Direct naar artikelinhoud
kerstmis

Het geheim van ‘Stille nacht’, de hit van de feestdagen die iedereen ontroert

Ook deze kerstdagen zijn de opvoeringen van ‘Stille nacht’ niet te tellen, zoals hier in een kerk in New York.Beeld AP

Al tweehonderd jaar is ‘Stille nacht’ de kersthit bij uitstek. Het Oostenrijkse lied werd nochtans in een mum geschreven. Maar geschoolde musici weten: “Bij de slotnoot krijg je het fijne gevoel dat je thuiskomt.”

“Was ‘Stille nacht’ een haastklus? Dat verbaast me niks”, zegt Dave von Raven, frontman van de Nederlandse beatgroep The Kik. “Het schrijven van een succesnummer hoeft helemaal niet lang te duren. Kijk naar John Lennon en Paul McCartney. Die hebben een heleboel hits gemaakt in de toerbus. Op weg naar een optreden kon er zomaar een nieuw liedje ontstaan.”

Ook ‘Stille nacht’ heeft zijn Lennon en McCartney. Ze dragen de Oostenrijkse namen Joseph Mohr en Franz Gruber. Precies 200 jaar geleden, op kerstavond 1818, hielden ze hun ‘Weyhnachts-Lied’ ten doop in de Sankt-Nikolaikerk van Oberndorf, een dorp in het Zillertal bij Salzburg. Nooit hebben de twee geweten dat ze het leven schonken aan de grootste kersthit aller tijden.

Zie hoe ze zich bij kaarslicht opstellen naast de kerststal. De man met de gitaar is Joseph Mohr, de 26-jarige hulppriester die de tekst heeft geschreven over een goddelijk knaapje met krulhaar. Naast hem staat Franz Gruber, de 31-jarige koster en organist die de muziek een paar uur tevoren heeft gecomponeerd. Mohr tokkelt akkoorden en zingt de melodie, Gruber neemt de tweede stem voor z’n rekening. Sti-hil-le Nacht! Hei-heil’ge Nacht!

Ook ‘Stille nacht’ heeft zijn Lennon en McCartney

Twee eeuwen later kan iedereen de noten dromen. Maar wat is hun geheim? Welke toverkunst maakt dat ‘Stille nacht’ zich heeft genesteld in het collectieve geheugen? “Op papier oogt de melodie hoekig” zegt Calliope Tsoupaki, de Grieks-Nederlandse Componist des Vaderlands. “Ik zie korte fragmenten en veel herhaling. Maar juist daarin schuilt een deel van het geheim. De melodie is zó eenvoudig, dat iedereen er zijn gevoel in kwijt kan. Het overzichtelijke schept ruimte voor ontroering.”

Bij de première in 1818 zongen Mohr en Gruber tweestemmig, ze zaten aan elkaar vastgeklonken met het interval van een terts of een sext. De verbreiding van ‘Stille nacht’ begon met zingende families. Dat de Von Trapps uit de musical The Sound of Music niet de eersten waren, bewijzen de kinderen van handschoenenmaker Lorenz Strasser uit Tirol. In 1831, op de decembermarkt in Leipzig, baren Anna, Amalie, Caroline en Joseph opzien met hun meerstemmige ‘Stille nacht’. En de familie-Rainer, bestaande uit vijf broers, voert het kerstlied in de jaren 1820 en 1830 met succes langs zalen en paleizen in Europa.

Ritme en tempo

Het mocht dan een haastklus zijn, componist Franz Gruber dacht er wel degelijk bij na. Voor de maatsoort en het ritme van ‘Stille nacht’ greep hij terug op de Siciliano, een oude dans met een schommelende beweging. Die werd voor slaapliedjes en herdersscènes wel vaker van stal gehaald, zelfs Bach was er in het Weihnachts-oratorium niet vies van. Von Raven: “Dat schommelende valt meteen op. Het geeft een lome swing die me doet denken aan gospelmuziek.” Tsoupaki: “‘Stille nacht’ heeft zeker trekken van een christelijk wiegelied. Maar ik hoor er ook een heidens genre in dat al duizenden jaren bestaat: een ode aan de nacht. Het is muziek vol verwondering en mysterie.”

‘Ik hoor er ook een heidens genre in dat al duizenden jaren bestaat: een ode aan de nacht’
Dave von Raven, frontman van de Nederlandse beatgroep The Kik

Als tempo koos Gruber Largo, de Italiaanse aanduiding voor ‘breed, langzaam en gedragen’. Hoe langzamer hoe beter, vindt Dave von Raven. “Het is een sereen liedje. Als je op kerstmuziek wilt huppelen kun je beter ‘De herdertjes lagen bij nachte’ kiezen.” Tsoupaki: “Het trage tempo draagt bij aan de ontroering. En de schommelbeweging bevordert saamhorigheid. Kijk naar mensen die hun geliefde lang hebben moeten missen. Als ze elkaar om de hals vallen, bewegen ze vaak langzaam heen en weer.”

Op 19de-eeuwse migratiegolven spoelt Stille nacht aan in Amerika. De eerste opname van wat dan ‘Silent Night’ heet, stamt uit 1905. Hij wordt in Philadelphia ingezongen door een vierkoppige close-harmonygroep. Als Bing Crosby zich er in 1935 mee bemoeit, scoort de zoetgevooisde zanger en acteur een monsterhit. Sindsdien zijn de arrangementen en parodieën niet te tellen.

De climax

Wie de akkoorden van ‘Stille nacht’ op gitaar speelt, legt de basis voor het eerste het beste popliedje. “Schema I-IV-V-I, zo simpel als wat”, zegt Von Raven. “Door die harmonische eenvoud komt de climax des te beter uit”, zegt Tsoupaki. “Het hart van het lied ligt vier maten voor het eind, bij ‘Schlaf in himmlischer Ruh!’. Op het woord ‘Ruh!’ klimt de melodie naar z’n hoogste punt en komt de ritmische schommel tot stilstand.” Von Raven: “Je hangt even in het ongewisse. Het is alsof de muziek een vraag stelt die in de slotmaat wordt beantwoord.” Tsoupaki: “En dan vloeit de melodie vanaf het hoogste punt snel naar beneden. Bij de slotnoot krijg je het fijne gevoel dat je thuiskomt.”

De mythe van de muizen ontkracht

Raadsel rond ‘Stille nacht’: waarom werd bij de eerste uitvoering op kerstavond 1818 een gitaar gebruikt en geen kerkorgel? De standaardverklaring luidt dat muizen de blaasbalg van het dorpsorgel in Oberndorf hadden aangevreten. De Nederlandse dirigent Dick van Gasteren dook in de historie en vond een aannemelijker verklaring. “‘Stille nacht’ past in de traditie van het anklopfen. In de adventstijd en op kerstavond gingen ‘aankloppers’ langs de deur, groepjes mannen die verkleed als herder de geboorte van Jezus verkondigden. Met een gitaar ging dat uiteraard handiger dan met een orgel. De tweestemmige melodie en het wiegende ritme van ‘Stille nacht’ wijzen eveneens in die richting.”