Valerio Piva (BMC)

“Vergelijkbaar met Jempi Drucker”

Amaury Capiot is geen onbekende voor Valerio Piva. Wel integendeel. De Lanakenaar moet immers oom zeggen tegen de Italiaanse schoonzoon van Yvo Molenaers. Het was dan ook Piva die Capiot aanraadde om zijn eerste stappen bij de profs te zetten in de kleuren van Sport Vlaanderen-Baloise.

“Omdat ik vind dat je als jonge renner nergens beter kunt zitten dan onder de vleugels van Walter Planckaert”, argumenteert Piva. “Bij Walter krijg je kansen en Amaury is bezig met die te grijpen. Zijn goede resultaten, zevenmaal top tien op zeventien koersdagen, verrassen me allerminst. Amaury heeft talent, veel wilskracht en een positieve ingesteldheid. Dan kom je als prof al een eind. Hij is ook snel, maar een toptalent als Gaviria of Hodeg is hij dan weer niet.”

“Dan denk ik spontaan aan een jongen als Jempi Drucker (BMC). Hij heeft niet de kwaliteiten van een Van Avermaet of Roelandts, maar hij staat hen wel lang bij in een finale. Bovendien grist hij regelmatig een ereplaats mee. Occasioneel wint hij zelfs, zoals die Vueltarit in 2016 of de Ride London-Surrey Classic, een jaar eerder. Zo’n jongen wil iedere WorldTour-team in zijn rangen. Op dit moment stapelt Amaury de dichte ereplaatsen op. Dat is mooi om je visitekaartje af te geven, maar eenmaal bij een WorldTour-ploeg is dat niet meer belangrijk. Als hij een stap hogerop zet, zal hij minder voor eigen rekening mogen rijden. Maar dan wordt hij wel rijkelijker verloond om zijn kansen op te offeren.”

“Als je van een procontinentaal team komt, is iedere WorldTour-ploeg goed. Alleen is het er sinds de voorbije winter niet makkelijker op geworden voor jonge renners. Met de verplichte inkrimping van de selecties tellen ploegen minder renners, maar als Amaury zo blijft voortdoen, komt er zeker een topploeg aankloppen.”

Walter Planckaert (Sport Vlaanderen-Baloise)

“Zal later niet meer in fabriek moeten werken”

Vorig jaar schoof Walter Planckaert Capiot resoluut naar voren als het nieuwe raspaardje dat uit zijn stal zou worden geplukt. Knieperikelen strooiden roet in het eten.

“Twee kapotte knieën, dat is niet niets als renner, hè. Enkele keren heb ik gedacht: komt dat nog wel goed”, geeft Planckaert toe. “Maar na de Ruta del Sol kwam de opluchting. Amaury voelde na zware inspanningen geen pijn meer. Eerlijk? Dat voelde aan als een overwinning.”

De prima resultaten verrassen de pater familias van Sport Vlaanderen-Baloise allerminst.

“Amaury heeft alle kwaliteiten om uit te groeien tot een prima prof. Hij heeft karakter, veel lef, kan een helling over en beschikt over een snelle sprint. Als hij van ongelukken bespaard blijft en zijn knieën standhouden, rijdt hij volgend jaar niet meer bij ons. Mocht dat wel zo zijn, dan ken ik niets meer van wielrennen.”

“Capiotje is een jongen die zich goed kan positioneren. Dan kan je zowel uitblinken in de voorjaarsklassiekers als in een sprinttrein. Amaury lijkt me perfect als voorlaatste of laatste lead-out voor een topsprinter. En als de kans zich voordoet, zal hij van zijn team zijn eigen kans mogen gaan. Een beetje zoals Baptiste Planckaert doet bij Katusha-Alpecin. Is Kristoff niet van de partij? Dan rijdt hij voor eigen rekening. Ik ben er zeker van dat we het laatste nog niet hebben gezien van Amaury. Hij zal later niet meer in het fabriek moeten werken.”

“Ik denk dat we zondagavond heel tevreden zullen zijn over zijn koers. De Kemmel overleven, dat kan Amaury. Mede dankzij zijn gave voor het positioneren. Twee jaar geleden moest hij net daar de rol lossen. Maar intussen heeft hij een pak aan kracht gewonnen. De Ronde is een ander paar mouwen, die komt allicht nog te vroeg voor hem. Voor de Scheldeprijs zou ik hem dan weer tot de schaduwfavorieten rekenen.”