Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Leerlingen met migratieachtergrond scoren in België nog altijd slechter

Leerlingen met migratieachtergrond scoren in België nog altijd slechter
Beeld Thinkstock

Leerlingen met een migratieachtergrond lopen in ons land dubbel zoveel risico om slechter te presteren op academisch vlak. Dat blijkt uit het OESO-rapport 'The resilience of students with an immigrant background' (De veerkracht van studenten met een migratieachtergrond), dat vandaag werd gepubliceerd. Toch blijken net die leerlingen meer gemotiveerd te zijn tijdens hun studies.

De onderzoekers analyseerden de resultaten van het PISA-onderzoek van 2015, dat de leesvaardigheid en de wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid test van 15-jarigen in geïndustrialiseerde landen, en van de European Social Survey. 

Ze concluderen dat studenten met een migratieachtergrond het op academisch vlak het algemeen gezien gemiddeld minder goed doen. Dat is vooral het geval bij eerstegeneratiemigranten, die in het buitenland zijn geboren en buitenlandse ouders hebben. In de OESO-landen slaagt gemiddeld 51 procent van die leerlingen er niet in om academische basisvaardigheden in lezen, wiskunde en wetenschappen te bereiken, terwijl dat bij autochtone leerlingen 28 procent is. 

Uit het onderzoek blijkt ook nog dat studenten met een migratieachtergrond in ons land een grotere kans hebben om te blijven zitten dan autochtone leerlingen. Ook blijkt dat ze 11 procent meer dan hun autochtone klasgenoten vinden dat ze oneerlijk behandeld worden door leerkrachten.

België een van de slechte leerlingen

Volgens de OESO is ons land een van de slechte leerlingen als het gaat om ondermaatse academische prestatie van studenten met een migratieachtergrond. Zij lopen een dubbel zo groot risico geen academische basisvaardigheden te ontwikkelen in vergelijking met hun autochtone klasgenoten.

De leerlingen zijn naar eigen zeggen nochtans meer gemotiveerd om goede resultaten te bereiken, zo blijkt uit het rapport. Dat is zeker het geval in België, Canada, Denemarken, Finland en Nederland, waar studenten met een migratieachtergrond 30 procent minder risico vertonen om een lage motivatie te hebben dan hun autochtone klasgenoten.

Taal

De wetenschappers wijzen erop dat socio-economische nadelen en taalbarrières twee van de grootste obstakels zijn voor een succesvolle integratie van de studenten met migratieachtergrond. Zo hebben leerlingen die thuis een andere taal spreken dan op school, over het algemeen acht procentpunt minder kans om academisch veerkrachtig te zijn, dan immigranten bij wie er geen taalverschil is. 

Initiatieven

De OESO wijst in haar rapport op enkele initiatieven van de Vlaamse overheid die een positieve invloed hebben op de prestaties van jongeren met een migratieachtergrond. Zo krijgen scholen extra middelen om socio-economische nadelen aan te pakken. Het geld wordt onder meer geïnvesteerd in specifiek lesmateriaal voor leerlingen en extra opleidingen voor leerkrachten. Ook het platform 'School in Zicht' komt aan bod, dat ouders aanmoedigt om hun kinderen zonder migratieachtergrond naar een zogenaamde concentratieschool te sturen, en de samenwerking van de scholen met de CLB's wordt geprezen. Zij kunnen er mee voor zorgen dat het aantal leerlingen dat een jaar moet overdoen, daalt. 

Ons land wordt tot slot beschouwd als een land waar leerkrachten zich bewust zijn van het belang van het ondersteunen van studenten met een migratieachtergrond, aangezien die leerlingen naar eigen zeggen meer feedback krijgen dan hun autochtone klasgenoten. Leerkrachten hebben wel nood aan extra opleidingen over hoe de leerlingen te ondersteunen zonder hen te stigmatiseren, klinkt het.