Links-extremisme is zeer moeilijk te bestrijden
sommige links-extremistische groepen zijn zó goed in het uitwissen van hun sporen, dat het Openbaar Ministerie (OM) vaak niet eens een onderzoek kan beginnen. Of, in beleidstaal: extremisten binnen die groepen hebben een ‘hoge mate van veiligheidsbewustzijn’. Dit probleem is ‘zorgelijk en onwenselijk’, schrijft minister Grapperhaus in een opvallend korte brief, op verzoek van de Tweede Kamer.
Deze werd in mei opgeschrikt door een rapport van Grapperhaus’ eigen ministerie: ‘Links-extremisme in beeld. Een verkennend onderzoek naar links-extremistische groeperingen in Nederland’. Een van de conclusies is dat links-extremistische acties ‘om uiteenlopende redenen’ nauwelijks vervolgd worden. De onderzoekers gebruiken zelfs het woord ‘straffeloosheid’.
Dat beeld wil Grapperhaus graag bestrijden. Het is volgens hem écht niet zo dat extremisme van ‘links’ anders behandeld wordt dan varianten, ‘zoals rechts-extremisme, dierenrechten-extremisme of gewelddadig islamitisch extremisme’. De minister benadrukt dat het OM altijd onderzoek doet naar strafbare feiten, en ‘waar mogelijk’ verdachten vervolgt. Daarbij gaat dit onderzoek alleen over extremisme op ‘links’.
Nu is juist dat ‘waar mogelijk’ het probleem, aldus de onderzoekers. Veel links-extremistische acties blijven nét binnen de grenzen van de wet, waardoor er geen strafbare feiten gepleegd worden.
Daarnaast organiseren extremisten echter ‘home visits’, die wél strafbaar zijn. Daarbij worden huizen en bedrijfspanden beklad of vernield. Vaak zijn die acties gericht tegen het Nederlandse asielbeleid; de bekladde panden zijn dan van eigenaars of medewerkers van die bedrijven, of van hoge ambtenaren en lokale bestuurders en raadsleden die met het asielbeleid te maken hebben.
Niet veel activisten zijn bereid deze ‘home visits’ uit te voeren, schrijven de onderzoekers. En de mensen die het wél doen, zijn zo professioneel dat ze nauwelijks te pakken zijn. ‘Uit interviews met politiemedewerkers en een medewerker van de AIVD komt naar voren dat personen die zich schuldig maken aan home visits of dergelijke acties ondersteunen, bekend zijn met de opsporingsmogelijkheden van de politie en de AIVD (“veiligheidsbewustzijn”) en deze kennis benutten om de pakkans te minimaliseren’, aldus het rapport.
Hoe is dat aan te pakken? Het kabinet heeft geen idee, blijkt uit de brief van Grapperhaus. Op twee A4’tjes staat een samenvatting van het rapport, met de mededeling dat het allemaal ‘zorgelijk’ is. Maar dat wist de Tweede Kamer al.