RIVM: we eten te veel zoet en zout
Amsterdam
Het ministerie sprak in 2014 in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP) de ambitie uit om de hoeveelheid suiker, zout en verzadigd vet in levensmiddelen te verminderen. Het einddoel: ervoor zorgen dat alle consumenten die in 2020 volgens gezonde richtlijnen eten, minder dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van zes gram zout en vijftig tot zestig gram suiker binnenkrijgen.
In het kader van het AVP werden echter maar voor een beperkt aantal producten afspraken gemaakt, waaronder vleeswaren, groenteconserven en zuivelproducten. Andere belangrijke voedselgroepen werden buiten beschouwing gelaten. Daarnaast vielen de maatregelen niet goed in de markt, omdat suiker en zout de smaak van producten versterken.
De gemiddelde Nederlander eet per dag bijna negen gram zout en ongeveer 114 gram suiker (28,5 suikerklontjes).
In het gunstigste scenario van het RIVM kan de dagelijkse zoutinname met 1 gram en de suikerinname met 9 gram naar beneden. ‘In dat scenario zijn de huidige afspraken uitgebreid en gelden ze voor alle productgroepen’, zegt Matthijs van den Berg, hoofd Voeding, Preventie en Zorg bij het RIVM. ‘Een substantiële stap, maar toch zitten we dan nog flink boven de aanbevolen hoeveelheid. Volgens Kees de Graaf, hoogleraar sensoriek en eetgedrag aan de universiteit van Wageningen, moet het AVP worden uitgebreid en over alle productgroepen gaan, zij het niet meteen. ‘Onze drang naar suiker, zout en vet zit in onze biologie verankerd.’
iedereen verantwoordelijk
Hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit, Jaap Seidell, gelooft dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet dragen om de nationale volksgezondheid te verbeteren. ‘De overheid moet grotere stappen gaan zetten in plaats van de huidige muizenstapjes.’ <