De gemiddelde leeftijd van de kandidaten voor de Kamer ligt hoger dan de gemiddelde leeftijd van deze partijvoorzitters.
Foto: Belga

Kandidaten voor federale verkiezingen waren nog nooit zo oud, aandeel vrouwen op verkiesbare plaatsen voor het eerst gedaald

De kandidaten op de kieslijsten voor de Kamer waren nog nooit zo oud en het aandeel vrouwen op verkiesbare plaatsen is voor het eerst gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van de KU Leuven van de kieslijsten voor de federale verkiezingen tussen 1987 en nu. De gemiddelde leeftijd ligt nu op 47 jaar, het aandeel vrouwen op verkiesbare plaatsen op 45,2 procent.

De gemiddelde leeftijd van de kandidaten voor de federale verkiezingen van 9 juni ligt op 47 jaar. Kandidaten blijken alsmaar ouder te worden: in 1987 bedroeg de gemiddelde leeftijd maar 40,4 jaar.

Het aandeel oudere kandidaten (ouder dan 60) ligt nu op 15,8 procent, tegenover 2 procent in 1987, een forse stijging. Het aandeel jongeren (tussen 18 en 30 jaar) is afgenomen en ligt nu op 13,2 procent. Bij de vorige verkiezingen was dat nog 17,1 procent. 

"Er zijn steeds meer kiezers die van partij veranderen, en daardoor hebben de partijen meer de neiging om op veilig te spelen en vertrouwde waarden op hun lijst te zetten", legt politicoloog Bart Maddens (KU Leuven) uit. Het gaat dan bijvoorbeeld om uittredende parlementsleden, schepenen of burgemeesters. "Maar die zijn meestal ook wat ouder."

Die veroudering zie je bij alle partijen. De gemiddelde leeftijd van de kandidaten ligt het hoogst bij Vlaams Belang, terwijl Open VLD met de jongste kandidaten naar de kiezer trekt.

Ook verkiesbare kandidaten ouder

Ook bij de kandidaten op een verkiesbare plaats zien we dezelfde verouderingstendens. De studie beschouwt 8 procent van de kandidaten als verkiesbaar en baseert zich daarvoor op de uitslagen in de verschillende kieskringen bij de verkiezingen van 2019.

De gemiddelde leeftijd van de verkiesbare kandidaten bedraagt 46,5 jaar en ligt op het niveau van 1987. Er komt wel een eind aan de tendens naar verjonging die in 1999 was begonnen.

Het aantal jongeren op een verkiesbare plaats is wel gestegen en ligt nu op 5,6 procent. Dat is het grootste aandeel sinds 1987.

Sinds 2003 zijn er meer jongere dan oudere kandidaten, maar het verschil blijkt nog nooit zo groot als nu te zijn.

Minder vrouwen op verkiesbare plaats

Het aandeel vrouwen op een verkiesbare plaats daalt voor het eerst. Het steeg gestaag van 12,6 procent in 1987 naar 47,6 procent in 2019, maar nu is het cijfer gedaald naar 45,2 procent. Het aantal mannen staat op een stevige 55,1 procent.

Vooral Groen, Vlaams Belang en Open VLD blijken minder vrouwen op een verkiesbare plaats te hebben. Bij CD&V blijkt er een gevoelige toename te zijn van het aantal vrouwen op een verkiesbare plaats.

Partijen zetten vooral uittredende parlementsleden op verkiesbare plaatsen, waardoor vrouwen worden benadeeld

Politicoloog Bart Maddens (KU Leuven)

Partijen zijn nochtans verplicht om evenveel mannen als vrouwen op hun lijst te zetten, en bovendien moet de eerste twee kandidaten op de lijst een verschillend geslacht hebben. "Politieke partijen zetten misschien wel een vrouw op de 2e plaats omdat ze moeten, maar de verkiesbare plaatsen daaronder gaan vaak naar mannelijke kandidaten", verklaart politicoloog Bart Maddens.

"Daarnaast zetten politieke partijen vooral uittredende parlementsleden op verkiesbare plaatsen, en daardoor zijn vrouwelijke kandidaten benadeeld."

Meest gelezen