Onze man ging kijken wie er in dit kasteel aan de Demer woont: “Eigenlijk was ik op zoek naar een studentenkot”

© Geert Van de Velde

Privaat, zegt het bord aan de voorkant. Ernaast een hek met daarachter een dreef. Aan de achterkant biedt enkel een fietspad annex korenveld langs de Demer een blik op het domein. Tien jaar geleden speurde zelfs de FBI mee naar de eigenaars van dit geheimzinnige kasteel op de grens van Gelrode. Maar vandaag staan er weer auto’s. En een gele vlag in de tuin. Wie zou hier nu wonen?

Kristof Bohez

Ze staat bij haar paard en gaat met haar handen door de staart van het witte dier, van boven naar onder. Ze draagt gele pumps en een koddig jurkje. “Ik hou van de natuur en van het feeërieke”, zegt ze. Riet Bos, heet ze – natúúrlijk hou je met zo’n naam van de natuur. Ze is de meest sprookjesachtige kasteelvrouw van het land, in een kasteel met een verhaal. Excuseer: met véél verhalen.

© Geert Van de Velde

Marcel Bos is er ook bij. De vader van Riet, en tevens bezitter van een paardenstaart. Zo’n samengebonden grijze, die een verleden van rock-’n-roll verraadt. Marcel was 18 in 1968. Hij had toen geen idee dat het Kasteel van Rivieren bestond. Aan het straatzicht onttrokken, toen al.

In het jaar waarin Marcel geboren werd – 1950, dus – overleed de heer die het kasteel aan de Demer liet bouwen: Oscar van den Eynde de ­Rivieren. Die was baron, ingenieur, provincieraadslid van Brabant en burgemeester van Gelrode. Had aanzien en grond, en een kantoorruimte in een hoek van zijn kasteel waar hij de centen van zijn parochianen-pachters inde. Zij het niet in de jaren ’14-’15. Toen moest de baron met zijn gezin op de vlucht voor de Duitsers, die van zijn kasteel een tijdelijke paardenstal hadden gemaakt. Het was zomer en de wereldoorlog ­bereikte Aarschot.

Een “lief” kasteel

Tegenwoordig is de zomer een pak genadiger voor het kasteel en z’n omgeving. Hangmat in de tuin, paarden in de wei. En het gezelschap alleraardigst. Riet en Marcel, samen op het terras. Een glas witte wijn en een pintje uit de fles. Hoe uitgerekend zíj hier aangespoeld zijn?

© Geert Van de Velde

“Ik was 34, werkte als assistente voor motorisch gehandicapten, had er een relatie opzitten en wilde me herscholen”, zegt Riet. “Opnieuw gaan studeren, en dus ging ik op zoek naar een studio. In Leuven betaal je daarvoor 400 à 500 euro per maand. Ik zocht… en plots stootte ik op de advertentie Kasteel te huur. Wat is dát?, dacht ik. Ik wist niet eens dat hier een kasteel was. (lacht) Dus belde ik naar vake: Ga je mee kijken? We waren die dag de eerste van een rijtje geïnteresseerden, en kregen meteen te horen dat we het konden huren. Voor nog niet eens de prijs van een studio in Leuven.”

Vader Marcel: “Dat zal wel iets ­louche zijn, docht ik.”

Riet: “Een kleine rondleiding kregen we, meer niet. En toch vond ik dat ik het moest doen. Het sprak me aan. Dus stond ik daar plots met de sleutels in mijn hand. Van een gebouw met 38 kamers, op een domein van 12 hectare.”

© Geert Van de Velde

Marcel: “Ik vroeg nog: Zie je het zitten om hier alléén te wonen?

Riet: “Natuurlijk heb ik in mijn eerste nacht geluiden gehoord. Van een uil bijvoorbeeld. Of geluiden van het gebouw zelf. Krák! En dan weet je niet eens vanwaar die komen. Familieleden verklaarden me gek. Heb je geen schrik? Maar de eerste morgen dat ik hier ontwaakte, voelde het zalig. Zalig, maar raar.” Ze giechelt, met haar hoge stemmetje.

Er was natuurlijk ook bezoek, af en toe. Van haar vader, van een verdwaalde wandelaar, van de mensen van Interim Vastgoedbeheer. Dat bureau beheert woon- en werkruimte in het hele land en voorkomt zo verloedering van vaak historische panden. Door een bewoner voor een prijsje toe te laten, kun je vermijden dat het een drugs- of misdaadhol wordt. Keerzijde van de medaille: als de vastgoedbeheerder laat weten dat er een koper of een concreet plan is met het pand, moet de bewoner er snel uit. Na 28 dagen, in het geval van Riet. Aan vertrekken denkt ze nog niet, er is tot nader order geen plan. Ze neemt nog een slok wijn. “Het is een lief kasteel. Wil je het vanbinnen zien?”

Een extra trui

Voorbij de toegangsdeur wacht een majestueuze hal. Als je naar boven kijkt, lijken de trappen naar de nok van het kasteel eindeloos. Komt daar licht door het dak?

“Ik laat eerst de keuken zien”, zegt Riet. We passeren een sober in­gerichte vestiaire. Er is zopas een gordijn boven een hoog raam los­gekomen, om het te herstellen ontbreekt een hoge trap. “Er zijn zeker nadelen”, zegt Riet. We staan intussen bij het keukentje. “Toen ik hier kwam wonen, was het zomer. Maar in de winter wordt het hier verschrikkelijk koud. Zeker als je weet dat er maar enkele radiatortjes zijn. Ik heb dus zelf een houtkachel gekocht. Van de meeste radiatoren zijn de buizen bovendien kapotgevroren. En dus stolt de olijfolie hier ’s winters. Chocopasta moet je dan in plakjes eten, en een extra trui is best handig. (lachje) Ach, de winter bracht hier ook al een vos tot aan mijn achterdeur. Zomaar, voor mijn keukenraam, in de sneeuw. Prachtig.”

© Geert Van de Velde

“En hier kan je een Engelse kluis zien”, zegt Marcel. Hij buigt zich in een wandkast naast de keukendeur. Achter een stapel plastic zakken komt een ouderwetse brandkast met draaiknoppen tevoorschijn. “Wellicht geplaatst door de baron, die in de keuken zijn kantoortje had. Het geld dat hij inde, moet hij destijds in deze kluis gestopt hebben. We denken niet dat er nog iets in zit, dat zullen ze wel onderzocht hebben toen ze de vorige bewoner uit het gebouw zetten.”

Misdaadgeld

Ze, dat zijn de gezanten van het ­ministerie van Financiën, de huidige eigenaar van het kasteel. En de ­vorige bewoner, dat was iemand die van het kasteel een luxueuze bed and breakfast wou maken. Het zit zo: de vorige officiële eigenaars waren zaakvoerders van een Belgisch-Cypriotisch bedrijf dat tweedehandswagens naar Afrika en Azië verscheepte. Zaakvoerders die hun beurskoers dermate opdreven en zo veel aandelen verkochten via spookfirma’s dat het gerecht onraad rook. Zelfs de FBI schoot in actie, wegens beurskoersmanipulatie in New York. Kranten berichtten erover. In totaal werd voor tientallen miljoenen aan zwart geld aangeslagen, inclusief het Kasteel van Rivieren dat met een deel van het misdaadgeld aangekocht was. De B&B werd mede door de rechtszaak geen succes. In 2008 kwam het kasteel in handen van de overheid, daarna volgden ­jaren van leegstand en vastgoed­beheer.

© Geert Van de Velde

Sinds 2014 leerden Riet en Marcel het verhaal van het kasteel almaar beter kennen, met al z’n kleine kantjes. Vooral Marcel wurmt zich letterlijk in alle hoeken. Met een loopbaan in de bouw achter de rug is hij de geknipte figuur om klusjesman te zijn. “Af en toe kom ik iets herstellen, en soms blijf ik slapen. Gaandeweg heb ik alle kamers ontdekt.”

En dat zijn er veel. Ze blijven maar komen. Soms glorie, vaak vergaan. Op de gelijkvloerse verdieping een prachtige, witte kamer ingericht als salon. Even verder een zwembad met een scheur. Op de eerste verdieping een kamer met valse kastwand om te schuilen. Op de bovenste verdieping een glaskoepel die kapot is. Vier verdiepingen zijn er in totaal. Riets slaapkamer is vlak bij die ene badkamer die wél een boiler heeft.

Een heilige in de hoek

En dan staan we opnieuw in de trappenhal. Zachte muziek van Enya weerklinkt. Een portret van een ­heilige in de hoek valt nu pas op. “Gevonden op zolder. Een overblijfsel van de paters benedictijnen die het kasteel na baron Van den Eynde kochten. Misschien lieten ze die hier om het kasteel te beschermen?”

© Geert Van de Velde

Het icoon van Sint Benedictus staat in de schaduw van een nog veel groter werk: een schilderij met welhaast Ensor-achtige figuren. “Een werk dat mama maakte”, zegt Riet. Mama is er niet om zelf te vertellen wat de wezens op het paneel precies uitbeelden. En dat zou misschien ook niet zo goed kunnen. Ze verblijft in een psychiatrisch centrum na een psychose die haar daar jaren geleden bracht. Soms komt ze wel nog langs op het kasteeldomein, en dat doet haar goed. “We merken aan mama dat het haar hier lukt om tot rust te komen”, zegt Riet.

“Dan zitten we hier samen aan ­tafel, zoals vroeger”, zegt Marcel. Annette was een artieste, zegt hij. Net zoals velen in de familie. Zelf maakt hij houten sculpturen, een nonkel is jazzmuzikant, een van zijn dochters is bezig met mode, een schoonzoon ontwierp de vlag van de familie Bos in de tuin. En Riet, die is al beginnen te schrijven aan wat ooit haar memoires moeten worden. In de stille hoop dat zij nooit getroffen wordt door een mogelijk erfelijke geestesziekte.

Theehuisje met gebak

Dus. Even samenvatten. Het Kasteel van Rivieren was achtereenvolgens lusthof voor een baron uit Gelrode, paardenstal voor Duitse soldaten, kapelwoning voor paters uit Toscane, opvangtehuis voor door het gerecht geplaatste wezen, B&B. En last but not least: de plek die een jonge vrouw uit het Hageland weer grellig veel vooruitzicht schonk. De grondslag voor dat diploma verpleegkunde en bijpassende job werd er gelegd, twee paarden vonden er hun thuis, Riets nieuwe vriend kwam er op droomdate, en de familie komt hier al even graag. Alsof Benedictus effectief zijn zegen gaf. “Het enige wat ik hier misschien nog zou willen, is een theehuisje met gebak dat ik zo graag maak”, zegt Riet. “Maar dat zou ik dan eens moeten bespreken met de mensen van het ministerie. Ik wil hier gerust nog even wonen. Als ik bij m’n vriend in Leuven ben, merk ik dat op een appartement wonen toch niets meer voor mij zou zijn.”

© Geert Van de Velde

In afwachting van een concreet overheidsplan voor het kasteel – Geert Bourgeois informeerde er vorig jaar nog naar – krijgen de paarden Falco en Shamira nog een koekje van Riet en Marcel. De kasteelvrouw en haar klusjesman, in het studentenkot dat net iets groter uitviel.

Aangeboden door onze partners

Meer lifestyle

Aangeboden door onze partners

Meer over wie zou hier wonen?

Hoofdpunten

Keuze van de redactie