Hoeveel huisdokters schrijven zichzelf medicatie voor?

Ruth Debeuckelaere studeert huisartsgeneeskunde aan de Universiteit Gent. Ze werkt aan haar masterproef onder begeleiding van promotor Kris Van den Broeck, psycholoog-gedragstherapeut aan de Universiteit Antwerpen en directeur van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

“Met een online enquête wil ik een beeld krijgen van hoe vaak huisartsen zichzelf behandelen en welke medicatie ze gebruiken”, zegt Debeuckelaere. “In interviews ga ik dieper op de kwestie in: waarom doen ze het, en is dat problematisch? Ook patiënten behandelen zichzelf weleens met een pijnstiller, maar als het over psychoactieve middelen gaat, om bijvoorbeeld een depressie te behandelen, dan is dat een ander verhaal. Die hebben een verslavende werking en/of een impact op het functioneren.”

Het is ook bekend dat antidepressiva en kalmerende middelen in ons land, in het algemeen, zeer vlot worden voorgeschreven. Bovendien zou een op de vijf huisartsen een risico op burn-out lopen: hun job is emotioneel belastend, stresserend en almaar complexer. Dan loert zelfmedicatie om de hoek.

Voorschrift

Debeuckelaere hoopt zowel een zicht te krijgen op het gebruik van medicatie die dokters in hun kabinet ter beschikking hebben, als op het gebruik van middelen die ze zichzelf voorschrijven. Dat mag. Een arts mag naar de apotheek met een voorschrift op naam van zichzelf. “Voor mij is dat niet echt logisch”, zegt Debeuckelaere. “Daarom heb ik het afgetoetst bij de Orde der artsen. Maar het mag dus, al raadt men wel aan om bij ziekte naar een andere huisarts te gaan. Maar dat is vaag, zeker als het om iets chronisch gaat.”

Onderzoek in het buitenland toont aan dat tot 90% van de artsen (zowel huis- als ziekenhuisartsen) zichzelf behandelen. “Er blijken wel degelijk drempels te zijn voor huisartsen om zelf naar de dokter te gaan. Ze vinden het bijvoorbeeld gênant, ze vrezen dat ze arbeidsongeschikt zullen worden verklaard, ze hebben tijdsgebrek of ze willen voldoen aan het idee dat een dokter niet ziek hoort te worden”, legt Debeuckelaere uit. “Zelfbehandeling begint al heel vroeg, doorgaans tijdens de opleiding, maar het is een gevoelig onderwerp. Ik heb alvast zelf wel een huisarts, en als ik niet kan werken, ga ik altijd voor een tweede opinie.”

Huisartsen en huisartsen-in-opleiding die willen deelnemen aan de enquête, kunnen mailen naar:ruth.debeuckelaere@ugent.be