InterviewMoby

Moby recycleert zichzelf: “Materialisme, hedonisme, cynisme, ik heb het allemaal uitgeprobeerd”

Moby: “De mens is de enige soort die gebroken is. Je merkt het in hoe we omgaan met de natuur, met onszelf.”© Mike Formanski

Wat verwacht de wereld nog van Moby? Hij heeft nieuwe muziek klaar, maar hij gaat weer de baan op met Play, zijn hoogtepunt van 25 jaar geleden. “Zolang ik maar geen algoritme hoef te volgen.”

Johan Faes

Moby is een van de weinigen die naar Los Angeles verhuizen met de bedoeling daar te verdwijnen. Moby is zo graag een van de weinigen dat hij nog het liefst alleen is. ’s Ochtends stapt hij zijn huis uit en gaat hij niet rechts naar het centrum, maar links naar de heuvels waar hij niemand tegenkomt, ook zichzelf niet, nu hij al jaren geen roes of aandacht zoekt. Zoals die keer dat hij Natalie Portman wegzette als een ex-liefje terwijl zij het had ervaren als stalking. Intussen heeft hij zijn excuses aangeboden voor die en andere passages in zijn memoires Then it fell apart (2019).

Zijn echte naam is Richard Melville Hall, maar echt verwant is hij niet aan de Herman Melville van Moby-Dick, naar wie hij zich artistiek vernoemd heeft. Hij jongleert met zijn eigen authenticiteit. En met die van anderen: hij samplede oude veldopnames en doopte het ‘Natural blues’, terwijl blues nooit zo synthetisch had geklonken. Van zijn succesalbum Play werd elke track gebruikt in een reclamespot, tv-serie of film. Vijfentwintig jaar later gaat hij er nog eens mee op tournee.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Moby is a bit of a dick, zelfs fans hebben het er online lastig mee. Misbegrepen of gewoon verkeerd, een exhibitionistische kluizenaar, stadions vullend met softe breakbeats en wiegeliedjes, zo punk als een multimiljonair kan zijn. Maar Moby is ook meer DIY dan een doe-het-zelfzaak vol straight edgers. Hij samplet tenminste alles zelf, speelt piano en gitaar sinds zijn negende, autobiografieën zijn onmiskenbaar van zijn hand, grappig, gevat en soms dus te ongegeneerd. Of je het nu horen wilt of niet, zijn sound blijft popmuziek aansteken, genre Tiktok-triphop met epische intimiteit en hese pillow talk. En zet hij zich dezer dagen te kijk, dan als getatoeëerd uithangbord voor het goede doel, met ‘Vegan For Life’ in zijn hals, ‘ANIMAL RIGHTS’ in zwarte letters op zijn armen en ‘LRSC’ in zijn gezicht. Love, reason, service, compassion – wie kan daartegen zijn? Aan het kruis op zijn achterhoofd, zijn eerste tattoo ooit, heeft hij een Bijbels Thou shalt not kill toegevoegd. Gij zult niet doden. Je vermoedt dat hij er eerder dieren mee bedoelt dan mensen.

Vandaag zijn de boodschappen toegedekt met een oranje hoody van ­Toronto Pig Save, een organisatie die postvat aan slachthuizen. Het mag een verrassing zijn dat we hem überhaupt te zien krijgen, want de videocall was aangekondigd als “audio only”. Toch tot halverwege de verbinding het laat afweten.

“Hi, this is Moby.”

Blij dat ik u zie. Waar bent u nu?

I’m in my house in L.A., 9.45 a.m. and the sun is shining. Omdat ik zo oud ben en sinds vijftien jaar niet meer drink, word ik vroeg wakker. Mijn dag begint om 5 uur. Van juni tot september wordt het hier zo heet dat je alleen kunt gaan hiken voor de zon opkomt. Het is een van de vele fascinerende dingen aan L.A.: afgelopen zaterdag sneeuwde het vlakbij. Op anderhalf uur rijden van een oververhitte stad sta je met je bergschoenen in diepe sneeuw tussen de pijnbomen. Alsof er een andere planeet om de hoek ligt.”

Doet u dat in gezelschap van een dier of een ander mens?

“Ik wandel alleen, pak geen telefoon mee, luister niet naar podcasts en niet naar muziek. Ik wil niet te veel als een hippie klinken, maar in de natuur wil ik beschikbaar zijn voor alle indrukken en zeker geen andere mens tegenkomen. In L.A. heb je beide werelden. Ik kan rechts afslaan, richting supermarkten, boekhandels, restaurants, vrienden, of links, naar duizenden hectare wildernis en leegte. De meesten komen hier voor de glamour en de palmbomen, ik kom voor het isolement en de bergen. Het heeft iets om herinnerd te worden aan de eeuwenoude geologie van de planeet. In New York was ik omgeven door drukte, alles wat ik zag, was door mensen gemaakt, kunstmatig. Terwijl hier in de natuur het menselijke aandeel belachelijk klein is.”

Is het mogelijk om kunstmatigheid te mijden in de muziek die u maakt?

“Goh, ik denk dat het niet-menselijke in ons zit, in elk aspect van je leven. De materie waaruit we zijn opgetrokken is veertien miljard jaar oud. We zijn alles geweest. Jij en ik waren deel van een sterrenstelsel dat we niet meer kunnen definiëren. Het is een van de essentieelste vragen voor mij: hoe toegang krijgen tot het niet-menselijke deel van ons bestaan? Muziek is een interessante manier, want het is de enige kunstvorm die geen fysieke vorm behoeft. Het is niet meer dan luchtmolecules rondduwen, en het straffe is dat je daarmee iemand kunt doen lachen, dansen of huilen, en je kunt er honderdduizend mensen tegelijk mee op en neer laten springen.”

Dit najaar toert u weer met het 25 jaar oude Play, terwijl u straks nieuwe muziek uitbrengt. Botsen die molecules niet?

“De simpelste manier om daarnaar te kijken, is door de lens van een carrière, lineair, wat de minst interessante is. Ik kijk liever proustiaans naar het verleden, als mobiele punten in een cirkelbeweging. Ieder van ons is een laboratorium voor de menselijke ervaring. Wat hebben contexten te betekenen? Wat zeggen ze over ons? Onze cultuur is gebaseerd op de illusie dat we de tijd kunnen controleren. Dat zouden we beter loslaten.”

En daarmee is ook de verbinding weg. De daaropvolgende tien minuten beent Moby alle kamers van zijn huis rond voor een sterker signaal. Het beeld knipt hij uit – hij was toch al liever onzichtbaar gebleven. Veel helpt het niet, de klank hapert. Ook Dave, de manager die meeluistert, valt weg.

“Can you hear me?”

“Ik hoor je, Dave.”

“That was Moby.”

“Dan kunnen we verder.”

“De tijd is helaas om nu.”

Dat was wel Dave.

Het laatste wat we horen, is Moby die oppert dat iemand dringend software zou mogen uitvinden om op te sporen waar de verbinding in Zoom, Google Meet, waar dan ook online, verbroken wordt. Zijn aanklacht tegen storingen komt plots wel loepzuiver door. “Op metaniveau zitten we nog goed”, grapt hij, waarna niet alleen zijn lach wegsterft.

Cake versus coke

Herkansing. Twee weken later is het koud en bewolkt in L.A., zegt Moby, en we geloven hem op zijn woord, want kijken is er niet meer bij. “Fantastisch”, vindt hij dat – het weer. “Doorgaans is het hier zo warm dat een betrokken lucht met regen aanvoelt als het paradijs.” De dagelijkse hike zal voor de namiddag zijn. Hij is wel alweer wakker van 5 uur.

Leest u dan meteen het nieuws zo vroeg? Of houdt u de bewolking liever buiten?

“Vroeger wel, voor die 24 uurscyclus, toen het nieuws milder was. Eens per dag las je de krant of keek je naar het tv-journaal dat voor iedereen bestemd was. Het was niet links of rechts, maar gematigd. Vandaag heeft het apocalyptische voorrang omdat het aantrekt en afstoot, het brengt een dynamiek op gang, en zo wordt alles een schreeuwerig tabloid. Je moet jezelf beschermen tegen de desinformatie, anders ben je de hele dag van streek. Enerzijds is het een goede zaak dat alles vrij stroomt, anderzijds mis je filters. Iedere muzikant kan op elk moment iets posten, maar niemand beluistert 50.000 songs per dag. Soms mis ik de tijd dat er niet zo’n overvloed was, dat er twee jaar opging aan het maken van een boek, een film of een plaat. Er werd op gewérkt. Nu flikkert iets dertig seconden en is het weg.”

Moet je bij gebrek aan filter zelf strenger worden voor de eigen output?

“Als solipsist ben ik het gewend om geïsoleerd in mijn studio te zitten. Zelfs als ik een zanger engageer, neem ik zijn of haar stem op en trek er me alleen mee terug. Natuurlijk mis ik perspectief. Dan stuur ik een fragment naar vrienden en collega’s om te zien hoe zij het ervaren. Maar wat ik nooit zal begrijpen is hoe de markt werkt. Zeker in L.A. zijn er producers die perfect weten wat de algoritmes willen. Een hele industrie die niet wakker wordt met een droom van schoonheid of betekenis, maar met een plan: hoe maken we iets dat het algoritme zal promoten? Gruwelijk.”

Tegelijk wilt ook u zo wijd mogelijk gehoord worden.

“Niet tegen elke prijs. Iedereen kan beroemd worden: stap het dorpsplein op met een honkbalknuppel of trek naar de G20-top met een speelgoedgeweer en bingo. En in muziek moet je gewoon het dominante algoritme volgen. Ik hoor heel veel cautious commerce. Artikels over een nieuwe producer hebben het zelden over de muziek, wel over de verhandelbaarheid ervan. De Stones, Lou Reed, David Bowie, die hadden ook succes, maar wel met kunst. De commercie vond de artiesten, in plaats van dat zij ernaar op zoek gingen.”

Cautious commerce, het zou een genre kunnen zijn op Spotify.

“Ik vrees dat we er de hele hedendaagse popmuziek mee hebben omschreven.”

Om terug naar Proust te grijpen: gelukkig hoeft het allemaal niet zo lineair te blijven.

Thank Proust! Had ik al gezegd dat het een obsessie is? De mens als labo: wat betekent het om te bestaan? Of met Descartes: wat kunnen we weten? Ik voel een verwantschap met de fenomenologie van Edmund Husserl, ik hecht waarde aan wat zich vertoont aan mijn bewustzijn. De existentialist zegt dat we op drift zijn in een universum dat we niet kunnen vatten, wat leidt tot nihilisme, hedonisme, absurdisme. Sorry dat ik zo doorratel. Als fenomenoloog besef ik dat we de wereld waarin we bestaan niet zuiver objectief kunnen kennen, maar dat betekent niet dat ons perspectief geen waarde heeft. Zoals het voorbeeld van mijn filosofieprofessor: het bestaan van de vuurrode brandweerwagen die komt aangereden, kunnen we theoretisch in twijfel trekken – tussen de kwantumcomponenten zit meer ruimte dan materie, kleur op zich bestaat niet – maar we zullen uit de weg springen om er niet onder te belanden. Ik weet dat ik iets waarneem, dus is dat mijn startpunt om te proberen begrijpen wie jij bent, wie ik ben, wat de wereld is en hoe iedere mens daarop reageert. Trump met woede, Poetin met oorlog, de ene met depressie, de andere met religie. Het universum valt objectief niet te kennen, onze respons is wat de mensensoort de moeite maakt.”

© Mike Formanski

Is dat geen fundamentele weeffout: dat we ons als mens denken te kunnen distantiëren van het niet-menselijke?

“Cultuur en zeker religie zijn gebaseerd op dat concept: dat de mens verheven is boven de natuur, boven de dieren. Klinkklare nonsens. Eerst was de aarde het centrum van het universum, dan ons zonnestelsel, dan de Melkweg. Telkens wordt dat wetenschappelijk herlegd, maar het idee dat wij als ras het centrum zijn blijft hangen. Is de mens uniek? Misschien wel, maar het is geen positieve unieke kwaliteit. Ik lees in Genesis niet dat mensen verheven zijn, maar dat er iets vreemds gebeurd is, dat we gescheiden zijn van het goddelijke, van het universum. En dat is de bron van al onze problemen. Wij zijn de enige soort die gebroken is. Je merkt het in hoe we omgaan met de natuur, met onszelf.”

Als straf zijn we er ons wel van bewust.

“Daar kijkt 99,99 procent van de mensen toch anders naar. Ze klampen zich vast aan hun cultuur. Daag je die uit, dan word je aan het kruis genageld.”

Hoe staat het met uw egocentrisme?

“Beter. Iedereen zoekt een strategie om te dealen met dat mens-zijn. Ik heb ze allemaal uitgeprobeerd: materialisme, hedonisme, cynisme, nihilisme, … In plaats van dat ego te voeden, heb ik een stap achteruit gedaan en kijk ik ernaar: vanwaar die hunkering en wat zijn de gevolgen? Ik ben blij om op deze plek te zijn en dat ik zonder haarextensies, zelfbruiner en dates op OnlyFans kan.”

Met al die zelfkennis kan het ook een eenzame plek zijn.

“Onwaarschijnlijk eenzaam. Want je zet jezelf buiten de mensheid terwijl je er onherroepelijk lid van blijft. Ik verwerp dierlijk voedsel, entertainment, conversaties. Het is moeilijk om niet constant veroordelend te zijn. In hun misleide domheid doden mensen dieren en andere mensen en de hele planeet. Maar tegelijk zijn het bange, radeloze wezens. Zoals Jezus zei aan het kruis: ‘Vergeef hen, ze weten niet wat ze doen.’ Zie ik mensen in McDonald’s of in hun SUV volgeladen met wapens of op de trappen van het Capitool op 6 januari, dan ben ik kwaad en voel ik medelijden: jullie hebben gewoon geen idee. Idiote primaten.”

‘Where is your pride?’, vraagt een van uw nieuwe songs. Er moet een basis zijn aan trots en zelfrespect, maar ook dat kan weer doorschieten.

“Het gaat altijd weer om die balans, waken en slapen, werken en spelen, kunst en commerce, trots en bescheidenheid, Trump en zelfmoord. Een empirisch ondersteunde, duurzame, rationele balans tussen ego en nederigheid voor dagelijks gebruik zonder jezelf te vernietigen. En de tools zijn er: meditatie, therapie, twaalf stappen, Jung lezen, Spinoza, …”

Of naar Ambient 23 luisteren, uw zenplaat van vorig jaar.

“Het zou arrogant zijn om dat in de plaats van anderen te zeggen, maar voor mij werkt het. Oliver Sacks en zijn Institute for Music and Neurologic Function hebben mijn kijk op muziek radicaal veranderd. Tot dertig jaar geleden werd gedacht dat het brein zichzelf niet kon genezen, nu weten we dat we constant nieuwe neuronen aanmaken, dat er genezing bestaat buiten het klinische. Niet dat ik het helemaal afzweer, maar hiken kan evengoed helend zijn, en muziek dus ook. Het is gratis en het is krachtig. Dat pas ik graag toe op andere domeinen, gemeenschap, dieren, voeding, … Vroeger liet ik een neiging weleens ontsporen in compulsief gedrag. Ik zeg dit als een verslaafde: geen betere leugenaar dan de kracht van je goed voelen. Maar van Albert Ellis, de grondlegger van cognitieve gedragstherapie, heb ik het onderscheid geleerd tussen voorkeur en dwang. Een stuk chocoladecake kan het beste zijn dat je ooit hebt gehad, maar als het op is, hoef je niet per se een tweede. Tegenover een lijn coke: de volgende 48 uur wil je niets anders.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Had u dat soms liever vooraf geweten?

“Bij de AA zeggen ze dat je niemand kunt aanleren om de vlam niet aan te raken. Je moet de bodem bereiken om nuchter te worden. Daarom vertrouw ik geen zelfhulpboeken van mensen die het niet zelf beleefd hebben.”

Bent u een tevreden mens?

“O ja, ik ben nog nooit zo gelukkig geweest. De wereld valt uiteen, maar vanop afstand observeer en creëer ik, hopelijk gemotiveerd door een goed doel. En ik kan gaan hiken en poema’s zien, ratelslangen en spinnen en bomen.”

En u blijft terugkeren naar de mensheid.

“Ik ben een groot mietje dat niet durft te kamperen. Het moment dat ik geen ecologische blauwe bessen kan bestellen online, ben ik zo goed als dood.”

Het album Always centered at night komt uit op 14/6, Moby brengt Play naar het Sportpaleis op 21/9.