Klimaatverandering verandert Los Angeles in luciferdoosje: nu al 2 keer meer droge periodes dan 150 jaar geleden
In Los Angeles komen meer dan dubbel zoveel droge periodes voor als 150 jaar geleden, en elk jaar ook 23 méér droogtedagen. Dat heeft bijgedragen aan de verwoestende branden de voorbije maand, besluiten wetenschappers die het aandeel van de klimaatverandering daarin onderzochten. "Deze weersomstandigheden zullen steeds vaker voorkomen als landen fossiele brandstoffen blijven verbranden", waarschuwen ze.
Minstens 28 doden en zeker 10.000 vernietigde huizen: dat is de voorlopige tol van de verwoestende branden die de streek rond Los Angeles sinds 7 januari teisteren. De voorbije 3 weken was het vuur nauwelijks in te tomen, tot er dit weekend eindelijk regen viel.
Op zich zijn natuurbranden in de regio normaal. De vegetatie is er ook aan aangepast, met grassen, struikgewassen en eiken die het vuur vaak nodig hebben om te kunnen kiemen. Dat het vuur nu zo snel en zo vernietigend om zich heen greep, en dat bovendien midden in de winter, dat was veel minder normaal.
Het World Weather Attribution (WWA), een internationaal team van wetenschappers dat klimaatrampen onderzoekt, wilde weten of de klimaatverandering er voor iets tussen zit. De onderzoekers, onder wie ook 3 van de VUB, bestudeerden daarom de hitte-, droogte- en neerslagpatronen.
De vorige 2 winters, van 2022 tot 2024, waren erg nat, waardoor de vegetatie sterk kon groeien. In mei 2024 stopte het vervolgens met regenen, waardoor al dat struikgewas uitdroogde en veranderde in aanmaakhout. Een vonk, aangestoken of natuurlijk, wordt dan al snel een uitslaande brand. De sterke Santa Ana-winden, die in deze tijd van het jaar vanuit de bergen naar de kust rollen, wakkerden die branden aan.
Het vuur had niets te vrezen. Normaal is de zomer het bosbrandseizoen in Californië, waarna de herfstregens de vlammen doven. Maar dit jaar bleef de regen uit. Maandenlang.
Fossiele brandstoffen
De onderzoekers besluiten dat zo'n combinatie van heet, droog en winderig weer vandaag 35 procent vaker voorkomt in de regio dan 150 jaar geleden. Tegen 2100 kan dat zelfs 80 procent worden, gesteld dat de klimaatopwarming dan is opgelopen tot 2,6 graden Celsius, het meest waarschijnlijke scenario.
Ook komt een droge periode zoals de voorbije herfst 2,4 keer vaker voor dan vroeger. En elk jaar telt 23 droogtedagen méér dan in de pre-industriële periode.
"Droge periodes zetten zich vaker door tot in de winter. Daardoor vergroot de kans dat branden uitbreken tijdens de sterke Santa Ana-winden. Die kunnen kleine vonken doen veranderen in dodelijke inferno's", zo vat Clair Barnes het samen. Ze is WWA-onderzoeker en verbonden aan het Imperial College in Londen.
"Als we niet sneller afstappen van de fossiele brandstoffen die de planeet opwarmen, zal Californië heter, droger en brandbaarder blijven worden."
Metingen en modellen
Het WWA voert sinds 2014 zulke onderzoeken uit bij grote klimaatrampen. Zo willen de wetenschappers een helderder beeld krijgen van de impact van de klimaatverandering op onze dagelijkse levens. Zo berekenden ze dat de klimaatverstoring in 2024 wereldwijd gemiddeld 41 extra hittedagen veroorzaakte en minstens 3.700 klimaatdoden kostte.
Het WWA werkt met metingen en computerberekeningen. Ze vergelijken historische gegevens met recente, in dit geval van de temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag en droogte. Zo krijgen ze een zicht op hoe de weersomstandigheden de voorbije 150 jaar zijn veranderd.
Die informatie toetsen ze gewoonlijk aan verschillende computermodellen die voorspellen hoe het weer zich bij die omstandigheden zou kunnen gedragen. In dit geval waren de brandmodellen echter minder betrouwbaar, geven de wetenschappers zelf toe. De oppervlakte van het getroffen gebied was te klein om bruikbare resultaten op te leveren.
Maar de metingen en de vaststellingen op het terrein liggen sterk in lijn van wat eerdere studies van onder andere het VN-klimaatpanel IPCC al voorspelden. Daarom zien ze geen reden om te twijfelen aan hun conclusies.
Aanpassen aan de nieuwe realiteit
De onderzoekers wijzen er ook op dat de enorme schade niet alleen veroorzaakt werd door de klimaatomstandigheden, maar ook door de ruimtelijke ordening en gebrekkige infrastructuur.
Of de afgebrande huizen bijvoorbeeld voldoende ver van de vegetatie gebouwd waren, zal verder onderzoek moeten uitwijzen, zegt het WWA. Ze verwijzen ook naar het gebrek aan bluswater, doordat de brandkranen niet voorzien waren op de enorme vraag.
De Californiërs zullen zich moeten aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Zo waarschuwen de onderzoekers dat er een beter waarschuwingssysteem moet komen in sommige wijken. Niet iedereen werd even snel gewaarschuwd voor het naderende vuur.
Het gaat dan om de armere en vaak zwarte wijken waar ook de meeste doden vielen. "De ouderen, de mensen met een beperkte mobiliteit, de mensen met een lager inkomen zonder eigen voertuig en die delen van de bevolking die laat verwittigd zijn, zijn buiten proportie getroffen. Voor hen was het veel moeilijker om zich in veiligheid te brengen", zo klinkt het.
Sowieso zullen de Californiërs niet zomaar terug kunnen naar hun oude manier van leven. Ze zullen zich moeten aanpassen, zegt Park Williams, een van de auteurs van het onderzoek en professor aan de Universiteit van Californië.
"Deze gemeenschappen kunnen alles niet op dezelfde manier heropbouwen. Dan is het slechts een kwestie van jaren voor de afgebrande gebieden opnieuw begroeid raken, en de kans op snelle vuurhaarden terugkeert."