijn broers stamboom ben tegengekomen). Hieruit blijkt dat de muzikale voorkeur van met name katholieke jongeren sterk uiteenloopt: een deel voelt zich aangesproken door moderne gospel, opwekkingsliederen en andere vormen van protestantse liedcultuur, een ander deel grijpt terug op oudere katholieke tradities: Latijn en gregoriaans. De recentere katholieke liederen van bijvoorbeeld Huub Oosterhuis laat men juist links liggen.

Ik herken dat heel sterk, kan me identificeren met deze generatie. (Als laat-dertiger ben ik misschien ook nog steeds een katholieke jongere; in een steeds ouder wordende geloofsgemeenschap ben je immers lekker lang jong.) Ik heb ook helemaal niets met die halfzachte rijmen van Oosterhuis. Mijn voorkeur gaat duidelijk uit naar een oudere liturgische traditie, naar de mystieke verstilling van het gregoriaans.

dynamiek

Een paar alinea’s terug heb ik nog met veel genoegen twee Latijnse woorden gebruikt. Een groot liefhebber van opwekkingsliederen ben ik dan weer niet, ik krijg er eerlijk gezegd de kriebels van, maar ik ken veel generatiegenoten die er wel van houden, en dat gun ik hen van harte.

Wat ik maar zeggen wil: het is dezelfde dynamiek. Jonge katholieken werpen hun religieuze ankers twee kanten uit. Enerzijds over de schutting van de protestantse leeftijdsgenoten, die meer gewend zijn aan een ervaringsgericht, expliciet belijdend geloof. Anderzijds dieper de eigen katholieke traditie in, naar die rijke sacrale cultuur die alle tijd- en plaatsgebondenheid zo schitterend doet vergeten. Hun ouders, die meenden heel modern en vooruitstrevend te zijn met hun Oosterhuis-verzen, staan erbij en denken er het hunne van.

Ze zullen elkaar weer moeten vinden, de gelovige generaties. Elkaar begrijpen, of op z’n minst verdragen. Dat is traditie; patronen ontdekken in alle breuklijnen. De kinderen hebben hun redenen, verdienen hun eigen hoofdstuk in de geschiedenis. De ouders hadden ook hun redenen, hun hoofdstuk. En ach, ze waren heus de kwaadsten niet.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
.

Ik had nooit eerder een man horen zeggen dat hij feminist is

'Ik was zélf in het stereotype getrapt van de brutale meid die haar neus ophaalt voor alles wat mannen in machtsposities zeggen', schrijft Lysanne van de Kamp. En dat terwijl ze zich altijd zo ergerde aan dat stereotype.

Feniks de la Fosse

'Zijn ex regeert ons huishouden, ik kan er niet meer tegen.' Hoe kan dit worden opgelost?

‘Ik heb het nodig dat je me geruststelt’, zegt een vrouw tegen haar partner in de praktijk van relatiecoach Feniks de la Fosse tegen. ‘Ik ben gewoon onzeker en heb het nodig om te horen dat ik nummer één ben.’

Wim Dekker is lector informele netwerken en laatmoderniteit aan de Christelijke Hogeschool Ede.

Het gepest van Wilders mag niet gewoon zijn. Timmermans heeft hulp van andere Kamerleden nodig

Wim Dekker hoopt dat het fatsoenlijke deel van de Kamer niet in debat gaat over wat fatsoen is, maar soeverein afstand neemt van onfatsoen. En hij vraagt om gebed voor Frans Timmermans.

Zo sensationeel is dat boek van David de Vos niet, al suggereert hij het graag

Evangelisch prediker David de Vos prijst zijn verhaal aan als ‘het meest gedurfde en ongefilterde boek over de christelijke wereld dat je gaat lezen’. Verkooppraat, volgens Reina Wiskerke.

Kelly Keasberry is theoloog en pastoraal medewerker bij ziekenhuis AZ Monica in Deurne en Antwerpen.

Ambtenaren, managers, artsen of docenten: grijp eens wat vaker naar de gieter

Voor mij als ziekenhuispastor was het uitsterfbeleid niet om aan te zien, schrijft Kelly Keasberry. Na werktijd besloot ik tot een reddingsoperatie. Gewapend met een gietertje, een schaar en een emmer van de schoonmaker.

Anita Zeldenrust is ouder van een gezinshuis voor kinderen die (soms tijdelijk) niet thuis kunnen wonen.

Stilte kan confronterend zijn. Als de geluiden van buiten verstommen, gaat je binnenwereld aan de gang

Stilte kan confronterend zijn. Als de geluiden van buiten zijn verstomd, gaat je binnenwereld aan de gang. Het is mij lang gelukt dat uit de weg te gaan, schrijft Anita Zeldenrust. Drukte is een statussymbool.

nd

In Amsterdam zit een witte duif klem. Hoe kan ik de vogel nog redden? Klimmend, via de regenpijp?

Wat doe je als je ziet dat er een vogel verstrikt is geraakt in een net? Op één-hoog? Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Maar er is toch hoop.

George Harinck is rector magnificus aan de Theologische Universiteit Utrecht.

Laat kinderen weer sleutelteksten uit de Bijbel, de geschiedenis en de literatuur uit het hoofd leren

Het is ronduit zonde dat we tegenwoordig bijna niets meer uit ons hoofd leren. Want wat je niet bezit, kun je jezelf niet herinneren. Zorg daarom voor een goed gevulde binnenkamer, stelt George Harinck.

Hans Werkman

Bezwijkt in christelijke gedichten de poëzie 'onder de last van de boodschap'?

Lieddichter Ad de Besten was een meelevend christen, maar christelijke poëzie, moest dat zonodig? Hij las het werk van enkele christelijke dichters en constateerde dat dit wantrouwen geen nieuw voedsel heeft gevonden.