Een vis met een "blobkop" was een van de meest opmerkelijke nieuwe ontdekkingen in Alto Mayo.
Foto: Conservation International/Robinson Olivera

Een vis met een blobkop en een muis met zwemvliezen: 27 nieuwe diersoorten ontdekt in Peru

Bij een expeditie in Alto Mayo, een uitgestrekt beschermd bosgebied in het noorden van Peru, hebben wetenschappers een verrassende ontdekking gedaan. Ze registreerden maar liefst 27 nieuwe diersoorten, waaronder 4 zoogdieren. Nog eens 48 diersoorten zijn mogelijk nieuw, dat moet verder onderzoek nog uitwijzen. "Dit is verrassend én buitengewoon", klinkt het.     

Een bizarre vis met een blobkop en een amfibische muis met zwemvliezen, het zijn maar enkele van de nieuwe diersoorten die wetenschappers van Conservation International hebben ontdekt tijdens een expeditie in Alto Mayo in Peru.

Alto Mayo is een beschermd bosgebied in het noordwesten van het land. Het is een omvangrijk gebied waarin verschillende natuurlijke en menselijke ecosystemen door en naast elkaar bestaan. Alto Mayo is dichtbevolkt, met heel wat dorpen en steden. Door ontbossing en landbouw staat de natuur er onder druk.

Er is maar relatief weinig bekend over de biodiversiteit en de gezondheid van de ecosystemen in Alto Mayo. Daarom trokken wetenschappers van Conservation International samen met leden van de inheemse bevolking in 2022 38 dagen lang door Alto Mayo. In die periode registreerden ze meer dan 2.000 planten- en diersoorten in het gebied.

Conservation International zegt nu dat tijdens de expeditie 27 nieuwe diersoorten ontdekt zijn: 4 zoogdieren, 8 vissen, 3 amfibieën, 10 vlinders en 2 kevers. "Het ontdekken van 4 nieuwe zoogdieren tijdens een expeditie is verrassend. Ze ontdekken in een regio met aanzienlijke menselijke bewoning is buitengewoon", zegt expeditieleider Trond Larsen.

Een muis met zwemvliezen

Een van de 4 nieuw ontdekte zoogdieren is een amfibische muis. Anders gezegd: een muis met zwemvliezen tussen zijn poten die ook waterinsecten eet. "Schokkend en opwindend", zegt Larsen.

Het dier behoort tot een groep semi-aquatische knaagdieren die uiterst zeldzaam zijn en bijna nooit worden waargenomen. Larsen vermoedt dat deze specifieke soort enkel leeft in het unieke stuk moerasbos waar hij werd aangetroffen.

Een andere ontdekking was een dwergeekhoorn van amper 14 centimeter groot. "Hij past zo in de palm van je hand. Schattig, mooi kastanjebruin van kleur en erg snel. Hij springt snel en verstopt zich in de bomen", zegt Larsen. Het diertje is erg moeilijk te spotten in het dichte regenwoud.

Larsen vermeldt ook een nieuwe soort stekelmuis met bijzonder stijve dekharen op hun vacht. Vermoedelijk functioneren ze ongeveer zoals de stekels van een egel. Het vierde nieuwe zoogdier is een kortstaartvleermuis.

Een amfibische muis met zwemvliezen tussen zijn poten, een dier dat uiterst zelden wordt waargenomen.
Foto: Conservation International/Ronald Diaz
De nieuw ontdekte dwergeekhoorn is amper te spotten in het dichte regenwoud.
Foto: Conservation International/Ronald Diaz
Het stekelmuisje heeft een vacht met stijve dekharen die lijken te functioneren zoals de stekels van een egel.
Foto: Conservation International/Ronald Diaz

Wanneer is een soort nieuw voor de wetenschap?

De meeste 'nieuwe' diersoorten waren al bekend bij de lokale bevolking, maar nog niet voor de wetenschap. Als de wetenschap een ontdekking als 'nieuw' beschouwt, betekent dat de soort in kwestie nog nooit eerder het formele proces doorlopen heeft waarbij er een wetenschappelijke naam gegeven wordt.

Een vis met een gezwollen kop en een klimmende boomsalamander

Bij de vissen sprong een vis met een 'blobkop', een opvallend groot hoofd, in het oog. Het dier, een pantsermeerval, "heeft een ongelooflijk bizarre kop die bijna lijkt op een gigantische gezwollen neus", zegt Larsen.  

De vis was nog nooit eerder beschreven door de wetenschap. "Onze experten hebben nog nooit zoiets gezien. We weten niet wat de functie van deze vreemde blob-structuur is." Een mogelijke theorie is dat de blob het dier helpt voedsel te detecteren. "Maar het blijft een mysterie."

Larsen vermeldt ook nog de ontdekking van een klimmende boomsalamander "met korte pootjes en een gevlekte, kastanjebruine kleur. Het grootste deel van zijn tijd brengt hij door in lage planten en struiken."

Naast de 27 bevestigde nieuwe diersoorten registreerden de wetenschappers ook 48 soorten waarvan ze vermoeden dat ze nieuw zijn voor de wetenschap. Verder onderzoek moet dat uitwijzen.

De klimmende boomsalamander brengt het grootste deel van zijn tijd door in lage vegetatie en struiken.
Foto: Conservation International/Trond Larsen

Hulp van inheemse bevolking was "fantastisch"

Trond Larsen noemt het bijzonder waardevol dat de inheemse bevolking nauw bij de expeditie betrokken werd. "Het was echt fantastisch om zo nauw samen te werken met het Awajún-volk. Ze hebben uitgebreide traditionele kennis over de bossen, dieren en planten waarmee ze samenleven."

"Als Awajún hebben we veel kennis", zei Yulisa Tuwi, die hielp met het onderzoek naar reptielen en amfibieën. "We kennen de waarde van onze planten, hoe ze ons genezen, hoe ze ons voeden en we kennen paden in het bos die ons naar verschillende dieren hebben geleid."

"Hoewel we geen wetenschappelijke namen kennen, hebben we een classificatie van deze soorten ontwikkeld. Ik geloof dat de ontdekkingen voor de wetenschap zijn, niet zozeer voor ons, omdat deze soorten bekend zijn onder andere namen of vanwege hun bruikbaarheid of gedrag in de natuur."

Wetenschappers van Conservation International werkten samen met leden van de inheemse bevolking.
Foto: Conservation International/Trond Larsen

"Dringende nood aan effectieve bescherming"

"In onze expeditie zagen we dat ook gebieden dichter bij steden en dorpen nog steeds een ongelooflijk hoge biodiversiteit ondersteunen, met soorten die nergens anders voorkomen", zegt expeditieleider Trond Larsen.

"Dit benadrukt dat zelfs in gebieden die sterk door mensen worden beïnvloed, biodiversiteit kan blijven bestaan. Maar dat kan alleen als ecosystemen duurzaam worden beheerd." Met andere woorden, er is nood aan meer effectieve maatregelen om Alto Mayo te beschermen.

De expeditie registreerde ook 49 planten- en diersoorten die volgens de Rode Lijst van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) bedreigd zijn. "Tenzij er nu stappen gezet worden om deze plekken te beschermen en delen van het landschap te helpen herstellen, is de kans groot dat ze op lange termijn niet zullen blijven bestaan," aldus Larsen.

Wat de expeditie allemaal registreerde:

  • 151 zoogdieren: 4 nieuwe, waaronder een vleermuis, een eekhoorn, een stekelmuis en een uiterst zeldzame amfibische muis. Minstens 12 zijn met uitsterven bedreigd
  • 68 vissoorten: 8 nieuwe, waaronder een bizarre 'blobkop'-vis waarvan de functie van zijn ongewone kop een mysterie blijft
  • 45 reptielen en amfibieën: 3 amfibieën nieuw voor de wetenschap – een regenkikker, een kikker met een smalle bek en een klimmende salamander
  • 289 insecten, inclusief 218 vlindersoorten en 71 mestkevers. 12 insecten zijn nieuw voor de wetenschap, waaronder 10 vlinders en 2 kevers
  • 536 vogels: een spectaculaire diversiteit aan soorten, waaronder 26 met uitsterven bedreigd
  • 955 plantensoorten: 10 met uitsterven bedreigd, waaronder zeldzame orchideeën en andere flora die alleen in deze regio voorkomt
Thema

Meer Technologie & Wetenschap of Buitenland?

Download de app om geen nieuws over dit thema te missen.

Meest gelezen