Vijf jaar na de Brexit worstelt het Verenigd Koninkrijk met gebroken beloftes en een economische krimp
Een gezondheidssysteem onder druk, verminderde koopkracht en een toegenomen influx van illegale migratie over het Kanaal. Vijf jaar na het einde van het Britse EU-lidmaatschap heeft de Britse overheid het moeilijk om haar beloftes na te komen.
Even terugblikken naar 2016. Rockster David Bowie overlijdt, Rio De Janeiro is de gaststad van de 28ste editie van de Olympische Spelen en de Britten stappen uit de Europese Unie. Of ja, ze hebben er alleszins over gestemd in een referendum. 51,9 procent stemt leave.
"Durf te dromen dat de dageraad is aangebroken van een onafhankelijk Verenigd Koninkrijk", brult een euforische UK Independence Party-leider Nigel Farage, een fervent voorstander van de Brexit.
De verkiezingsbelofte van de Conservatieve leider David Cameron - die bij de EU wil blijven - komt als een boemerang in zijn gezicht terug. De uitslag betekent het einde van Cameron als premier.
Theresa May neemt het vaandel over van Cameron. Ze wordt al snel omgedoopt tot de moderne iron lady met een aartsmoeilijke taak: de onderhandelingen leiden over een deal tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie die ervoor zorgt dat het Verenigd Koninkrijk hier sterker uit komt. En liefst zo snel mogelijk.
Dat blijkt al snel een utopische gedachte. De druk op May wordt te groot en ze gooit de handdoek in de ring. Boris Johnson - die zelf nog campagne voerde in 2016 om de EU te verlaten - moet de eindsprint van de onderhandelingen in goede banen leiden.
Op 24 december 2019 valt - op een haar van de beoogde deadline - het doek. Londen slaakt een zucht van opluchting, want er is een deal. Op 31 januari 2020 zullen de Britten officieel geen deel meer uitmaken van de Europese Unie.
Sindsdien schuiven Britse reizigers overal aan voor de paspoortcontroles, zien bedrijven hun exportcijfers slinken en staat het gezondheidssysteem onder zware druk.
"We kunnen 350 miljoen pond geven aan de gezondheidszorg"
Het werd op een felrode bus geplakt, het was een van dé leuzes van het leave-kamp: 350 miljoen pond die het Verenigd Koninkrijk iedere week zou spenderen aan de Europese Unie zou het Verenigd Koninkrijk kunnen gebruiken om de Britse gezondheidszorg te ondersteunen: de NHS.
Goed dus voor 18,2 miljard pond per jaar. Dat cijfer werd al snel ontkracht door verschillende factcheckers. Het reële cijfer ligt ongeveer op 13 miljard pond. De EU investeert nog eens 4 miljard in het Verenigd Koninkrijk. Netto kost het lidmaatschap dus 9 miljard pond.
Het VK heeft inderdaad over de afgelopen jaren meer geld uitgegeven aan de NHS, al moeten we daar al snel een kanttekening bij maken. Ten eerste is er jaarlijks minder geld geïnvesteerd dan beloofd. Daarnaast is de vraag naar gezondheidszorg - door onder meer de vergrijzing - ook aanzienlijk gestegen. Reken daar ook nog eens de impact van de inflatie bij en het budget voor de gezondheidszorg is bijzonder krap.
En dat ondervinden de verpleegkundigen en artsen aan den lijve. Begin januari heeft de Royal College of Nursing (RCN), de grootste vakbond van verpleegkundigen, een zeer kritisch rapport gepubliceerd.
Het leven van patiënten wordt op het spel gezet
Het rapport biedt geen fraai beeld van de Britse gezondheidszorg. "Het leven van de patiënten wordt op het spel gezet", zegt Nicola Ranger, secretaris-generaal van de vakbond. Ze noemt de verzamelde getuigenissen een "alarmsignaal".
Sommige ziekenhuizen in het Verenigd Koninkrijk zijn zo verzadigd dat patiënten sterven in de gangen of wachtzalen, stelt het rapport vast. Levensnoodzakelijk materiaal is niet altijd beschikbaar en het personeel heeft het vaak te druk om adequate zorg te kunnen bieden.
De Labour-regering van Keir Starmer wil die problemen het hoofd bieden. Eind vorig jaar heeft Starmer beslist om een extra bedrag van 25,7 miljard pond vrij te maken voor het komende jaar. Dat is ongeveer één tiende meer.
"Dit is de grootste stijging in de uitgaven van de NHS sinds 2010, COVID-19 jaren niet meegerekend", maakt de regering zich sterk. In de lente van dit jaar wil de regering een plan uit de doeken doen voor de komende 10 jaar.
"We zijn vrij om handel te voeren"
Een falende gezondheidszorg is een teken aan de wand dat de economie van het Verenigd Koninkrijk onder druk staat. En de cijfers liegen er niet om, de Brexit heeft een impact.
Een belangrijk argument van de voorstanders van de Brexit is het zelfbeschikkingsrecht. Zelf kunnen beslissen hoe en met wie ze handel drijven. En aan welke voorwaarden. Zo gezegd, zo gedaan.
Net geen jaar na de officiële exit van het VK zijn de Britten erin geslaagd om een vrijhandelsakoord te ondertekenen met de Europese Unie: de Trade and Cooperation Agreement. Op papier lijkt het akkoord een succes in de boeken van de Britse regering. De realiteit biedt een ander beeld.
De gevreesde import- en exporttarieven blijven uit. Op dat vlak verandert er dus niets. Wel is het Verenigd Koninkrijk geen lid meer van de douane-unie, wat wil zeggen dat er een grote administratieve rompslomp bij komt kijken.
Daarnaast is het transport van de goederen ook vertraagd door de toegenomen paspoortcontroles. Aan de haven van Dover staan regelmatig lange files van vrachtwagens.
Ondanks het vrijhandelsakkoord slinken daardoor de export en import van goederen met de EU aanzienlijk. Een rapport van de Aston Business School van september vorig jaar toont aan dat de uitvoer of export van Britse goederen gedaald is met 27 procent tussen 2021 en 2023. De import van Europese goederen is zelfs gedaald met 32 procent.
Een sector die zwaar lijdt onder die nieuwe regelgeving, is de vissector. Die sector moest het nochtans veel beter doen na Brexit. Er werd beloofd dat die sector een gigantische groei zou kennen. Dat blijkt enkele jaren later een ander verhaal te zijn.
Veel mensen in kustgemeenten voelen zich verraden
Vooral kleine vissers zien hoe hun concurrentiepositie onhoudbaar is geworden. Het duurt langer om hun producten te exporteren, waardoor klanten vertrekken. Tijd is geld waard, zeker in de vissector waar de versheid van de vis cruciaal is.
"Veel mensen in kustgemeenschappen die hun hoop hadden gevestigd op hervormingen na de Brexit voelen zich verraden en dit gaat ten koste van hun welzijn en geestelijke gezondheid", stelt professor Bryce Stewart vast in een rapport van de Universiteit van York.
Het grotere plaatje schetst een somber beeld van de Britse economie. Een analyse van Cambridge Econometrics is dan ook vernietigend. Die stelt dat de Britse economie gekrompen is met 140 miljard pond. Daarnaast zouden er ook 2 miljoen minder jobs zijn door de Brexit. Vooral de hoofdstad Londen - met een internationale jobmarkt en financiële sector - is het slachtoffer.
Volgens datzelfde rapport ziet de toekomst er allesbehalve rooskleurig uit. Als de overheid niet ingrijpt, zal de economie tegen 2035 krimpen met zo'n 300 miljard pond.
"We zijn baas over onze eigen grenzen"
Naast een gezondheidscrisis en een economische krimp (in de maak), slaagt de Britse overheid er niet in om de influx van illegale migratie onder controle te houden.
Gammele, opblaasbare bootjes met tientallen migranten omgeven door de sterke golven van de Noordzee. Het is een beeld dat haast dagelijks verschijnt bij de fotoagentschappen. Jaarlijks proberen duizenden migranten - op illegale wijze - het Kanaal tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk over te steken.
Brexit moest hier een oplossing voor bieden. Door het einde aan het lidmaatschap van de EU zouden de Britten een strengere grenspolitiek en strikter asielbeleid kunnen voeren, om zo de illegale migratie te doen slinken. De cijfers vertellen een ander verhaal.
In 2024 hebben 35.898 mensen de oversteek gemaakt, een stijging van 22 procent in vergelijking met 2023. Sinds 2018 is het cijfer ook telkens sterk gestegen, met uitzondering van 2023.
In 2023 heeft de regering van de voormalige Conservatieve premier Rishi Sunak nog de 'lIlegal Migration Act' in het leven geroepen. Die stelt dat mensen die illegaal in het VK aankomen, niet meer mogen blijven. De wetgeving moet ook de uitzetting van migranten versnellen en de opvangcapaciteit vergroten.
Dat heeft dus voorlopig nog niet het beoogde effect gehad.
Daarnaast had Sunak ook een omstreden deal met het Afrikaanse land Rwanda gesloten om asielzoekers naar daar over te vliegen. De huidige Labour-regering van Keir Starmer besliste in juli nog om de stekker te trekken uit dat akkoord.
"We kunnen onze eigen wetten maken"
"Verordeningen en besluiten worden automatisch bindend in de hele EU op de datum waarop zij van toepassing worden. Het kan echter nodig zijn dat de nationale wetgeving daartoe wordt gewijzigd", klinkt het bij de Europese Unie. Dat stuit tegen de borst van het leave-kamp. Zij willen zélf beslissen.
Vanaf 31 januari 2020 is dat dan ook mogelijk. De EU-wetgeving vervalt, grotendeels. Zo wordt er lang onderhandeld over de grens met Noord-Ierland. Volgens het principe van het Brexit-akkoord zou daar een harde grens moeten komen. Het Noord-Ierlandprotocol tussen de EU en het VK moet dat voorkomen.
Maar dat protocol stelt dat Noord-Ierland deel uitmaakt van de Europese interne markt. Concreet betekent dat dat alle producten die Noord-Ierland binnenkomen, moeten voldoen aan de Europese regelgeving. Het protocol gaat voor de Britse overheid dus niet ver genoeg om hun belofte te kunnen waarmaken, namelijk vrij zijn van de EU-wetgeving.
Sinds er in 2023 over een nieuw akkoord is onderhandeld door toenmalig premier Rishi Sunak en Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, is de doorstroom van (inter)nationale handel vereenvoudigd, waardoor Britse goederen niet meer aan de Europese regels moeten voldoen.
Het heeft veel voeten in de aarde gehad, maar zo komt er uiteindelijk toch een einde aan de EU-wetgeving in het Verenigd Koninkrijk en is de toenmalige Britse regering erin geslaagd om één belofte waar te maken.