ECB handhaaft omstreden politiek
Amsterdam
Dat blijkt uit berekeningen die de Duitse centrale bank aan de Volkskrant heeft verstrekt. Deze ongekende meevaller is mede het gevolg van de goedkoopgeldpolitiek van de Europese Centrale Bank. Die besloot donderdag haar omstreden beleid ongewijzigd voort te zetten. Na het uitbreken van de crisis hebben de centrale bankiers stapsgewijs de rente verlaagd. Een van de belangrijkste tarieven is zelfs negatief. Sinds 2015 heeft ‘Frankfurt’ bovendien voor bijna 2400 miljard euro aan staats- en bedrijfsschulden opgekocht.
Het monetaire stimuleringsbeleid kent veel vijanden, vooral in de rijkere Noord-Europese landen. Zo waarschuwde president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) vorige maand in de Volkskrant opnieuw voor het ontstaan van financiële zeepbellen. De critici wijzen daarnaast op de negatieve gevolgen van de lage rente voor met name de pensioenen. Die stijgen al jaren niet meer mee met de inflatie.
Tegenover die nadelen staan ook voordelen, vooral voor de schatkist. Nederland blijkt binnen de eurozone na Duitsland, Frankrijk en Italië tot de grootste profiteurs van de lage rente te behoren. Was die rente op het niveau van voor de crisis gebleven, zo geeft de Bundesbank aan, dan had hun staatsschuld hun honderden miljarden euro’s extra gekost. Die bedragen stellen zelfs de slordige 50 miljard euro aan bezuinigingen en lastenverzwaringen in de schaduw die achtereenvolgende Nederlandse kabinetten tijdens de crisis doorvoerden.
rentes op staatsschuld
Op de berekeningen van de Bundesbank valt wel het nodige af te dingen. Zo kan niemand precies voorspellen hoe hoog de rente zou zijn geweest zonder het monetaire zoet van ECB-president Mario Draghi. ‘Het ECB-beleid is een van de factoren die effect hebben op de rentes die de Nederlandse staat betaalt op de staatsschuld’, gaf toenmalige minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem afgelopen najaar al aan in een brief aan de Tweede Kamer. Maar, voegde hij daaraan toe: ‘Omdat de rente op staatsobligaties ook van veel andere factoren afhankelijk is, is niet in te schatten wat het effect van het (afbouwen van het) monetaire beleid op de rente van staatsobligaties is.’
De rente vertoont bovendien al decennialang een dalende lijn. Centrale banken hebben met hun onorthodoxe crisisaanpak die trend slechts versterkt. Economen spreken van een mondiale savings glut, een overvloed aan spaargeld. Die wordt veroorzaakt door onder meer de vergrijzing en het daarmee gepaard gaande aanzwellen van de pensioenpotten.
De Nederlandsche Bank kwam vorig jaar in haar eigen, iets meer conservatieve schattingen uit op een rentemeevaller voor de staat van ruim 50 miljard euro. Doorgetrokken naar 2017 gaat het om ruim 60 miljard. Dat is minder dan waar de collega’s van de Bundesbank op uitkomen.
hypotheekrenteaftrek
Daar staat tegenover dat de Nederlandse overheid, naast de staatsschuld, ook op andere manieren fors profiteert van de lage rente. Zo daalden de uitgaven aan de hypotheekrenteaftrek per saldo van bijna 10 miljard euro in 2008 naar 7 miljard in 2017. Dat terwijl de totale Nederlandse hypotheekschuld is toegenomen. ‘Door deze besparingen hoefde de Nederlandse overheid de afgelopen jaren minder te bezuinigen en kon zij sneller aan de Europese begrotingsregels voldoen’, schreef DNB hierover. Verwacht wordt dat de ECB pas volgend jaar een voorzichtig begin zal maken met het verhogen van de rente. Het omstreden opkoopprogramma wordt minstens tot september opgevoerd, met 30 miljard euro per maand, maar ECB-volgers houden rekening met een nieuwe verlenging. De Nederlandse staatskas zal, hoe dan ook, nog vele jaren lang plezier hebben van de vloedgolf aan bijna gratis geld. De overheid laat de looptijd van haar schulden namelijk gestaag oplopen. In 2019 moet de gemiddelde duur van de (steeds goedkopere) leningen 6,4 jaar zijn geworden. Saillant detail: voor dit jaar denkt het ministerie van Financiën zelfs geld toe te krijgen. In plaats van dat lenen geld kost, zullen de nieuw uit te geven staatsschulden naar verwachting 70 miljoen euro opleveren. <