Direct naar artikelinhoud
AchtergrondKlimaatverandering

Boeren proberen met moeite het hoofd boven water te houden: ‘De machines geraakten niet eens meer de verzopen akkers op’

Landbouwer Philip Fleurbaey, Ieper. 'De machines geraakten niet eens meer de verzopen akkers op.'Beeld Wouter Van Vooren

Het is u vast niet ontgaan. Het was nat de afgelopen maanden, heel nat. Vervelend voor de gemiddelde sterveling, maar dramatisch voor de boer. Want die moet mogelijk zijn manier van werken gaan herzien. ‘Ik ben nu alternatieven aan het zoeken. Gras misschien, of korrelmaïs.’

Twintig hectare aan wintertarwe heeft Philip Fleurbaey van Hoeve Zuid-Bellegoed in Ieper normaal gezien staan. Amper vijf daarvan heeft hij kunnen inzaaien, en dan nog pas op de vorst, in januari. Niet tussen oktober en december, toen dat eigenlijk de bedoeling was. Het was te nat, de machines geraakten niet eens de verzopen akkers meer op. Waar dat wel geprobeerd werd, reden ze de bodem kapot. “Die 15 andere hectare liggen er nog braak bij. Ik ben daarvoor nu alternatieven aan het zoeken. Gras misschien, of korrelmaïs.”

Het is een oefening die wel meer landbouwers vandaag moeten maken. Want David Dehenauw, hoofd van de weerdienst van het KMI en weerman van VTM en RTL, is stellig. Ja, het weer van de afgelopen maanden was uitzonderlijk. “De afgelopen zeven maanden, en dan reken ik van begin oktober tot eind april, is er iedere maand meer regen gevallen normaal in die maand. Het is van de periode december 1994 tot juni 1995 geleden dat dat nog eens voorviel.” Ook de gegevens van de Vlaamse Milieumaatschappij bevestigen dat: in maart, na afloop van de winter, stonden het grondwater op het hoogste peil in twintig jaar.

Maar, zegt Dehenauw ook, dit gaat nog gebeuren. Hij kan niet zeggen wanneer, of het volgend jaar zal zijn of het jaar erna, maar dat we in de toekomst sowieso vaker geconfronteerd zullen worden met lange periodes van uitzonderlijke regenval én lange periodes van extreme droogte, dat staat vast. De klimaatverandering is daarvoor verantwoordelijk, maar dat wist u al.

Aanpassen

Vraag is hoe boeren daarmee om moeten gaan. Kunnen ze zich daaraan aanpassen? “Uiteraard”, zegt landbouweconoom Tessa Avermaete (KU Leuven). “Er zullen gebieden zijn, zoals in bepaalde delen van de Westhoek bijvoorbeeld, waar men in de toekomst misschien beter geen aardappelen meer zet. Dat zie je vandaag ook: de toestand is door de extreem natte maanden ronduit dramatisch, maar het is ook wel streekgebonden. In Limburg bijvoorbeeld valt het door een andere ondergrond en minder regenval bijvoorbeeld beter mee dan in West-Vlaanderen.”

Het is niet alleen het weer dat landbouwers zal dwingen om het geweer van schouder te veranderen, denkt Avermaete. “Verzekeraars gaan ook twee keer nadenken om nog borg voor te staan voorboeren in gevoelige gebieden - vergelijk het met een huis zetten in overstromingsgebied. Landbouwers gaan dus meer moeten diversifiëren in hun gewassen, om zo de risico’s te spreiden en nog meer inzetten op technologische vernieuwing. Machines die hun grond minder stukrijden, experimenteren met een andere bandenspanning, manieren om de vruchtbaarheid van de bodem te bevorderen, noem maar op.”

Vernieuwingen waar men in de landbouwsector vandaag heel fel mee bezig is, zegt Avermaete, en waar zeker grote bedrijven hun voordeel mee zullen doen. Het zijn de kleintjes waar ze meer voor vreest. “Ik denk aan de plukboerderijen bijvoorbeeld, waar je vooraf betaalt net om het risico van de boer mee te dragen. Daar kan je dan tegen een vast bedrag van pakweg 350 euro een heel jaar groenten en fruit gaan oogsten. En één jaar zal je dat als abonnee misschien wel verkroppen dat er een tegenvallende aardappeloogst is, maar als er volgend jaar ook geen tomaten, wortelen en uien te rapen zijn, dan komen zulke modellen toch zwaar onder druk te staan.”

Oude patatjes

Fleurbaey weet dat er nog veel op hem afkomt, maar vandaag is momenteel alles wat telt. En vandaag is het eindelijk gestopt met regenen en schudt hij het gras op dat hij woensdag gemaaid heeft, kwestie dat het goed kan drogen voordat het vrijdag de silo’s ingaat. “We hadden dit eigenlijk twee weken geleden al moeten doen. Voor het veevoeder is het belangrijk dat er veel eiwit in die grassen zit. Maar hoe langer je wacht met maaien, hoe minder van kwaliteit dat gras wordt.”

Philip Fleurbaey: 'Het is nu zoeken naar percelen die er het minst erg aan toe zijn.'Beeld Wouter Van Vooren

Gewassen die in het najaar in de grond gestoken zijn, geraken er niet uit, andere die nu al lang gezaaid en geplant moesten zijn, geraken er niet in. “Twintig procent van mijn aardappelen van het najaar zit nog in de grond. Ik kon ze niet rooien, de ondergrond was zo nat, je krijgt ze er niet uitgetrokken. Die moeten er nu nog uit, maar de kwaliteit van die aardappelen is nu natuurlijk abominabel.”

Iets wat van Avermaete absoluut niet wil tegenspreken, al wil ze ook deze kanttekening plaatsen. “Wat de boeren er dan niet bij zeggen is dat de aardappelprijs recent wel erg hoog was.” Wat de precieze gevolgen nu zullen zijn voor de consument durft Avermaete nog niet voorspellen. “Maar het is zeker niet zo dat de koekjes straks duurder zullen zijn door de slechte weersomstandigheden voor de suikerbieten.”

Fleurbaey is er in ieder geval nog niet mee bezig, zegt hij. Zijn rekeningen maken, het is voor later. Het is ook onmogelijk, want alles zal ook afhangen van de zomer. Wie weet is die warm, met af en toe een goede plensbui, en komt alles toch nog min of meer goed. Al durft hij er niet op te hopen.

“Ik kijk geen weerbericht meer. Ik probeer het weg te duwen. Het is nu zoeken naar percelen die er het minst erg aan toe zijn en waar je kan beginnen. Zoeken, kijken, je aanpassen, ogen dichtdoen, verstand op nul en voortdoen.”