INTERVIEW. Ryan Gosling speelt Neil Armstrong in ‘First Man’: "Veruit mijn moeilijkste film tot nu toe"

Onze afspraak met Ryan Gosling gaat voor één keer niet door in een poepchic hotel in Beverly Hills of New York, maar wel in Florida, recht tegenover het imposante lanceerplatform van het Kennedy Space Center. Geen toeval, natuurlijk. Hier werd één van de belangrijkste scènes van 'First Man' ingeblikt: de lancering van de Saturnus V-raket die in de nacht van 20 op 21 juli 1969 geschiedenis zou schrijven.

Het is zo heet op de vliegbasis Cape Canaveral dat de cameraploeg voor één keer in korte broek naar het werk mag. De temperatuur gaat 's morgens vroeg al vlot over de 35 graden, maar Gosling lijkt minder last te hebben van de hitte. De acteur valt op wanneer hij in een golfkarretje naar zijn 'perstent' wordt gebracht: niet omdat hij tussen twee imposante bodyguards gesandwicht zit, maar omdat hij in een donker T-shirt, bruine laarzen en dikke jeansjas met het NASA-logo komt aandraven.

Het is niet de eerste keer dat we hem spreken over 'First Man'. Begin dit jaar waren we er zelf bij toen Gosling in Atlanta aan het filmen was. Wat ons meteen opviel, is dat in geen enkele scène een 'green screen' werd gebruikt. Regisseur Chazelle vond het belangrijk dat zijn acteurs het gevoel hadden dat ze 'echt' in de ruimte zaten, en dus liet hij in de studio een gigantisch ledscherm ophangen. Zo konden Gosling en zijn tegenspeler Corey Stoll - die astronaut Buzz Aldrin vertolkt - de maan vanuit hun Apollocapsule steeds dichterbij zien komen.