Van Somalische vluchteling tot Belgische toploper: de lange, moeizame tocht van Bashir Abdi

© Jan Van der Perre

Vanuit het door oorlog geteisterde Somalië belandde hij als ukje in een vluchtelingenkamp, de tussenstop op een enkele ‘reis’. Op zijn tiende spoelde hij aan in Gent, zijn mama achterna, die hij een paar jaar niet had gezien. En afgelopen weekend liep hij zijn eerste marathon, als lid van een team van internationale toppers, en werd hij meteen achtste. Hoe Bashir Abdi (29) zijn leven op de rails kreeg zonder zijn droom, die van toploper te worden, ooit op te geven.

Hans Jacobs in Rotterdam

Een loungebar in hartje Rotterdam. En óf Bashir Abdi blinkt. Als eerste Belg maakt hij deel uit van het NN Running Team, een keurgroep van wereldkampioenen, olympische medaillewinnaars en laureaten van prestigieuze marathons. Afgelopen weekend ging hij, zoals hij het noemt, op blind date. Zijn eerste ontmoeting met de marathon. Die eindigde met bebloede knieën en een hoofdwonde na een val bij de start, maar toch knokte Abdi zich knap naar een achtste plaats (2u10.46). “Nooit gedacht dat ik mijn leven op die manier weer op de rails zou krijgen. Totaal niet”, zegt hij.

Een najaarsdag in Gent, 2002. Bashir is tien jaar wanneer hij met zijn twee broers en zus in Gent arriveert. “Het sneeuwde, dat weet ik nog. Omdat ik nog nooit sneeuw had gezien.” Eindelijk kan hij zijn mama, die hij enkele jaren niet meer heeft gezien, in de armen sluiten. “Ze was in het buitenland toen de oorlog in Somalië uitbrak. Ze mocht niet meer terugkeren. Ze kwam uiteindelijk in België terecht, werd Belgische en ging toen op zoek naar ons. Tweeënhalf jaar wisten we niets over onze mama.”

Bashir en de rest van zijn gezin zaten intussen in een vluchtelingenkamp aan de Somalische grens, een half jaar lang. “Op een dag kregen we van het Rode Kruis te horen dat we naar België konden, zo heb ik mij laten vertellen. Ik was nog klein, veel weet ik daar niet meer van.”

Na een inburgeringscursus mag het gezin blijven. Zijn haast feilloze Nederlands-met-lichte-Gentse-tongval dankt hij aan de school, waar hij sinds zijn tienerjaren les volgt. In 2008 mag hij zich Belg noemen, gelukkig in zijn nieuwe land. Voor even. Want na een slepende ziekte sterft zijn mama. Bashir, die intussen is beginnen te studeren aan de hogeschool, zet zijn studies noodgedwongen on hold. “In het huis bleven alleen mijn zus en ik over. Zij studeerde. Ik moest wel beginnen te werken, anders konden we de huishuur niet betalen. Welkom in de volwassenenwereld, zo dacht ik.”

Vinger in de lucht

Als Bashir in 2012 de Belgische veldlooptitel wint, is dat met betraande ogen en een vingertje in de lucht. “Mijn mama was toen niet zo lang overleden, het was een heel moeilijke periode. Ik kon toen gestopt zijn met lopen en enkel gaan werken zijn voor mijn zus. Maar het leven gaat verder, hé, hoe moeilijk ook. Het was niet eenvoudig, maar ik verdiende mijn brood, als uitzendkracht en met mijn prijzengeld als loper. Ik ben er vooral fier op dat ik mijn droom als topatleet nooit heb opgegeven en zo mijn leven weer op orde heb gebracht. Ook mijn zus heeft nu, net als ik, haar weg gevonden. Ze woont met haar gezin niet ver van mij.”

Afspraak in Rio, het tv-programma dat olympiërs volgde op weg naar de Spelen van Rio 2016, levert Bashir meer bekendheid op. “Het is te zeggen, in Gent kennen ze nu toch meer mijn gezicht.” Hij speelt de groeiende aandacht uit voor de goede zaak. Met zijn vzw Sportaround zet hij zich in om kansarme kinderen te laten sporten. “Ik probeer niet alleen een sportief voorbeeld te zijn, maar ook een sociaal voorbeeld. Dat hoort erbij, vind ik. Als je naar een nieuw land komt, moet je je integreren, de taal en de cultuur leren. Dan moet je je nieuwe land iets teruggeven. Stel dat ik die kans in België niet had gehad, dan zou ik niet weten in welke omstandigheden ik nu in Afrika zou leven. En al die tegenslagen hebben mij ook sterker gemaakt. Dat helpt mij ook bij de marathon, een afstand waarin je jezelf tegenkomt.”

Of zijn mama fier zou zijn geweest, over hoe hij zijn leven heeft uitgebouwd? “Ja, dat denk ik wel.”

Keuze van de redactie