Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAsiel en migratie

Onveilige toestanden en troebele voorwaarden: waarom een migratiedeal contraproductief werkt

Palestijnse vluchtelingen schuilen in een klaslokaal van een school in de Libanese zuidelijke havenstad Sidon.Beeld dpa/picture alliance via Getty I

Libanon is het zoveelste land dat in ruil voor Europese centen zijn ‘grensbeheer’ versterkt. Werkt die aanpak? Eerdere migratiedeals schetsen een troebel verhaal.

Officieel heet het een steunpakket, de 1 miljard euro die Europa aan Libanon belooft. Die som is beschikbaar tot 2027, en is in eerste instantie om het land uit een diepe, economische put te trekken. Toch kan dit akkoord moeilijk los gezien worden van die ene term: ‘grensbeheer’.

Materieel en trainingen voor de Libanese strijdkrachten moeten irreguliere migratie een halt toeroepen. Europa verwacht “een goede samenwerking” op dat vlak.

De deal werd donderdag in Beiroet niet alleen door Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen en de Libanese premier Najib Mikati beklonken. Niet toevallig ook aanwezig: de Cypriotische president Nikos Christodoulides. Cyprus zet de EU al langer onder druk. In het eerste kwartaal maakten vorig jaar 78 vluchtelingen de oversteek vanuit Libanon, dit jaar zijn het er zo’n 2.000.

Extreme armoede

De Libanese economie ligt al jaren op apegapen – sinds 2020 is de Libanese pond met meer dan 98 procent gedaald – en tegelijkertijd vangt geen land ter wereld meer vluchtelingen op per hoofd van de bevolking. In Libanon verblijven ongeveer 1,5 miljoen Syriërs, volgens de VN leeft bijna 90 procent onder de extreme armoedegrens.

Dat zorgt voor grote spanningen en een angstklimaat. “Er is de laatste maanden steeds meer openlijk anti-Syrisch geweld”, ziet Willem Staes, Midden-Oosten-expert bij 11.11.11. Een VN-rapport maakte een jaar geleden al melding van illegale pushbacks richting Syrië. “Veel vluchtelingen durven vandaag uit schrik voor deportaties hun tent of appartement niet meer uit te komen.”

Het steunpakket voor Libanon noemt Staes “meer van hetzelfde”. Ook bij recente deals met Tunesië of Egypte was het telkens de grote kritiek van ngo’s of linkse beleidsmakers: Europa legitimeert dubieuze regimes om grip te (proberen) krijgen op de migratiecijfers en creëert zo “meer doden, meer geweld en uiteindelijk ook meer irreguliere migratie”.

Transactionele kijk

Minder aankomsten zijn, onder druk van extreemrechts, het belangrijkste Europese verkiezingsthema geworden. “Daarbij is een beleid gedreven door waarden ondergesneeuwd door een transactionele kijk”, zegt migratie-expert Florian Trauner (VUB). Waar bij de Turkije-deal in 2016 nog het terugsturen van irreguliere migranten de focus was, is ook die verschoven: “In de eerste plaats wil men verhinderen dat ze naar Europa vertrekken.”

Die visie doet Europa wel diep in de buidel tasten. Waar de EU tussen 2014 en 2020 bijna 13 miljard euro uitgaf aan migratie en grenscontroles, wordt dat tussen 2021 en 2027 al zeker 22,7 miljard euro. Dat concludeerde een commissie van het Europees parlement recent. In minder dan één jaar tijd werden deals met Tunesië (1 miljard euro), Mauritanië (200 miljoen euro), Egypte (7,4 miljard euro) en nu dus Libanon (1 miljard euro) afgesloten.

Krijgt de EU in ruil wel wat ze zo graag wil: een, zoals premier De Croo (Open Vld) het stelt, “duurzame manier om migratie tegen te gaan”? In de eerste vier maanden van 2023 telde de VN 55.000 aankomsten via de mediterrane landen. Dit jaar zijn dat er – de cijfers gaan tot 28 april – 53.000.

Nu-of-nooit-effect

“De Tunesië-deal toont wel dat er op korte termijn een daling kan zijn”, zegt Traumer. Na een initiële piek, het zogenaamde nu-of-nooit-effect, droogde de route op. In de eerste maanden van dit jaar landden ruim 1.000 vluchtelingen in Italië, zeven keer minder dan dezelfde periode vorig jaar. De totale irreguliere migratie via de centrale Mediterrane regio daalde met 59 procent, stelt Frontex.

De deal met Mauritanië schetst voorlopig een dubbel beeld. De oversteek naar de Canarische eilanden kende, na een hoge piek in januari, een terugval naar de niveaus van vorig jaar. Al leek dat effect in de laatst beschikbare week in de VN-cijfers (15-21 april) alweer helemaal tenietgedaan.

“Vandaag zien we opnieuw recordaantallen vanuit Turkije”, zegt Staes. Een analyse van de Nederlandse migratie-onderzoeker Thomas Spijkerboer (VU Amsterdam) toont bovendien aan: de eerder vastgestelde daling in de aankomstcijfers vanuit Turkije werd al ingezet vóór de befaamde Turkije-deal.

Ook voor Libanon ziet Staes een contraproductieve deal. “Er is voor Syriërs nog steeds geen mogelijkheid tot veilige terugkeer of legale migratie, en geen kwaliteitsvolle opvang.”

Troebel

Europa stelt dat het toeziet op mensenrechten in het opstellen van akkoorden – door bijvoorbeeld middelen te voorzien voor de integratie van vluchtelingen.

Dat blijkt in de praktijk vaak troebel.

Zo wou een recente Europese audit nagaan of fondsen binnen de Turkije-deal, bedoeld om Syrische kinderen beter te integreren in het onderwijs, goed besteed werden. Die vraag kreeg geen antwoord, omdat het Turkse ministerie geen data kon of wilde delen. “Geen grote belemmering”, oordeelde de Europese Commissie.

Het toont dat in de ‘transactie’ ook wat verloren gaat: geloofwaardigheid. Binnen het geopolitieke spanningsveld kan dat Europa zuur opbreken. Zo zette de Turkse president Erdogan vluchtelingen al vaker in als chantagemiddel.

Ook in Libanon bestaat dat risico. Het land is, samen met Cyprus, van mening dat delen van Syrië veilig zijn om terug te keren. Dat terwijl het land het afgelopen half jaar de grootste geweldspiek sinds 2020 zag. “Von der Leyen heeft die visie niet erkend, maar stelde wel dat er naar gekeken kan worden”, zegt Libanon-expert Nora Stel (Radboud Universiteit). “Het narratief lijkt te verschuiven.”