© Bas Bogaerts

Het ritueel van de studentendoop: “Het hoort bij het studentenleven”

Ondanks verhalen over publieke vernedering en ongevallen laat een deel van de studenten zich elk jaar gewillig dopen. “Het ziet er misschien uit als een machts­vertoning, maar een studentendoop is ook maar een opvoering waarin iedereen een rolletje speelt.”

Marthe Saelens

“Op de derde dag van onze doop moesten we om vier uur ’s ochtends aan een studentencafé staan en werden we naar een open veld geleid. Daar moesten we op onze knieën zitten, in een rij achter elkaar, en ‘Ik ben een domme schacht’ roepen tot de schachten­temmers ‘stop’ riepen. Het was nog donker en we moesten naar de grond kijken. Ik weet niet precies hoelang dat geduurd heeft, maar het leek wel een paar uur. Daarna hebben we heel vieze dingen moeten eten, zoals sojasaus en kattenvoer. Je wordt ziek alleen al door dat eten te zien. Ik denk dat ik die dag twintig keer heb moeten overgeven”, zegt Joost*, een voormalig lid van de Vlaams Economische Kring, een studentenvereniging in Gent.

Meedoen aan een studentendoop, niet elke student staat er ­enthousiast voor te springen. Maar ondanks verhalen over publieke vernedering, extreme opdrachten en ongevallen laat een deel zich nog altijd dopen. “Er wordt veel geroepen tijdens de doop, maar ik besefte dat het maar een spel was. Het ziet er misschien uit als een machts­vertoning, maar uiteindelijk is het slechts een opvoering waarin iedereen een rolletje speelt. De activiteiten lagen altijd binnen de grenzen van het aanvaardbare. Voor mij is de doop een ritueel dat bij het studentenleven hoort.”

Tijdens de doop konden de schachten (eerstejaars, red.) letterlijk aan een alarmbel trekken. “Dan mocht je stoppen, kreeg je een dekentje en werd je in een busje naar je kot gebracht. Maar dan werd je niet toegelaten tot de studentenvereniging. Mijn toenmalige kotgenoot zat in de studentenvereniging en ik wilde weten wat dat inhield. Ik had ook al een paar keer hun café bezocht en het leek me een toffe bende.”

© dk

Meer zelfwaarde

Volgens sociaal psycholoog ­Arne Roets (Universiteit Gent) beantwoordt lid willen zijn van een studentenvereniging aan een men­selijke behoefte. “Mensen willen deel uitmaken van een groep”, zegt hij. “Als je een inspanning moet doen om tot de groep te behoren, zoals bij studentenverenigingen en -clubs, stijgt de waarde van het lidmaatschap. Tijdens een inwijdingsritueel moet men zich bewijzen. Bij studentenverenigingen moeten ze eerst tonen dat ze een loyaal lid zullen zijn en dat men inspanningen heeft gedaan voor de groep. Dat verhoogt de groepscohesie.”

Mensen horen graag bij andere mensen. Deel uitmaken van een groep, bevredigt die behoefte, zegt Roets. Bovendien levert het een sociale identiteit en zelfwaarde op. “Een studentendoop is een middel om de waarde van de groep te verhogen. De zaken waarvoor mensen meer moeite en investeringen moeten doen, appreciëren ze ook meer. Ze achten die groep waardevoller en belangrijker. Dat mechanisme werkt net zoals een product waarvoor we veel betaald hebben: dat vinden we beter dan hetzelfde product waar we minder geld voor moeten neerleggen. Zaken die gemakkelijker te verkrijgen zijn, worden nu eenmaal minder gewaardeerd.”

© put

Sunk cost

“Ik wist dat ik te allen tijde de doop kon verlaten. Soms dacht ik ook ‘Fuck, waarom doe ik dit?’. Maar ik wou niet stoppen. Ik was eraan begonnen, ik wou het ook afwerken”, zegt Joost.

Dat komt deels door de groepsdruk, legt Roets uit. “Maar er is ook zoiets als sunk cost: wanneer iemand investeert en men stopt halverwege met de activiteit, zijn alle inspanningen voor niets geweest. Dat maakt dat mensen minder geneigd zijn eruit te stappen. Alle inspanningen, vernederingen en ongemakken tijdens de doop hebben dan nergens toe geleid. Naarmate de doop verloopt, wordt het ook meestal extremer. Dan is het voor de schachten minder duidelijk wanneer het te ver gaat en wanneer men voor zichzelf moet uitmaken dat het niet meer oké is.”

“Tijdens de doop behandelen we elkaar niet als vuil, maar als vriendinnen”, zegt Fien. Zij is lid van een meisjesstudentenclub die met alle andere clubs van het ­Seniorenkonvent, de koepel van de Vlaamse studentenclubs aan de Katholieke Universiteit Leuven, gisteren een aangescherpt doopcharter heeft ondertekend.

Voordien was de club niet gebonden door het charter. “Oké, we drinken alcohol, maar dat leidt nooit tot gevaarlijke situaties. Tijdens onze doop moeten schachten vieze dingen eten, worden ze een beetje vuil en wordt er af en toe een pintje gedronken. De afgelopen jaren zijn er nooit incidenten geweest of hebben we nooit iemand naar het ziekenhuis moeten brengen. We dragen goed zorg voor elkaar. We lachen nog altijd met wat we toen allemaal hebben moeten doen. Onze doop draait niet om afzien, wel om amusement. Als het zo verschrikkelijk zou zijn als sommigen beweren, waarom doen studenten het dan nog?”

© wdk

Fiens ouders werden nooit gedoopt en begrepen niet waarom hun dochter het wel wilde doen. “Een studentendoop schept een band. Je moet erdoor omdat er zoveel plezier tegenover staat”, zegt ze. “Ik ben al drie jaar lid van dezelfde studentenclub en ik kijk heel positief terug op de voorbije jaren. Elke week komen we samen voor activiteiten. Omdat we goed overeenkomen, gaan we ook samen uit en hebben we een hechte band. Ik heb mijn beste vriendin leren kennen in mijn studentenclub.”

Vriendschappen voor het leven

Dat je vriendschappen voor het leven smeedt, beaamt Robin ­Barthels, een voormalig lid van ­Filii Lamberti. Dat is een studentenvereniging voor wiskunde, fysica en informatica aan de Universiteit Hasselt. “Dat gaat over generaties heen. Ik wou in een studentenvereniging zitten, zodat ik ook andere mensen dan mijn klasgenoten leerde kennen. Ik ben nooit lid van een jeugdbeweging geweest en hoopte in de studentenvereniging iets dergelijks te vinden. Dat je tijdens de doop jaargenoten in een losser kader leert kennen, was voor mij een belangrijk argument. Je wordt samen ondergedompeld in je smurrie. Dat bleek naderhand goed te werken als sociaal bindmiddel.”

Op het ‘meest vuile moment’ van de doop werd op Robins hoofd mayonaise gemaakt en werd er met bloem in het rond gestrooid. Dat voelde aan als “het sluitstuk van het groepsgebeuren”.

*Joost en Fien zijn fictieve namen.

© wdk

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER